Tegenwoordig heeft bijna elke motorrijder wel een GPS op het stuur. Als we dan met een groep rijden, verwacht je dat dit apparaat je allemaal dezelfde route laat rijden. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Zelfs als je werkt met de track kan het misgaan.
Laat ik meteen een praktijkvoorbeeld noemen. Jan en Piet rijden allebei met hetzelfde type GPS, hebben exact dezelfde instellingen, kaarten en route. Toch zien ze bij de start al een verschil in het aantal kilometers. Sterker nog: ze worden zelfs allebei een andere kant op gestuurd!
Oorzaak is dan hoogstwaarschijnlijk dat Jan van de andere kant kwam aanrijden. Bijvoorbeeld uit het noorden, waardoor de GPS denkt dat Jan in zuidelijk richting staat. En Piet staat omgekeerd. Beiden activeren de route, maar het toestel wil voorkomen dat je een U-bocht moet maken. De start van de route is in zuidelijke richting. Bij Piet wil het toestel dan eerst even een stukje naar het noorden, zodra het kan links, links, links, rechts om zo terug te keren naar het startpunt.
Positie startpunt
Hoe los je dat op? Nou.., zoals altijd… Je GPS niet als blinde-geleidehond zien, maar soms ook gewoon je gezond verstand gebruiken. Even naar het scherm kijken, misschien even iets uitzoomen en vooral ook proberen de logica van het apparaat te begrijpen. In dat kader nog een praktijkdingetje: de positie van het startpunt. In algemene zin is het nog steeds het meest betrouwbaar om een route te starten als je op de route staat. Veelal zal dat nabij het beginpunt zijn. Heb je een Garmin, dan krijg je op dat moment de vraag op welk punt je de route wilt starten. Je staat aan het begin, dus ‘start’ lijkt logisch. Maar wat nu als je in de praktijk eigenlijk al twintig meter voorbij dat startpunt bent (en de GPS na activeren van de route dus nog niet hebt aangeraakt?). Dan ga je vrolijk rijden, je ziet immers de routelijn. Je hebt keurig het herberekenen uitgeschakeld. Gevolg: je krijgt geen aanwijzingen en op het scherm wil je Zümo je alleen maar laten keren… Je zult en moet eerst dat startpunt raken. Dat is immers altijd een ‘hard’ punt, zelfs als je met een track rijdt. Kortom: je kiest alleen voor startpunt als je echt eerst naar dat punt toegebracht wilt worden.
Bovenstaande voorbeelden gelden dus ook als je verder achter je computer alles goed hebt gedaan. Juist in dat proces van routes laden zit het grootste foutrisico. Zeker als je werkt met een routepunten-route (hierna te noemen ‘route’) en niet met een track.
Foutloos
Eigenlijk is de enige echt zekere manier om een route foutloos naar je toestel over te zetten de combinatie Basecamp/Zümo. En zelfs dan kan het cruciaal zijn dat je bij de instellingen een vinkje weghaalt bij ‘pas de route aan’. Dat speelt weliswaar alleen bij afwijkend kaartmateriaal, maar een foutje is zo gemaakt. Doe je dat niet, dan gaat Basecamp voor het overzetten van de route toch rekenen en ontstaan er bijna altijd verschillen.
In alle andere gevallen zal een route in het toestel herberekend gaan worden, van routepunt naar routepunt. Die route van punt naar punt hangt af van de instellingen van het toestel, niet van het programma waarmee de route gemaakt werd. Dat geldt zowel voor Garmin als TomTom.
Stel: je maakt een route in Mydrive met instelling op ‘spannende route’. Je hebt dan voor een dagtocht maar een handvol viapunten nodig. Als je die route als route overzet naar je TomTom Rider zal er niets van die mooie route overblijven. Het wordt een drama. Werk je met de track, dan gaat het meestal wel goed. Als je die route vanuit Mydrive via de cloud in je Rider zet, wordt automatisch de track gebruikt.
Als je met meer mensen rijdt, zul je de route veelal als gpx-bestand opslaan. Het onbegrijpelijk beroerde is dat er in dat gpx-bestand dan zowel een route als een track zit (ook bij MRA kan dat gebeuren). Eigenlijk is het niet juist wat ik zeg; het zijn beide tracks, alleen heeft de een heel veel puntjes en de ander alleen de geplaatste viapunten. Die worden met rechte lijnen met elkaar verbonden. Bij import van zo’n gpx-bestand in zowel TomTom als Garmin zoekt het toestel naar de wegen die zo dicht mogelijk bij die lijnen liggen. Stel je even voor wat er gebeurt als Jan de versie met de vele punten gebruikt en Piet die met een handvol…, dan zie je elkaar onderweg vermoedelijk pakweg vijf keer. Inderdaad, alleen op die viapunten!
Zie het voorbeeld in de afbeeldingen: een route met alleen start- en eindpunt uit Mydrive. [Blokje met cijfer 1 erin] [Blokje met cijfer 2 erin] [Blokje met cijfer 3 erin] [Blokje met cijfer 4 erin] [Blokje met cijfer 5 erin]
De beste methode
Het is best lastig om dat te voorkomen. De beste methode is om het gpx-bestand, ook als TomTom-gebruiker, even te bekijken in Basecamp (gratis te downloaden via www.garmin.com/basecamp). Sla de track dan handmatig als nieuw gpx-bestand op en stuur die versie door aan je motormaten.
Gaat het daarmee dan zeker goed? Natuurlijk niet! Zeker als je rijdt met een combinatie van Garmin en TomTom kunnen er nog steeds verschillen ontstaan, zeker in Nederland. Bij de Zümo XT kan het zijn dat de route aangepast wordt op basis van actuele verkeersinformatie. Op zich heel handig, maar soms wel lastig. Bij de Rider gebeurt iets nog veel vervelender. Die wil, ook al is het weekend, wegen die – ter voorkomen van sluipverkeer – delen van de dag zijn afgesloten altijd vermijden en past de route hierop aan. Daar kun je niets tegen doen.
Enfin, hoe los je dit nu definitief op? Gewoon: altijd de voorrijder volgen! En dan is het wel het verstandigst als die voorrijder met een Garmin Zümo XT rijdt. Want daarmee is een trucje mogelijk waardoor je redelijk perfect kunt zorgen dat je altijd precies weet hoe de oorspronkelijke route liep. Daarover zal ik in een volgend artikel vertellen.