Toonaangevende merken in de 50cc-wegraceklasse zijn Van Veen Kreidler, Jamathi en Derbi. Maar achter de schermen werken ook andere merken hard om een concurrerend machientje te ontwikkelen. Een van die fabrikanten is het Joegoslavische Tomos. Ja, het merk van de bromfietsen met de hoge sturen. De fabriek staat in Koper, op een steenworp van de grens met Italië. Die nabijheid is de reden waarom een fabrieksteam van Tomos meestrijdt in het Italiaanse 50cc-kampioenschap. Zij doen dat het komende seizoen met een racertje met een bijzonder rijwielgedeelte. Dat is namelijk een monocoque-frame gemaakt van polyester. Het weegt slechts zeven kilo en bestaat uit twee in de lengterichting gedeelde helften, die aan elkaar ‘geplakt’ zijn. Een deel van het frame is tevens de tank, die negen liter benzine kan bevatten.
In het aparte frame hangt een 50cc-tweetaktblokje. Dat heeft zes versnellingen, waterkoeling en een roterende inlaat. Een gulzige 27mm-Dell’Orto-carburateur zorgt voor de ademhaling. Opmerkelijk: het blokje heeft geen elektronische ontsteking, maar accubobine-ontsteking met gewone contactpuntjes. Er is voor het ontwikkelingsteam nog wel wat werk aan de winkel, want het doel met het machientje is 15,5 pk bij 15.500 tpm.
Brede ribbenkast
Het is druk op de motortentoonstelling van Milaan. De Italiaanse motorindustrie floreert door de goedlopende modellen van merken als Moto Guzzi, Laverda, Moto Morini, Benelli en Aermacchi. Maar ook de fabrikanten van sportmachines profiteren van de grote belangstelling. Eén van hen is Aspes, een kleine onderneming uit het stadje Gallarate in het noorden van Italië. Op de tentoonstelling presenteren zij hun 125cc-wegracer. Een tweetakt, die vooral opvalt door de enorme koelribben op de cilinder en cilinderkop. Die zijn 22 cm in de lengterichting en maar liefst 31 cm breed. Een brede ribbenkast dus. En is dat opvallende blok ook tot knappe prestaties in staat? Jazeker, 22 pk bij 9.600 tpm. Knap en… koeling genoeg, de kans op een vastloper is te verwaarlozen.
Ouderwets stoombootje
Het is het symbool van Moto Guzzi, de Falcone-eencilinder. Al vanaf 1950 staat de motorfiets in de verkooplijsten. Geen snelheidsduivel maar een deftige toerfiets, die opvalt door zijn klassiek ogende techniek. Opvallendste kenmerk: het liggende eencilinderblok met z’n enorme uitwendige vliegwiel.
Van het model verschijnen ook speciale leger-, post- en politie-uitvoeringen, maar in 1967 stopt Guzzi met de productie van de eencilinder. Gelukkig… in 1971 verschijnt een opvolger: de Nuovo Falcone.
Terug naar toen – 1946: Zweefzadel
In een rijindruk ervaart de MOTOR-redactie de charmes van de nieuweling. Een comfortabele zitpositie en een soepel, rustgevend motorblok dat de aandacht van omstanders trekt: ‘Vooral toen de machine met 600-800 tpm stationair stond te draaien, daarbij ongeveer het geluid van een ouderwets stoombootje producerend!’. Verwacht trouwens geen uitzonderlijke prestaties van de 500 cc. Met zijn 27 pk bij 4.800 tpm houdt hij van statig paraderen. De Nuovo Falcone is net als zijn voorloper sober uitgevoerd. De enige luxe zijn een kilometer- en toerenteller en vier controlelampjes. Ook gebleven is het enorme vliegwiel aan de linkerkant van de motor. Maar dat is nu wel verhuld door een groot en opvallend deksel. Dat maakt buitenstaanders nieuwsgierig: wat zou erachter zitten?