Nieuwe BSA?
Nee, aan daadkracht en energie ontbreekt het zakenman Petr-Karel Korous niet. Nadat de historierijke Oost-Duitse MZ-fabriek na de Wende in 1989 failliet ging, komt Korous met nieuwe plannen, initiatieven en geldstromen. Het resultaat is het merk MuZ en het model Skorpion. Een fraai gestileerde motorfiets maar tot spectaculaire verkoopcijfers leidt de 660cc-eencilinder niet. Erger, de bedrijfsverliezen stapelen zich op. Korous laat zich daardoor niet ontmoedigen en komt met een nieuw initiatief: de Kobra, een 850cc-twin. Motorjournalist Alan Cathcart gaat bij de Motorenwerke Zschopau op bezoek om de motor te berijden. Het gaat nog om een prototype met het blok van de Yamaha TDM. De opzet is dat die vervangen wordt door de krachtbron van de Yamaha TRX.
Terug naar toen – 1995 – Deel 1
Onzekerheid is er ook nog over de naam op de tank. Belangrijk natuurlijk voor het imago en de marketing. MZ is een optie, maar Korous is in onderhandeling met de Canadese Aquilini-familie, die de rechten van de naam BSA bezit. Hij ziet graag een herleving van dat Britse begrip, met bijvoorbeeld een modelnaam als de Shooting Star of Gold Star. Aan fantasie en ideeën ontbreekt het niet. Maar naast brainstormen, wordt er ook hard gewerkt. De opzet is dat de eerste exemplaren van de motor al volgend jaar van de lopende band rollen.
Anno 2020 weten we dat het hele project in schoonheid is gestorven. Geen MuZ, geen BSA, we hebben alleen nog de foto’s…
Kookpotten
Beeldend kunstenaar Gerrit de Wilde uit Makkum is een groot fan van aluminium. Hij waardeert het roestvrije metaal zozeer, dat hij besluit zoveel mogelijk ijzer van zijn Yamaha SR500 te vervangen door zijn favoriete materiaal. Een klus die meer dan tien jaar duurt. Voor het rijwielgedeelte schakelt hij hulp van buitenaf in. De bekende framebouwer Nico Bakker neemt dat voor zijn rekening. Voor de achterbrug verzaagt hij het exemplaar van een KTM-crosser. De zijdeksels, koplamp en het voorspatbord bouwt hij na uit de pannen en kookpotten uit de keukens van het Nederlandse leger. De beide tankhelften klopt De Wilde uit platen van 3 millimeter dikte. Zijn toelichting: ‘Dat moest zo dik, omdat je later alle bobbeltjes van de hamer weg moet schuren’. Uit beduidend dikkere stukken aluminium zaagt en vijlt hij de jiffystand, het schakel- en rempedaal, de voetsteunen en de kickstarter. Bij de RDW-keuring is het nog even billen knijpen, want de eencilinder is behoorlijk luidruchtig. ‘Kennelijk resoneert door al dat aluminium het geluid meer, een andere verklaring kan ik niet bedenken’.
Een droom
Op de motorshow van Tokyo toont Honda de Dream 50, een straatlegale en tammere uitgave van de beroemde RC110-fabrieksracer. Honda bouwde die fabrieksracer in 1962. Het kleine eencilindertje heeft vier klepjes en twee bovenliggende nokkenassen. Het exclusieve machientje is bedoeld voor de eigen Japanse markt, maar is ook naar Europese landen gekomen. Niet door officiële import, maar verscheidene handelaars laten zich van hun handigste kant zien. Een aantal wordt weer doorverkocht naar verzamelaars. Zo af en toe wordt een Dream 50 nog weleens te koop aangeboden. Opvallend daarbij is dat er geregeld exemplaren tussen zitten met nul (!) kilometer op de teller. Die hebben zelfs nog nooit olie en benzine mogen ruiken. Jaar in, jaar uit stonden ze te pronken in showrooms en woonkamers.
Misschien nog eens even naar de foto’s bij dit artikel kijken?