De combinatie van avontuur en een weddenschap is een gevaarlijke. Behoed je voor overmoed, al ben je nog zo zeker van je zaak. Wees helemaal op je hoede als je over zulke ‘goede vrienden’ beschikt als ik.
Had ik onraad moeten ruiken? Ben ik te naïef of is mijn motormaatje Peter simpelweg te gehaaid? Met de kennis van nu had ik kunnen weten dat ik gepiepeld werd toen Peter instemde met een weddenschap. Ik leerde bovendien dat ik niet langer met open ogen in marketingpraatjes moet trappen.
De ellende begon namelijk met een advertentie van Yamaha. Eentje die me recht in het hart raakte. Paginagroot ligt een avontuurlijke motorrijder naast zijn Ténéré 700 in zijn eigen Ténéré-tent, Ténéré-slaapzak en op een Ténéré-matje. Alsof het plaatje nog niet avontuurlijk genoeg is, kost dat avontuurlijke kampeerspul – inclusief tas – bij elkaar slechts € 269,-.
Het Camel Trophy-gevoel knalt van de pagina af. Natuurlijk weet ik ook wel dat er een stoer fotomodel een kwartiertje in een tent voor avonturier heeft liggen spelen, maar toch ga ik onherroepelijk voor de bijl. Dat avontuur wil ik ook! Een Ténéré 700 heb ik al, het kampeerpakket komt erbij. Ondanks mijn wegdroomkarakter, ben ik nuchter genoeg om te beseffen dat ik niet direct diep in de jungle van Sumatra zal kamperen, maar ergens langs de TET-route zie ik me toch wel liggen. Zielsgelukkig vanzelfsprekend.
Mijn motormaatje Peter heeft het vermogen om dergelijke romantiek tot de grond toe af te breken. Mijn avontuurlijke dagdromerij serveert hij net zo hard af als die ene smoorverliefde mevrouw die hem vertelde dat ze vlinders in haar buik voelde. ‘Vlinders in je buik? Dan moet je geen rupsen in je hol steken’, luidde het charmante antwoord.
Victory is mine
‘Wil je avontuur? Dan kun je avontuur krijgen, maar ik laat je wel alle hoeken van de trail zien’, bluft Peter op een nu al legendarische vrijdagavond tussen twee slokken bier door. Het is zelfmoord. Een ding weet ik zeker: offroad kom ik stukken beter uit de voeten. Het verhaal wordt alleen maar beter als Peter vertelt het avontuur aan te gaan op een Honda CB500X. Medelijden en leedvermaak dienen zich simultaan aan. De kleine Japanse twin is een prima fietsje, maar offroad kan hij simpelweg niet op tegen een Ténéré.
Uiterst zelfverzekerd bluft Peter door. ‘Voor minder centen ben ik een betere avonturier. Wiel jongen, je gaat eraan!’ Mijn maatje gaat er nog eens goed voor zitten: ‘Wat kost zo’n Ténéré? Elf en een half duizend, toch? Tel daar de 269 euro bij voor de kampeerset. Dat is veel te veel geld voor een Hollands avontuurtje. Voor dik twee mille minder verteer ik het avontuur beter dan jij. Ik kom een stuk verder dan jij, Meneertje de zogenaamde avonturier.’
Zoveel onzin laat ik niet over mijn kant gaan. ‘Wat lul jij nou allemaal? Je dondert al om als je een zandkorrel ziet. Wedden dat ik verder kom dan jij? Sterker nog: dat doe ik met twee vingers in mijn neus.’
Normaal ben ik niet van de weddenschappen, maar als je de betere offroader op de geschiktere motorfiets uitdaagt, kun je hem – net als kaatsers – terug verwachten.
Van nature ben ik een twijfelaar. Over van alles en nog wat pieker ik, maar niet over de uitslag van deze weddenschap. Victory is mine! Overmoedig besluit ik Peter het thuisvoordeel te geven. Hij bepaalt waar en hoe lang we rijden.
Als een dolle door kasten
Normaal gesproken hadden we op deze tropisch warme vrijdagavond elkaar nu plechtig de hand geschud, maar in coronatijd is dat niet zo handig. Een zweterige, maar veilige elleboog beklinkt ditmaal de weddenschap. De inzet is geen geld, maar onze eer.
En daarna blijft het stil. Zo lang dat het telefoontje van Peter me verrast, ik was die hele weddenschap al half vergeten. ‘Hé Wiel, vrijdagmiddag verzamelen we in Camperduin. We kamperen een nachtje en de volgende dag maak ik je af op een offroadroute die ik heb uitgezet. Zet die Japanse drollenbak en tentje van je alvast maar klaar.’
Het zelfgenoegzame toontje van Peter doet alle alarmbellen afgaan. Wat voert hij in zijn schild? Voor iemand die op het punt staat een weddenschap gruwelijk te verliezen klinkt hij te triomfantelijk. Eén tel later knalt het antwoord met Mach 3 mijn schedel binnen. Een snelle blik op de website van het KNMI bevestigt mijn angstige vermoeden: vrijdagnacht gaat het matig tot streng vriezen. Als een dolle ga ik door mijn kasten. De drie sets thermische onderkleding die ik opscharrel stellen me maar matig gerust.
De inwendige rust is nog niet teruggekeerd als we onze tenten vrijdagmiddag in het wild opzetten. Heel avontuurlijk zoals ik wilde, maar stervenskoud. Terwijl ik onwaarschijnlijk loop te kloten met een onwillige tent, leest Peter plagerig de specificaties voor van zijn bij outdoorspecialist Soellaart geritselde spullen. ‘Hé Wiel, weet je dat deze Lowland Glacier XTR-slaapzak temperaturen tot -30 kan hebben en dat hij bij -20 nog comfortabel aanvoelt?’ Voordat ik kan antwoorden gaat de hufter verder: ‘Ach Wiel, hoor toch eens hoe leuk. Mijn Exped-luchtbed is deels gevuld met dons en is daardoor aangenaam warm tot -33.’
Vuile gluiperd
Natuurlijk had ik thuis al het label van mijn Yamaha Ténéré 700-slaapzak bekeken. Allereerst las ik ‘Made in China’ en daarna het maximale inzetgebied. Vanaf -12 ben ik volgens het label de klos. Eerste conclusie: ik ben de klos…
De vernederingen volgen elkaar in hoog tempo op. Voor het eerst in mijn leven heb ik hulp nodig om een tentje op te zetten. Een lullig eenpersoonstentje welteverstaan. Chinese tentenbouwers hebben nog een lange weg te gaan, concludeer ik. Wanhopig kijk ik naar een lap stof, een paar haringen en tentstokken die nergens in passen. Met drie man – fotograaf Jacco deelt mee in de feestvreugde – proberen we het geheim van de tent te ontrafelen. Het lukt ons niet. Met kunst en vliegwerk staat er ‘iets’ omhoog, maar niemand ziet er een tent in. Eerder een lap stof die verwaaid in een struik hangt.
Uitermate ‘sfeerverhogend’ leest Peter nog maar eens een label voor. ‘Mijn Hilleberg-tent is een vier-seizoenentent en dus prima geschikt voor dit werk. Waar is jouw vaatlap goed voor?’ Net als ik denk dat het niet erger kan, tovert Peter zijn laatste troefkaart tevoorschijn: ‘Kijk eens wat ik bij de HEMA voor ons heb gekocht: lekkere pyjama’s.’ De vuile gluiperd speelt het spel goed, mijn thermische ondergoed ligt ’s nachts ongebruikt in de roltas naast de tent.
Een leuke nacht wordt het niet, een leuke avond ook niet. Nadat we nog even in pyjama voor de camera van de fotograaf langs hebben gereden, valt de duisternis in. Met het zwart komt de kou.
Toneelspelen
Leuk worden de avond en nacht niet. Lang wel, extreem lang en stervenskoud. Een kampvuur ontbreekt en de wind waait dwars door alles heen. Om half negen zit er niets anders op dan de slaapzak opzoeken. Het cynische ‘welterusten’ uit de andere tent beantwoord ik met ‘krijg de kolere’. De triomfantelijke grijns op Peters smoelwerk kan ik op meters afstand uittekenen.
Kort samengevat ziet de nacht er als volgt uit: diep wegduiken in de slaapzak, af en toe wegdutten, wakker worden van een koude wapperende tentflap in mijn gezicht, volle blaas negeren, pijn in mijn rug ontkennen, motorkleding bovenop slaapzak draperen, stijfheid in al mijn spieren voelen opkomen, wegdutten, wakker schrikken van de tentflap en de hele wereld vervloeken.
Peter is van nature een slechte slaper en ook hij ligt lang wakker, maar hij heeft het wel warm. Natuurlijk kruipt hij niet als herboren uit de tent. Dat gebeurt alleen in Camel Trophy-achtige marketingcampagnes en die moet je nooit geloven! Een eerste nacht kruip je nooit fris uit een tent en de opgevroren grond maakt het niet makkelijker.
Toch is Peter klaar voor de offroadrit, of hij speelt heel overtuigend toneel. Dat laatste kan ik niet. Ik ben koud tot op het bot en kapot. Inpakken en wegwezen is het enige dat ik wil. De warmte in. De weddenschap en mijn eer verlies ik tien keer liever dan nu nog op de motor kruipen.
Bij de kachel bekent Peter dat hij nooit een route heeft uitgezet. ‘Die verlies ik altijd van je, maar deze weddenschap heb ik gewonnen omdat jij een DNS achter je naam hebt staan. Dat zag ik wel aankomen.’ Het is een wijze les: bij elk avontuur past de juiste uitrusting. Nog wijzere les: trap niet in elke reclamecampagne. Meest wijze les: ga geen weddenschappen met uittgenaste types aan. Al zijn het je vrienden.
En bedankt hufters
Mijn vernietigende nederlaag in de weddenschap met Peter komt voor het grootste deel op het conto van de Haarlemse buitensportwinkel Soellaart. In de winkel aan de Kleine Houtstraat weten ze alles van kamperen in extreem warme of, zoals bij mij, koude omstandigheden. Dat ze de juiste spullen in het assortiment hebben zitten, heb ik op pijnlijke wijze gemerkt. Toch hoeft het niet altijd extreem te zijn; ook voor casual en actief gebruik heeft Soellaart mooie spullen. Toch knap hoe een bedrijf in 120 jaar tijd kan doorgroeien van schoenmaker naar legerdump (na WOII) en vervolgens outdoorspecialist. Kijk voor al het lekkere spul op: www.soellaart.nl. Peter regelde heel handig een Exped Mat IL Winter-luchtbed (€ 250,- ), een Lowland Glacier XTR-slaapzak (€ 550,-) en een Hilleberg Akto-tent (€ 700,-).