‘Beste redactie. Ik wil deze zomer door de Oostenrijkse Alpen toeren, maar ik zit met de geluidsregelgeving. Ik heb een geïmporteerde Kawasaki Z900 uit 2022 met originele uitlaat. Op het frame en bij de RDW staat als geluidsniveau 97 dB(A) vermeld, terwijl 95 dB(A) de max is op enkele wegen. Hoe kan ik voorkomen dat ik problemen ga krijgen? Ik hoor graag.’ – Peter Stradt.
Het probleem waar Peter tegenaan loopt, is dat veel politici het imago van hun maatregelen belangrijker vinden dan het werkelijke effect ervan. Het lijkt erop dat het ze eigenlijk niet eens kan boeien hoeveel schade hun maatregelen aanrichten. Vooral niet als die schade wordt aangericht bij een groep die hen electoraal gezien weinig kost of opbrengt. Waarom zou je je druk maken over motorrijders, als je goedkoop kunt scoren bij het grote publiek? Dat is niet alleen bij ons zo, dat is ook in Oostenrijk zo, getuige de maatregelen die genomen zijn om lawaaierige motoren te weren. Dat doen die maatregelen namelijk helemaal niet en dat zouden de politici geweten hebben als ze zich in de homologatie-eisen van motorfietsen hadden verdiept. Maar ja, dat kost tijd en moeite. En who cares… Nou, wij dus. Wij gaan er daarom eens wat dieper op in.
Voorbijrijtest
Geluidsnormen voor motorfietsen zijn al sinds de jaren 70 van kracht in Europa. De eerste specifieke Europese regelgeving werd vastgelegd in Richtlijn 78/1015/EEG, die in 1978 werd ingevoerd. Sindsdien zijn de normen steeds strenger geworden, met latere aanpassingen in de EU-richtlijnen en -verordeningen. Maar de basis van het idee bleef hetzelfde: een limiet aan de hoeveelheid geluid die je naar je hoofd geslingerd krijgt wanneer een motor aan je voorbijrijdt. Voor die situatie werd dus een meetopstelling gebouwd: op een plateau werden twee microfoons vijftien meter uit elkaar gezet, loodrecht op de rijrichting en 120 cm boven het asfalt. Bij die opstelling kwam je met constante snelheid van 50 km/u aanrijden en gaf je tien meter voor de microfoons vol gas, tien meter na de microfoons deed je het gas dicht. Dat deed je eenmaal in de tweede én in de derde versnelling – bij motoren boven de 175 cc die waren voorzien van vijf versnellingen of meer. Bij motoren onder de 175 cc werd de meting in de derde versnelling gedaan. Daarbij mochten motoren tot 175cc maximaal 77 dB(A) maken, motoren boven 175 cc 80 dB(A). Bleven ze daaronder, dan waren ze goedgekeurd voor homologatie.
Euro 4
Met de invoering van de Euro 4-norm, in 2016, werden de limieten veranderd: het vermogen van het voertuig werd volgens EU Verordening 168/2013 gedeeld door het rijklaar gewicht plus 75 kg. Het resultaat werd met duizend vermenigvuldigd. Was dat getal meer dan vijftig, dan was de geluidslimiet 77 dB(A). Dat lijkt behoorlijk scherper, maar er werd anders gemeten: de voorbijrijtest werd eenmaal met het gas vol open gedaan en eenmaal met constante snelheid. De resultaten daarvan werden met elkaar verrekend en dat leverde een lagere waarde op. Maar bandengeluid en windgeruis hadden er wel een grote invloed op. Bij Euro 5+ zijn de geluidsnormen nog eens aangepast: volgens de UNECE R41.05 moet de motor nu in elke versnelling aan de geluidsnormen voldoen, tussen 10 en 100 km/u. Dat mag met elke gasklepstand, vooropgesteld dat de motor moet blijven trekken. Dan is er nog een ASEP-test (Additional Sound Emission Provisions), waarin wordt gekeken of motorfietsen onder verschillende rijomstandigheden geen buitensporige geluidsemissies produceren.
Ongekeurde uitlaten
In het verleden werden veel motoren na aankoop voorzien van een niet goedgekeurde sportuitlaat of zelfs van open pijpen. Dat gebeurt nog steeds, al zijn er tegenwoordig ook veel sportuitlaten met e-keur te koop. Maar voor oude motoren heb je vaak keuze tussen een onbetaalbare originele demper of een vriendelijk geprijsde, ongekeurde imitatie. Om je een voorbeeld te geven: een originele uitlaatdemper voor mijn Honda Deauville kost €1.325, een imitatie €165. Dan is de keuze niet zo moeilijk… Maar ongekeurde uitlaten kunnen tot geluidsoverlast leiden, dus moet de politie kunnen controleren of je de geluidsnormen overschrijdt. Daarvoor zouden ze eigenlijk de homologatietesten moeten nabootsen, maar dat is in de praktijk niet te doen. Daarvoor moeten ze een plateau vinden dat ten minste tien meter rond het acceleratieparcours bestaat uit een hard materiaal, zoals asfalt. Het testterrein moet vlak, waterpas en droog zijn, er mogen zich binnen een straal van vijftig meter van het centrum van het proefparcours geen reflecterende objecten bevinden en het omgevingsgeluid moet tijdens het meten minstens 10 dB(A) lager liggen dan het gemeten geluid. Dat krijgt oom agent bij het benzinestation op weg naar Assen natuurlijk nooit voor elkaar. Daarom heeft de EU een tweede test bedacht, die de politie als gereedschap kan gebruiken om te kijken of de motor ‘origineel’ is: de Proximity-test.
Proximity-test
De Proximity-test wordt dus gedaan nadat de motor geslaagd is voor de voorbijrijtest. Bij een Proximity-test of stationaire meting wordt een microfoon op een halve meter afstand van de uitgang van de uitlaatdemper gehouden, onder een hoek van 45° en op gelijke hoogte, maar minimaal 0,2 meter van de grond. Hierbij moet de motor zich in een denkbeeldig, rechthoekig vak bevinden, waarvan de zijden drie meter van het voertuig zijn verwijderd. Binnen de rechthoek mogen zich geen reflecterende objecten bevinden, behalve de rijder en degene die meet. Dus als de politie onder een party-tent tegen de politiebus aan staat te meten, dan is een foto genoeg om een succesvol bezwaarschrift in te dienen bij de officier van Justitie. Maar dit terzijde.
Voor de meting wordt het motortoerental verhoogd tot driekwart van het toerental waarbij de betreffende motor zijn maximumvermogen levert. Dan wordt de geluidsmeter geactiveerd en wordt het gas na een paar seconden losgelaten. Wat voor waarde uit deze test komt, is in principe niet relevant voor de typekeuring. Het is puur een referentiewaarde voor politiecontrole. Het getal wordt in de typekeuring vermeld en samen met het meettoerental op het typeplaatje gezet, zodat de politie weet hoe ze moet meten en waar de limiet ligt. Daar mag je motor 2 dB(A) overheen gaan. Blijft de meting erbinnen, dan constateert de politie dat er niet met de uitlaat is geknoeid en dat het uitlaatsysteem aan de normen voldoet.
Afstand
Je hoeft geen genie te zijn om te snappen dat de waarde van de Proximity-test hoger uitvalt dan 77 dB(A). Hoe dichter je bij de geluidsbron komt, hoe harder het geluid. Sta je bij een rockconcert achterop het terrein, dan kun je nog met elkaar praten, sta je voor de luidsprekers, dan scheuren je trommelvliezen. Bij de voorbijrijtest staat de microfoon 7,5 meter naast de motor, bij de Proximity-meting staat de decibelmeter 50 cm achter de uitlaat. En dus meet je een hoger getal. Zou je hem pal achter de motor houden, dan meet je nog meer geluid. Schroef je de lambda-sensor eruit en prik je de decibelmeter in dat gat, nog voor de geluidsdemper, dan is het geluid nog harder. Maar dat zegt dus helemaal geen snars over het geluidsniveau dat je hoort als de motor aan je voorbijrijdt. Een tweede punt is dat een motor bij het gas loslaten nog wel eens in de uitlaat kan rommelen of ploffen. Dat heeft ook invloed op de gemeten waarde.
De gemeten waarde bij een Proximity-meting zegt dus helemaal niets over de geluidsproductie van de motor die door een straat rijdt. Deze test geeft puur het karakter van de motor en uitlaat weer. Als de politie hetzelfde meet bij een controle, dan is de motor dus origineel, ook al meten ze 97 dB(A) of zelfs meer.
Techniek: hoe serieus is de Honda V3 met elektrische turbo?
Verboden
De dB(A)-waarde op het chassisplaatje wordt door motorhaters nogal eens misbruikt om de indruk te wekken dat motoren enorm veel lawaai maken: ‘Kijk eens, deze motor mag gewoon 102 dB(A) maken!’ Doorgaans zijn ze te onnozel om te snappen waar die waarde op slaat of ze willen het niet weten, want als je een stok zoekt om mee te slaan, dan laat je informatie die niet in je straatje past natuurlijk weg. Als ze het heel bont maken, vergelijken ze deze Proximity-waarde met de waarde van de voorbijrijtest van een auto, om je te doen geloven dat motoren veel meer herrie mogen maken. Een grove leugen, maar wel een effectieve. Het heeft soms onterechte weg- en dijkafsluitingen tot gevolg. Helaas hebben dit soort charlatans ook de Oostenrijkse regering voor hun karretje weten te spannen. En de Oostenrijkse politici hebben blijkbaar niet genoeg eergevoel of werkethos gehad om echte experts te raadplegen alvorens ze beslissingen namen. Met als gevolg dat er een aantal wegen van 15 april tot 31 oktober verboden zijn voor motoren die meer dan 95 dB(A) op het typeplaatje hebben staan. Dus een stille motor die 97 dB(A) op zijn plaatje heeft staan mag er niet in, een motor met lawaaierige sportuitlaat die 95 dB(A) op zijn plaatje heeft wel. Dat wil zeggen, als de politie geen decibelmeter bij zich heeft en de waarde controleert. De boete bedraagt trouwens €220.
Acceptatie
Hoe kan Peter voorkomen dat hij problemen krijgt? De kans dat je de Oostenrijkse regering op andere gedachten brengt lijkt me klein, dus rest alleen acceptatie. Je kunt je uitlaat bomvol stalen pannensponzen stoppen, maar dat helpt niet. De Kawasaki wordt er wel stiller en slomer van, maar het getal op je chassisplaatje verandert er niet van. Mijd dus de wegen waarop je niet mag rijden, wanneer je je Kawasaki meeneemt. Huur een stillere motor, wanneer je per se die passen over wilt. En wil je dat nog vaker, overweeg dan om je Kawasaki in te ruilen voor een Nederlandse Kawasaki Z900, met een lager getal op het chassisplaatje. If you can’t beat them, join them!
Oostenrijkse wegen met geluidsverbod |
Oostenrijkse wegen waar van 15 april tot 31 oktober een verbod op motoren met meer dan 95 dB(A) op het typeplaatje geldt (bron: https://shorturl.at/2lo3I) L199 Tannheimerstraße L198 Lechtalstraße L266 Bschlader Straße L72 Hahntennjochstraße 2. Teil L246 Hahntennjochstraße 1 teil L21 Berwang-Namloser Straße |