woensdag 30 oktober 2024

Techniek comfortabel motorrijden #1: zitcomfort

Motorrijden is avontuur en bij avontuur hoort een beetje afzien. Maar niet te veel, want het moet wel leuk blijven. Motorfabrikanten doen er daarom veel aan om te zorgen dat je comfortabel onderweg bent. Zelf kun je ook het een en ander doen om je comfort te verbeteren. In een tweeluik kijken we wat voor zaken invloed hebben op het comfort. Om te beginnen het zitcomfort.

Techniek brandstof besparen #1: ook jij kunt besparen!

Motorrijden draait om beleving. Imago maakt daar zeker een deel van uit. GP-fans willen het liefst op dezelfde motor als Pecco Bagnaia, Dakar-fans op een ruige allroad, filmliefhebbers op een easy rider-custom en city skaters op een naked bike. Al deze motoren zijn met een bepaald gebruiksdoel gemaakt. Vaak realiseer je je niet dat het verkeerd kan uitpakken als dit doel niet overeenkomt met de manier waarop jij je motor gebruikt. Een superbike is fantastisch op een racecircuit, waar de sportieve zithouding je in staat stelt je gewicht te verplaatsen en je knie aan het asfalt te rijden. Het is ook niet verkeerd als je lange afstanden over de Duitse snelweg rijdt: bij 180 km/u vang je genoeg wind op je torso om het gewicht van je polsen te halen. Maar op de Nederlandse snelwegen en in het stadsverkeer rust er veel gewicht op je polsen, waardoor die snel moe worden. Customs hebben vaak het omgekeerde probleem: je zit soms wat achterover, met naar voren geplaatste voetsteunen en een hoog stuur. Dat geeft veel spanning in de onderrug, terwijl je op een snelwegrit aan je armen hangt en het gevoel krijgt dat je je armen uit de kom trekt. Dat kun je ook voelen op een naked bike, omdat die de windbescherming mist die je op langere ritten nodig hebt. Maar in de stad of een slingerende dijk rijdt het geweldig! En allroads? Die zijn vaak aan de hoge kant. Dus je moet lange stelten hebben om ermee uit de voeten te kunnen.

Zadelpijn

Er zijn motorfabrikanten die fantastische zadels bouwen, er zijn er ook waarbij het zadel niet meer lijkt dan een kostenpost, die de tank zo goedkoop mogelijk met het zadel moet verbinden. Of – nog erger – het is onderdeel van het design van een industrieel ontwerper, die met zijn hoofd in de wolken leeft maar nooit met zijn kont op het zadel zit. Een motorrit van een half uur kan dan vaak al voldoende zijn om je zitvlak in helse pijnen te laten ontsteken. Met een beetje geluk wordt dat binnen niet al te lange tijd gevolgd door een stadium van gevoelloosheid. Maar wel in de wetenschap dat je na het afstappen, als de bloedsomloop weer op gang komt, wordt getrakteerd op een rectale accupunctuurbehandeling met duizenden gloeiende speldjes. En dat zijn nog maar de oppervlakkige ongemakken. Lange, meerdaagse ritten op een slecht zadel kunnen kwalijkere gevolgen hebben, in drie oplopende stadia van misère. De eerste is een rauwe huid, gevolgd door een stadium van folliculitis, een soort kleine rode acné. Ben je een echte diehard, dan ga je door voor stadium drie. Dat uit zich in abcessen die met behulp van een arts moeten worden ‘geleegd’. Voor heren blijft het daar niet bij: Verstoring van de bloedsomloop naar het perineum en het scrotum kunnen leiden tot impotentie. Dat vermindert dan in elk geval weer het risico op carpet-burns…

Hard zadel

Waarom is het ene zadel goed en het andere zadel niet? Wat is het verschil, dat zadelpijn veroorzaakt? Dat kunnen er een aantal zijn. Het eerste is druk. Het lichaamsgewicht van de rijder moet worden gedragen. Bij sportmotoren doet het zadel dat samen met de clipons, waarop je armen rusten. Vermoeiend voor je armen, maar beter voor je achterste, want daar rust minder gewicht op. En als je op snelheid komt, zorgt de winddruk voor extra lift. Vandaar dat je op sportieve motoren vaak minder zadelpijn hebt dan op toermotoren en allroads, waarop je kaarsrecht zit. Al het gewicht wordt dan gedragen door je billen. En daarin zit het bekken. Dat eindigt in twee puntige, V-vormige zitbeenderen. Die zorgen bij een harde zitting dat de huid en de onderliggende spieren het gewicht op een paar vierkante centimeter moeten opvangen. En dat leidt volgens de natuurkundige wetten – druk = kracht/oppervlak – tot een hoge druk. En dat veroorzaakt pijn.

Techniek: Eencilinders weer in trek

Zacht zadel

Is een zacht zadel dan beter? Nee, want een zadel kan ook te zacht zijn. Door de vervorming van het schuimrubber trekt het zadel de huid uit elkaar en houdt deze op spanning. Vroeger wel eens een ‘vriend’ gehad die de huid van je arm tussen twee handen wrong? Dat kan minuten later nog prikken. Zo voelt dat met een zacht zadel dus ook, zeker als je er langer op zit.

Een goed zadel is dus niet te hard, maar ook niet te zacht. Bovendien is de vormgeving dusdanig, dat het gewicht over een zo groot mogelijk oppervlak wordt verdeeld. Daarom mag het zadel zeker niet te smal zijn. Een smal zadel past wellicht tussen de drukpunten van de bekkenbotten, maar concentreert het gewicht wel op het relatief gevoelige perineum. Breed is beter, gesteld dat zowel de zithoogte als de hoek van het zadel ten opzichte van het zitvlak klopt. Een breed zadel, dat onder een scherpe hoek staat, heeft een klein raakvlak en laat je naar beneden glijden, waardoor je als het ware aan je vel hangt. Dat heeft hetzelfde wringeffect tot gevolg als een zacht zadel.

Zithulpen

Er zijn een aantal mogelijkheden om het zitcomfort te verbeteren. Er zijn comfortzadels in de handel, met beter gekozen schuimvullingen, een andere vormgeving. Soms hebben ze een gelvulling, die voorkomt dat er drukpunten ontstaan. De druk in een vloeistof is namelijk overal gelijk, dus als de vloeistof onder je bekkenbotten weg kan, ontstaat er een naar je achterste gevormd zadel dat overal gelijke druk uitoefent.

Een vergelijkbaar effect heeft de Airhawk. Dit is een luchtkussen, dat in een hoes op het zadel wordt geplaatst. De hoes heeft elastieken en gespen, zodat je hem aan de onderkant van de buddy kunt vastmaken. Het luchtkussen heeft diverse compartimenten, die het oppervlak vlak houden als je hem opblaast. Doordat de compartimenten met elkaar verbonden zijn en doordat de druk in het luchtkussen altijd gelijk is, stroomt de lucht onder je uitstekende bekkenbotten weg en draagt het kussen je gewicht gelijkmatig.

Dan zijn er ook nog zadelhoezen van gaas te kop, onder andere bij Motea. De theorie is dat deze ventileren en je achterste zo drooghouden, waardoor zadelpijn wordt voorkomen.

Kleding

Niet alleen babybilletjes moeten droog blijven, ook volwassen kadetten krijgen luieruitslag als ze nat worden. Een hoge temperatuur versterkt daarbij het broeierige effect. Vocht- en warmteafvoer zijn dus belangrijk. En aangezien de meeste zadels van waterdicht vinyl zijn gemaakt, is dat een taak van de kleding. Goede, ‘technische’ onderkleding voert vocht af en zorgt dat de huid droog blijft. Ademende kleding laat het vocht vervolgens ontsnappen. In sommige motorpakken zitten nog extra voorzieningen om vocht af te voeren. Rukka gebruikt bijvoorbeeld het ‘air cushion’-systeem, waarbij een soort golfplaat voor luchtkanaaltjes vochtige lucht laat ontsnappen. Verder zijn leren broeken goed tegen zadelpijn vanwege de huidvriendelijke, ademende eigenschappen van het koeien- of kangoeroe-vel. Bovendien zitten leren broeken doorgaans wat strakker dan textielkleding. En dat voorkomt dat de broek over de huid schuurt. Belangrijk is ook dat er geen naden over de cruciale plekken van je achterste lopen, zowel bij onder- als bovenkleding. Naden geven een drukverhoging en daarmee een extra irritatiepunt. Fietsbroeken met leren zeem helpen daarom meestal ook niet, omdat de ingebouwde zeem is gedimensioneerd op smalle fietszadels. Bij brede motorfietszadels zit je op de rand van de zeem. Bij smalle offroadzadels kan het wel een oplossing zijn. Het achterste insmeren met vaseline, zeemleervet of gel schijnt volgens de fietsbladen ook te helpen.

Vering

Rust en controle is belangrijk als je het over comfort hebt. Wanneer een motor deint word je zeeziek, als hij stuitert is dat onrustig en als je een slecht wegcontact hebt – of er geen gevoel over hebt – voel je je bij elke bocht onzeker. Een juiste mate van in- en uitgaande demping is dus belangrijk voor het comfort. Te weinig ingaande demping geeft een vaag gevoel en te veel invering op hobbels, waarna de motor verder moet uitveren. Onnodig veel beweging dus. Te veel ingaande demping maakt de motor stug en laat de motor harder omhoog bewegen wanneer deze een obstakel raakt. Te veel uitgaande demping zorgt dat de motor niet snel genoeg uitveert, zodat deze niet op tijd klaar is voor de volgende hobbel. Te weinig uitgaande demping zorg ervoor dat de motor na het inveren te hard terugkomt en ver over zijn evenwichtstand heen schiet: je krijgt een schop onder je kont en de motor veert nog een keer in en uit, zodat je elke hobbel tweemaal voelt. Vaak vinden mensen de motor dan stug, terwijl deze in feite te slap gedempt is. Wil je optimaal veercomfort? Ga dan eens langs een vering-specialist als HK Suspension in Tiel. Die stellen de vering voor je af en kunnen hem desnoods verbeteren of onderhouden. Veel motordealers plegen niet of nauwelijks onderhoud aan de vering, na een onderhoudsbeurt bij een specialist ken je je motor vaak niet meer terug!

Beeld: Peter Aansorgh

Meer factoren
Natuurlijk zijn er nog meer factoren die je comfort beïnvloeden, zoals het klimaat in je kleding, luchtweerstand, geluid en een gebrek aan conditie. In de tweede aflevering over comfort gaan we daar verder op in.
Peter Aansorgh
Peter Aansorgh
In 1993 begon Peter zijn journalistieke loopbaan bij het motormagazine MOTO 73. Ruim tien jaar lang werkte hij bij dit blad als technisch redacteur en schreef er motortesten, algemene verhalen over motorrijden, bedrijfsreportages en technische verhalen. In 2004 besloot Peter voor zichzelf te beginnen en schrijft nu voor diverse auto- en motorbladen

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen