2022 Werd een jaar voor Ducati om nooit te vergeten. Wereldkampioenschappen in de MotoGP en het WorldSBK, waanzinnige verkoopcijfers en een haast oneindige stroom aan nieuwe modellen. Succes komt uiteraard nooit per toeval aanwaaien, maar hoe dan wel? Als iemand het kan weten, dan is het wel Francesco Milicia. Hij is namelijk vice-president, lid van de raad van bestuur en verantwoordelijk voor Global Sales & After Sales bij Ducati in Bologna. En dan heeft hij ook nog eens tijd voor een interview met Motor.NL!
Tekst: Jelle de Visser
Fotografie: Robbie Severien
Afgelopen jaar was megasuccesvol voor jullie, maar tegenwoordig draait alles meer dan ooit om het heden. Daarom de vraag: kan het nog beter?
‘Oef, ik weet niet of het beter kan. Zeker in de racerij is het moeilijk om het beter te doen als je zes titels wint. Maar onze filosofie is om continu te verbeteren en het succes in de markt en op het circuit komt voort uit alle activiteiten in de jaren ervoor.’
Het is dus niet dat jullie toevallig een keer piekten in 2022?
‘Nee, dit is echt het resultaat van onze bedrijfsfilosofie. Ten eerste is er de wil om geld te investeren in het racen, terwijl andere fabrikanten de winst misschien wel voor commerciële activiteiten gebruiken. Wij doen dat niet, omdat racen in het DNA van Ducati zit. Ten tweede, omdat er een continue doorstroming is van technologie en kennis vanuit de wegrace naar onze productiemotoren. Dat zijn niet alleen ontwikkelingen die te maken hebben met betere prestaties, maar ook met meer comfort. Je ziet dan ook dat onze motorfietsen de laatste jaren behoorlijk zijn veranderd.’
Daarom is op de nieuwe Multistrada V4 één van de grote verbeteringen de aerodynamica?
‘Meer comfort met betrekking tot de wind, maar ook meer met betrekking tot het geluid en de warmte(afvoer). Dit alles is te danken aan het feit dat wij veel werken aan de aerodynamica in onder andere de MotoGP.’
Voor de Japanse merken is de MotoGP-constructeurstitel altijd minstens zo belangrijk als de rijderstitel. Is er voor jou een verschil tussen de een of de ander?
‘Ja, want wij besloten om het overgrote deel van onze middelen te investeren in de ontwikkeling van de motorfiets en in te zetten op jonge rijders, zoals met Pecco Bagnaia. Weet je, ik denk dat deze titel heel anders is dan de titel in 2007. Beide waren zeer, zeer mooie titels voor het bedrijf, maar volgens mij was die van 2007 erg te danken aan het ongelooflijke talent van Casey Stoner. Nu hebben we laten zien dat we de beste motorfiets hebben in de MotoGP, en iedereen erkent het.’
Jullie zetten dus niet meer in op de beste coureur, maar op het ontwikkelen van de beste motor?
‘Juist. Ik bedoel, we zijn drie keer tweede geworden met Andrea Dovizioso… Maar nogmaals, racen is één onderdeel, want als we niet goed verkopen, kunnen we niet investeren in het racen. Het is echt een combinatie. We overschrijden voor het eerst één miljard aan inkomsten en dat is een ongelooflijke prestatie.’
Vroeger hoorde je altijd ‘winnen op zondag, verkopen op maandag’. Is het echt zo eenvoudig?
‘Nee, want het betekent zoiets als “we winnen het kampioenschap en we zien meer bestellingen”. Zo werkt het niet.’
50 jaar MOTO73: fantastische voorjaarstrips naar de Daytona Speedweek in Florida
Je bouwt door het succes dus vooral een imago op?
‘Ja, dat is het precies. Het is meer de middellange en lange termijn. We hebben een vijfjarenplan dat zeer goed loopt en daarbij speelt ook een Nederlander een grote rol, Joost Rijnbeek, Head of Global Network Development. Het klinkt raar, maar Ducati was de laatste jaren niet aanwezig in grote steden als Rotterdam, Londen, Rio de Janeiro en Atlanta, en dan kun je ook niet verkopen daar. Aan de andere kant willen we wel een premium product blijven. We hebben in onze strategie benoemd “het meest gewilde merk op twee wielen” te zijn. We praten niet over “de klant”, we praten over “Ducatisti”. We hebben wel enkele fabrieken in Azië of assemblage in Zuid-Amerika, maar dit is alleen vanwege de lokale verplichting omdat het anders niet mogelijk is om daar te verkopen. We hebben een sterke Italiaanse identiteit, die we willen behouden. Elke Ducati heeft een klein Italiaans vlaggetje, op elk van de 60.000 motorfietsen die we over de hele wereld verkopen zit een kleine Italiaanse vlag. Je mag het controleren…’
Verwachten jullie voor volgend jaar nog problemen met leveringen?
‘Nee, dat denk ik niet. De situatie is heel anders dan een jaar geleden. Een jaar geleden was er een enorme vraag én een logistiek probleem. Het logistieke probleem is bijna opgelost, maar de koopkracht van de mensen is door de hoge inflatie en de hoge energiekosten juist gedaald. Onze verwachting is dat de markt daarom gaat inzakken. Maar dankzij de netwerkuitbreiding van dealers en door het product zelf verwachten we bij Ducati geen grote teruglopende vraag.’
‘Wij’ hebben het graag over de strijd tussen de Multistrada V4 en de BMW GS. Zien jullie dat ook zo?
‘Nee… Natuurlijk, de GS kent een lange en succesvolle geschiedenis en we hebben respect voor deze motorfiets, veel respect. Ik heb persoonlijk vaak op de GS gereden en dat is een zeer goede motor. Dit gezegd hebbende, denken we wel dat de V4 een heel andere motorfiets is.’
Hoe bedoel je?
‘Wij wilden de meest comfortabele reismotor maken, met de beste prestaties en de meest geavanceerde technologie. Zo heeft de Multistrada de dubbele radar en de rest heeft dat niet. We hebben een zeer belangrijk verschil in aerodynamica ontwikkeld samen met Ducati Corse. We hebben vier cilinders in plaats van twee en geen vier-in-lijn en ga zo maar door.’
Met de Multistrada Rally en de DesertX begeven jullie je ook in het offroad-segment. Hoe ga je de traditionele Ducatisti vasthouden?
‘De verbindende factor is dat we, voordat we managers werden, al gepassioneerd waren over motorfietsen en als we een motorfiets ontwerpen, proberen we met het beste product te komen dat we kunnen maken. Dit is trouwens ook een zeer belangrijk onderdeel van onze strategie. In de afgelopen jaren kregen we soms veel kritiek, omdat we motoren maakten zonder droge koppeling, zonder trellis-frame en geen desmo’s. Dit zijn allemaal punten die we erkennen en we weten dat ze belangrijk zijn voor de geschiedenis van Ducati. Maar Ducati zal er altijd naar streven om elk nieuwe Ducati beter te maken dan de vorige. Dus ja, ook als we ons op een ander gebied begeven, zoals offroad.’
Komt er ooit een Ducati-powerscooter of een Ducati-driewieler?
‘Nee, dat past echt niet in ons plan. Althans niet met dit management, haha.’
Er waren een paar jaar geleden geruchten dat jullie in de Moto3 zouden gaan rijden. Liggen die plannen er nog?
‘Nee, dat is iets van Luigi Dall’Igna geweest. Hij kent dat van zijn Aprilia-periode en ik ben het met het standpunt eens dat de Moto3 goed kan zijn om groot talent te koesteren. Maar dan heb je het over de racerij. We zijn niet van plan om een kleine motorfiets voor de verkoop te doen, laat ik het zo zeggen.’
Een ander groot project is natuurlijk de MotoE. Jullie moeten ook hier een plan voor de lange termijn hebben. Vertel!
‘Ja, maar ik denk dat de technologie nog zeker enkele jaren ontwikkeling nodig heeft voor er sprake is van een zeer goede rijervaring. Met het juiste bereik, het juiste gewicht en het juiste rijgedrag. Bij Ducati gaat het om het plezier van het rijden. Als je dat nastreeft, moet je over de juiste technologie beschikken. Hetgeen uiteindelijk betekent dat de energiedichtheid per kilogram gewicht moet toenemen. Dit verbetert jaar na jaar, maar blijft nog steeds ver achter bij wat we denken dat het moet zijn. Natuurlijk kijken we naar enkele modellen waar we als eerste mee kunnen werken en misschien worden dat wel de meer stedelijke modellen in plaats van reis- of high-performance-modellen. Ik denk dat er wereldwijd genoeg Ducatisti zijn die er best graag een zouden willen hebben.’
Van het noordelijkste punt in Nederland naar het zuidelijkste punt in Luxemburg
Sportief gezien hing de MotoE-klasse de afgelopen jaren als bijzaak bij de MotoGP. Denk je dat jullie dit kunnen veranderen?
‘We zullen inderdaad samen met Dorna iets moeten doen om meer aandacht te vestigen op de MotoE. Natuurlijk hangt het samen met de aanwezige rijders, de technologie en de rondetijden. Maar ja, je hebt gelijk, het heeft meer aandacht nodig.’
Richten jullie je ook op andere zaken, alternatieve brandstoffen of andere technieken?
‘Ja, we geloven erin en de ontwikkelingen gaan vooruit. Ik kan je in elk geval vertellen dat we werken aan een doorontwikkelde motor met een lager verbruik, die in de toekomst de huidige motor kan vervangen.’
De laatste jaren is er enorm ingezet op service en kwaliteit. Kun je daar misschien iets over zeggen?
‘Ik riep een tijd geleden wel eens “Ducati is als de mooiste vrouw die maar slecht een geschikte man kan vinden”. Ik bedoel daarmee dat niemand twijfelde aan het feit dat onze motoren mooi waren en de prestaties misschien wel de beste waren. Wat betreft de kwaliteit waren er soms klanten die, helaas, soms gelijk hadden. In andere gevallen was het slechts een vooroordeel. Voor de betrouwbaarheid klonk “made in Germany” sterker dan “made in Italy”. Maar in sommige gevallen was het terecht, in andere gevallen niet. We waren als de zalm die tegen de stroom in moest zwemmen.
Dus begonnen we een programma om ons hier volledig op te concentreren. We stelden nieuwe kwaliteitseisen en -controles voor de leveranciers en in de productie op, en we vervingen bijna alle leveranciers. Dit had ook gevolgen voor de inkoopkosten, want als je de beste leverancier neemt, ga je meer betalen. Als je nu naar Bologna komt, zie je dat we bijna evenveel tijd besteden aan het controleren van de motor als aan het assembleren ervan.’
Er zit tegenwoordig veel meer elektronica op motoren waarvan de slijtage of levensduur moeilijker te bepalen is dan bij mechanische onderdelen. Hoe voorkom je dat een Ducatist die een tweedehands Ducati koopt over, laten we zeggen vijf of acht jaar, gaat twijfelen aan de betrouwbaarheid?
‘Dit geldt voor zowel tweedehands als nieuwe motorfietsen. Naast de uitgebreide test, waar ik het net over had, heeft ons serviceteam gezorgd dat je in de My Ducati App alle ontwikkelingen van gewoon en digitaal onderhoud van je motor kunt zien. Dit is ook goed als je de motor wilt verkopen, je kunt het verhaal van je motor laten zien.’
Oké, maar we hebben het over elektronische componenten… Bij mij thuis houden die er soms in één keer mee op. Hoe denk je de betrouwbaarheid vast te houden?
‘Het belangrijkste wat we kunnen doen, is meer testen. Als je vandaag de dag een Ducati, een Panigale of een Multistrada, vergelijkt met vijf jaar geleden, dan is die nu veel complexer. Ondanks dat, zien we dat de storingen nu veel minder zijn.’
De onderdelen worden steeds beter?
‘Ja, zeker.’
De Nederlandse markt is niet zo groot. Hoe belangrijk is die voor jullie?
‘Het is natuurlijk niet zo dat Nederland tot de top-vijf of -zes markten in de wereld behoort, alleen al vanwege de grootte van het land. Maar het is een land waar de passie voor Ducati en motoren groot is. Misschien weten niet veel mensen dit, maar de World Ducati Week is ontstaan door wat de Ducati Club hier al deed!’