John Britten. Voor wie de naam wat zegt, gaan oogjes veelal meteen glinsteren. Elke geïnteresseerde ken wel een anekdote van de Nieuw-Zeelander. Logisch ook, want behalve dat het verhaal van John Britten het ultieme underdogverhaal is, was Britten ook een van de meest onorthodoxe motorbouwers ooit.
Nieuw-Zeeland en Australië zijn niet de eerste landen waar je aan de denkt als je over motorbouwers begint. Juist door de afgelegen ligging zijn liefhebbers in deze delen van de wereld op zichzelf aangewezen. Die bijzondere samenloop van omstandigheden legt een gedegen fundering voor al dat John Britten tot een legende zou maken.
Britten bouwde een 1000cc v-twin met een rijwielgedeelte dat alle vormen van conventie met voeten treedt. Ook het veelvuldig toepassen van koolstofvezel – carbon eind jaren negentig pas de exotische zweem van zich af te werpen – zorgde voor opzien. Vooral omdat Britten geen matten van het zwarte vezelmateriaal kocht, maar klossen koolstofvezeldraad. Dat weefde hij zelf, zodat hij de constructie naar eigen inzicht kon maken. Dat geldt voor zowel de voorwielophanging, de achterbrug, het monocoque-bodywork, de kuip alsmede de wielen.
Tragische afloop
Zelfs het motorblok werd volledig in eigen huis – dat huis van Britten was ook zelfgebouwd overigens – ontworpen en gebouwd. Aluminium gieten in eigen beheer is sowieso een uitdaging, maar er een racemotor van bouwen is net weer een brug verder. Er vervolgens gevestigde merken als Ducati, Harley-Davidson en Moto Guzzi mee verslaan had niemand durven dromen – maar het gebeurde.
Hieronder zie je een deel van de documentaire die over John Brittens verhaal gemaakt werd. Helaas zou het verhaal van de Nieuw-Zeelandse motorbouwer tragisch aflopen toen Britten in 1995 op slechts 45-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van huidkanker.