Iedereen die mijn verhalen en video’s volgt weet het wel: ik adviseer meestal het gebruik van een track. Maar wat nu als je niet met een track kunt of wilt werken? Het kent immers ook beperkingen.
Fotografie: Hans Vaessen
Voor alle duidelijkheid nog even het technische verschil. Het kan immers verwarrend zijn: feitelijk is in alle gevallen sprake van een route. Na afloop van de dag ga je echt niet zeggen ‘we hebben vandaag een mooie track gereden’. Het was gewoon een route.
MrGPS: Waar vind ik de mooiste routes? TomTom Road Trips #1
In gps-termen is er wel een verschil. Bij een route heb je te maken met routepunten. De route van punt naar punt wordt bepaald door de combinatie van route-instellingen en de gebruikte kaart. Bij het plannen van een route is technisch gezien eigenlijk altijd sprake van een ‘route’. Het verschil met de track zit ’m in het uitwisselen/overzetten naar het toestel. Bij het overzetten van een route ontstaan vaak verschillen met het origineel. Dat komt meestal doordat de route-instellingen in het toestel heel anders zijn dan die van de gebruikte planner.
Werk je met een Garmin, dan kun je dit soort risico’s redelijk voorkomen door te werken met het Garmin-programma Basecamp. Heb je dat goed onder de knie en weet je waar je op moet letten, dan is het geen enkel probleem. Bij TomTom moet je echter werken met zogenaamde itn-bestanden en loop je eigenlijk altijd wel tegen een probleem aan. Rij je met een TomTom Rider, dan blijft mijn advies onveranderd: houd het bij de track. Is het echt nodig om een of twee viapunten te gebruiken? Bijvoorbeeld om te voorkomen dat je de lunchlocatie mist? Knip de route dan op in twee of drie deelroutes.
Forse problemen
Terug naar de Garmin, want daarmee kun je ook tegen forse problemen aanlopen. Ik nodig je uit om zo’n probleem bewust zelf te creëren: maak eens een route van 200 kilometer in bijvoorbeeld kurviger.de, ingesteld op maximaal bochtig. Zet die route, zonder extra viapunten, over naar je Zümo. Je krijgt rechte lijnen te zien van punt naar punt, dus je moet die route wel herberekenen in je toestel. Als je vervolgens kijkt naar het resultaat, zul je zien dat er van het origineel niets over is gebleven. De Zümo kent immers die bochtige-wegen-instelling van Kurviger.de niet. Wil je de route gelijk houden, heb je veel meer viapunten nodig.
Maar dan doemt er een ander probleem op. Planners als Kurviger.de, maar ook Mydrive, MRA en Routeyou werken meestal met een andere kaart. Normaal gesproken levert dat geen problemen op, maar het kan wel zijn dat de viapunten net anders staan dan in jouw toestel en daardoor dus net naast de weg staan. Dan kan het dus voorkomen dat je Zümo je rechtsaf een weiland instuurt, omdat daar nu eenmaal een viapunt staat. Sterker nog: als het een zogenaamd ‘hard’ viapunt is, blijft je Zümo je tot in de lengte van jaren terugsturen naar dat punt in het weiland. Naast de route-instellingen is dat effect het tweede belangrijke nadeel van het werken met een route. Bij een track heb je hier geen last van; doordat de track op de kaart ‘geprojecteerd’ wordt, worden dergelijke kleine afwijkingen er vanzelf uitgefilterd.
Plekken bezoeken
Soms is er reden om echt met de route te willen werken. Simpelweg omdat die viapunten belangrijk zijn en plekken bevatten die je wilt bezoeken. Ik neem een route uit de al eerder besproken ‘roadtrips’ van TomTom als voorbeeld en download via mydrive.tomtom.com de ‘Scottish Historical Coastal Tour’. In Mydrive ziet het er dan zo uit (1).
Als je de gpx vervolgens downloadt en opent in Basecamp zie je dit (2).
De route van punt naar punt gaat via rechte lijnen en zal herberekend moeten worden. Als je goed kijkt zie je echter een grijze lijn; dat is de track en daarmee de oorspronkelijke vorm van de route. Door te dubbelklikken op de tracknaam kun je die kleur veranderen in bijvoorbeeld groen, waardoor de track beter zichtbaar is. Vervolgens dubbelklik je op de route en verander je het profiel van ‘direct’ in ‘rijden’ of ‘motorfiets’.
De route zal dan meteen herberekend worden en de wegen gaan volgen. Hier en daar zie je stukjes groen; daar moet je, om de oorspronkelijke track te volgen, handmatig een viapunt toevoegen.
Maar, en dat is de crux: je zult ook zien dat veel van de viapunten net niet goed staan.
De groene lijn is de weg in Mydrive, de roze in City Navigator. Zou je de track gebruiken, dan wordt dat bij het importeren vanzelf gelijk getrokken, bij een route niet want daar blijven de routepunten exact gelijk staan. In een geval als dit is het verstandig om het ‘vlaggetje’ iets te verslepen, zodat het exact op de weg staat. Dat kan eenvoudig door op de route te dubbelklikken, goed op de kaart in te zoomen en vervolgens met de pijltjestoetsen één voor één de viapunten te controleren. Dit advies geldt feitelijk voor elke routeplanner anders dan Basecamp.
Wel of niet verplicht
Heb je dat eenmaal gedaan, kijk dan nog even kritisch naar welke punten je wel en niet verplicht wilt maken om te bezoeken. Zou ik hier bijvoorbeeld besluiten dat ik punt 3 niet per se hoef te bezoeken, dan kan ik dat met een druk op de rechtermuisknop aangeven (5).
Daarmee is het dan een ‘soft punt’ geworden; het wordt niet uitgesproken en ik zal ook niet teruggestuurd worden. Zou het een ‘hard punt’ zijn, dan wordt dat punt onderweg uitgesproken. Door te dubbelklikken op de naam (003 in dit geval) kun je de naam aanpassen in bijvoorbeeld ‘lunchpauze’ (6).
Enfin, als je op deze manier zorgvuldig werkt, kun je dus zorgen dat je ook een route, die met een andere routeplanner is gemaakt, probleemloos als route kunt rijden. Wat meteen ook weer onderstreept waarom werken met een track toch echt eenvoudiger is…