Als een volleerd custombouwer weet Wilco Machiels de meest prachtige caféracers te bouwen, maar datzelfde geldt ook voor het in elkaar zetten van technische parels als een Suzuki RG500. De Brabantse alleskunner krijgt het allemaal voor elkaar in zijn ongelooflijke diorama’s. Welkom in Wilco’s miniatuurwereld.
Fotografie: Jarno van Osch/Shot Up Productions
Stap je de huiskamer van Wilco Machiels binnen, dan is het niet moeilijk om te raden dat hier een gepassioneerd motorrijder woont. Alle aandacht in deze ruimte gaat namelijk uit naar een prachtige Ducati 916, die links van de salontafel is neergezet. De Italiaanse superbike dient tegenwoordig als kunstwerk, want Wilco’s kilometers op de weg worden verzorgd door een Monster S2R en een Triumph Tiger 1050. De passie voor motoren ontstond al op vroege leeftijd bij de Brabantse hardware-ontwikkelaar. ‘Zoals voor veel motorrijders begon het eerst met een beetje klooien aan bromfietsjes. En die moest ik natuurlijk ook sneller maken, want het kon me niet hard genoeg gaan. Op mijn zestiende werd het me helemaal duidelijk toen ik een stukje op een Honda Bol d’Or mocht rijden. Dat ding liep in z’n 1 al even hard als vol gas op mijn Zündapp. Dat was natuurlijk kicken. Daarna hebben motoren altijd een bepaalde rol in mijn leven gespeeld.’
Alles in de fik
Nog veel eerder in zijn leven komt Wilco Machiels al in aanraking met een andere grote passie, die hij net als motorrijden nog altijd uitvoert. Het zaadje wordt geplant op zijn vierde levensjaar, als hij samen met opa en oma een dagje naar Madurodam gaat. ‘Ik schijn alles bij elkaar gekrijst te hebben’, legt hij uit. ‘Ik wilde namelijk alles mee naar huis nemen, vond het geweldig. Die dag in Madorudam maakte zo’n indruk, dat heeft me nooit meer losgelaten. Hoe klein ik toen ook was, ik weet zeker dat daar mijn passie voor modelbouw is ontstaan.’
Wereldrecord: door 13 landen op de motor in één dag
Als kind helpt Wilco met de bouwdozen die zijn oudere broer aanschaft en het duurt niet lang voordat hijzelf ook zijn spaarcentjes uitgeeft aan de miniatuurwereld. Hij begint kleinschalig met vliegtuigjes van Airfix, maar al snel groeit zijn collectie uit tot hele legers uit de Tweede Wereldoorlog. Ook een volgebouwde treinplaat is Wilco niet vreemd. ‘Daarin zag je mijn liefde voor snelheid terug. Legde ik bijvoorbeeld een racebaan door de bergen neer. Ik weet nog goed dat ik altijd probeerde om het zo echt mogelijk over te laten komen. Lijmde dan bijvoorbeeld zand vast of goot wat benzine op bepaalde plekken. Het is op die manier ook weleens goed misgegaan, met die koolborsteltjes van de racebaan. Stond ineens alles in de fik. Ik heb er vroeger als kind echt de grootste lol mee gehad.’
Techniek laten zien
Beide passies worden inmiddels innig met elkaar verstrengeld door de 58-jarige Nuenenaar. Al meerdere decennia houdt hij zich namelijk bezig met diorama’s. In schaal 1:12 toont Wilco de meest prachtige schouwspellen in zelfgebouwde ‘theaters’, ter grootte van een flinke schoenendoos. Na vele jaren zich vooral met auto’s bezig te hebben gehouden, combineert hij tegenwoordig de wondere wereld van de modelbouw met zijn liefde voor motoren. ‘Ik kom uit de auto-industrie, heb jaren op de ontwikkelingsafdeling van Volvo gewerkt. Zodoende heb ik voorheen veel diorama’s met auto’s in de hoofdrol gemaakt, maar de laatste tijd heeft de motor me in de greep. Dat komt ook vooral doordat je daar gemakkelijk iets kan verwijderen, waardoor de techniek zich sneller laat zien. Bij een auto is het de motorkap open of dicht. Veel meer is daarbij niet mogelijk.’ Doordat Wilco zich lange tijd vooral op auto’s heeft gericht, merkt hij duidelijk dat de recente switch naar motoren hem weer veel inspiratie geeft. Hij heeft al meerdere ideeën in zijn hoofd zitten om die uiteindelijk in verschillende motor gerelateerde diorama’s te verwerken. ‘Normaal maak ik altijd één diorama per keer, maar momenteel bouw ik er twee tegelijk.’
Onbeperkt doorbouwen
Het gaat bij Machiels dus verder dan enkel een bouwdoos kopen en de onderdelen netjes in elkaar zetten. Hij gaat next level en bouwt dus een complete scène rondom zijn motorfietsen. Om dat voor elkaar te krijgen, steekt de goedlachse Brabander behoorlijk wat tijd in zijn hobby. ‘Doordeweeks besteed ik er eigenlijk weinig aandacht aan, want dan heb ik niet meer de fut om in de avond nog te gaan knutselen’, erkent hij. ‘Ik werk in de weekenden aan mijn diorama’s. Het kan zomaar zijn dat ik dan een hele dag bezig ben. Sta ik vroeg op en ga ik tot het avondeten gewoon door.’ Als Machiels zich echt kwaad maakt, kan hij een diorama in slechts zes weken tijd in elkaar knutselen, maar het is ook weleens voorgekomen dat een project hem meerdere jaren kostte. ‘Dan had ik een bepaald beeld voor ogen, maar dan lukte het gewoon niet.’ Overigens laat hij zich zeker niet beïnvloeden door tijdsdruk, want niemand zegt tegen Machiels wanneer een bepaald diorama afgerond moet zijn. ‘Ik heb natuurlijk ook niet elk weekend de ruimte om maar onbeperkt door te bouwen. Soms heb ik bijvoorbeeld ook gewoon zin om even te gaan motorrijden. Het ligt weleens twee maanden stil, maar dat boeit me dan ook niet.’ Toch blijkt de liefde voor de miniatuurwereld vrij ver te gaan, als Wilco vertelt over eerdere vakanties met zijn (ex-)vrouw en twee dochters. ‘Jep, dan nam ik mijn modelbouwspullen mee. Griekenland, mooi weer, zwembad erbij. Iedereen was dan aan het zwemmen, zat ik binnen te bouwen. Vond ik heerlijk, dat voelde voor mij echt als ontspanning aan.’
Afdichtdopje wordt mini-onderdeelbak
Het woord afval kent Wilco Machiels niet of nauwelijks, want in haast alles ziet hij potentiële onderdelen voor zijn diorama’s. Plastic verpakkingsmateriaal, aluminium waxinelichthoudertjes, een lege zeeppomp of verrookte lamellen; hij kan het allemaal in zijn miniatuurstillevens verwerken. ‘Die lamellen heb ik al heel lang in mijn bezit, kwam uit een huis waar flink gerookt was. Dat schilder ik en dan is het perfect om de wanden mee aan te kleden.’ Ook op zijn werk weten alle collega’s met wie ze te maken hebben. ‘Niemand gooit zomaar iets weg, want meestal kan ik het gebruiken. Neem bijvoorbeeld afdichtdopjes van een connector, daar maak ik dan weer mini-onderdeelbakken van.’
Naast deze ‘gratis’ onderdelen is Wilco door zijn diorama’s ook vaste klant bij de plaatselijke bouwmarkt. Daar haalt hij zijn materiaal voor de basis, zodat er een ‘speelveld’ met een afmeting van zo’n 62 centimeter breedte, 28 centimeter hoogte en een diepte van 30 centimeter ontstaat. ‘Op dat moment heb ik al wel een grof idee wat ik wil bouwen, maar vaak komt de inspiratie terwijl ik bezig ben. Dat vind ik juist zo mooi aan het maken van zo’n diorama… Je weet vooraf totaal nog niet hoe het eindresultaat eruit gaat zien.’
Top 10 interessante details op motorfietsen
Alles is mogelijk
Doordat hij zijn fantasie de vrije loop kan laten gaan, ontstaan er fraaie creaties in zijn diorama’s. Machiels combineert namelijk graag als hij zijn motoren afbouwt. ‘Het voordeel is dat ik hier kan maken wat ik wil. Het hoeft technisch namelijk niet te kloppen, als het uiterlijk van zo’n motor maar smoelt. Kijk, mijn Ducati 916 ga ik echt niet verbouwen tot een caféracer, maar in mijn hobbykamer kan ik dat weleens proberen.’ In zijn kamer heeft hij meerdere voorbeelden tentoongesteld. Zo wordt het diorama van een customgarage verfraaid met een prachtige, Gulf gesponsorde BMW-boxer. ‘Dat blok komt van een R80G/S, een replica van Gaston Rahiers-rallymotor. De tank en wielen zijn dan weer afkomstig van een ander model. Op die manier kan ik zelf bepalen hoe mijn motoren eruitzien. Alles kan en alles mag.’
Slechts één keer kon Wilco zich vooraf al enigszins voorstellen hoe het uiteindelijke diorama eruit ging zien. ‘Ik werk normaal gesproken vanuit mijn fantasie, maar ik wilde toch eens proberen om een realistisch beeld te schetsen. Zodoende ben ik hier in Nuenen naar Moto Puro gegaan om te vragen of ik een diorama van hun werkplaats mocht maken.’ Uiteraard stemde eigenaar Jean-Claude Luijcx toe. ‘Aan de hand van foto’s ben ik aan de slag gegaan en heb geprobeerd tot in de kleinste details aan het diorama te werken. Normaal is alles fictief, maar nu kon je het vergelijken met een bestaande situatie. Dat was spannend, maar uiteindelijk was het ook één van de leukste projecten waar ik aan heb gewerkt.’
Op het verkeerde been zetten
Het grootste compliment dat Wilco kan ontvangen, is als hij te horen krijgt dat iemand niet in de gaten heeft dat ze naar een foto van zijn diorama kijken. ‘Toen ik met Moto Puro bezig was, had ik tussendoor een foto van mijn vorderingen naar eigenaar Jean-Claude doorgestuurd. Hij wilde een geintje uithalen met zijn monteur en dus stuurde hij mijn foto van de miniatuur-werkbank door. Met de opmerking: “Nou, het was nogal een zootje, dus ik heb maar eens opgeruimd.” En ja hoor, die jongen trapte er in. Dat vind ik mooi, als mensen op het verkeerde been worden gezet door mijn diorama.’
Hoewel hij zich helemaal kan verliezen als hij lekker aan het knutselen is, zou Machiels niet continu in zijn miniatuurwereld willen leven. Ook niet als hij zijn boterham ermee zou kunnen verdienen. ‘Het moet voor mij een hobby blijven’, reageert hij stellig. ‘Als ik dit iedere dag zou moeten doen, dat werkt niet voor mij. En ik weet ook zeker dat de inspiratie dan snel verdwijnt om weer met iets nieuws te komen. Plus, als geld een rol gaat spelen, dan betekent dat automatisch dat anderen veel meer gaan bepalen wat jij moet maken. Daar heb ik echt totaal geen zin in.’
Toekomst in 3D printen?
De 3D-printer is al jaren bezig aan een gestage opmars en ook in de modelbouw heeft deze techniek zijn opwachting gemaakt. ‘Ik heb weleens een motorblok laten printen en dan weet je niet wat je meemaakt. Echt ongelooflijk gedetailleerd’, meent Wilco Machiels. De dioramabouwer ziet zeker mogelijkheden, maar deels is hij ook terughoudend als het om 3D-printen gaat. ‘Het geeft veel mogelijkheden, maar ik weet niet of ik over een paar jaar hier een 3D-printer heb staan. Ik twijfel, want het voelt voor mij toch een beetje als de boel wat belazeren. Aan de andere kant, bouwdozen zijn natuurlijk ook gewoon gegoten onderdelen. Ik denk dat ik zelf vooral moeite heb met het feit dat ik dan niets meer zelf kan creëren. En juist dat vind ik zo mooi aan het maken van zo’n diorama.’