donderdag 21 november 2024

Genieten in de Eifel met een Royal Enfield Continental GT 650

Uren achter elkaar op zo’n hippe retrofiets? Dat is vast zwoegen, een recept voor een houten kont en kramp van je enkels tot aan je oren. Toch? Of niet? Tijd om dat eens te testen tijdens een weekendje naar de Eifel met een Royal Enfield Continental GT 650.

Ik heb de kleinste. Het blijft als man een lullige constatering. Toch kan ik niet anders concluderen bij ons verzamelpunt naast een drukbezochte pomp vlakbij Zaltbommel. Dat ik de bescheiden bemeten Royal Enfield Continental GT 650 direct naast een kolossale BMW R18 parkeer, maakt het er niet beter op. Mijn tweede, meer subjectieve, bevinding is dat ik desondanks wel de mooiste heb. Kijk eens goed naar die ranke retrotank met klassiek two-tone spuitwerk en gouden bies met die klassiek ogende 650-twin in vol ornaat in een buizenframe. Prachtig. Mijn reisgenoten zijn voorzien van machines die je van nature wat meer associeert met het verslinden van kilometers. Een dikke Duitse cruiser dus, twee toermotoren en een oerdegelijke allroad. Alle rijkelijk voorzien van koffers. Tsja, waar mijn zadel eindigt, zit, nou ja, gewoon het einde van mijn zadel. Gelukkig kreeg ik alles mee in mijn rugzak.

Van Bologna naar de Poolcirkel en terug

Ik maak kennis met de heren, waarvan ik dan nog alleen fotograaf Jacco ken. Allemaal aardige gasten. Broodje, bakkie en dan vertrekken we. Over eventuele rijmodi of andere digitale assistentie hoef ik niet na te denken. De GT heeft, los van instelbare twinshocks achter, geen instelmogelijkheden. Old skool overzichtelijk zullen we maar zeggen.

We rijden eerst een flink stuk snelweg. Geen issue op de Continental GT. De staande 650-twin is dan ook het zwaarste blok dat uit de Indiase fabrieken komt rollen. Bij 4.500 toeren rijd je ongeveer 110 km/u. Het blok heeft dan nog zat over. Toch een heel verschil met de lichtere Royal Enfields. Wanneer we na vele kilometers saai asfalt de grens naderen, geeft huisfotograaf Jacco zijn TomTom de opdracht om de snelwegen te verlaten. Daarna gaat de route door boerenland en -dorp. Het schiet alleen niet heel erg op zo. We besluiten toch de Autobahn te pakken. Planken dus. Ik draai – uit journalistiek oogpunt uiteraard – het gas tegen de stuit met mijn borst op de tank en de helm strak achter de twee klokken. Bij 170 stopt de naald van de snelheidsmeter abrupt. De boel is duidelijk digitaal begrensd, want de twin was er tot mijn verbazing overduidelijk nog niet klaar mee. Nou ja, deze café-racer haalt dus lachend ‘the ton’, ofwel 100 mijl per uur.

Dieper de Eifel in

Hoe dichter we bij onze bestemming komen, hoe dieper we de Eifel in gaan en hoe mooier de omgeving wordt. Bij een langzaam invallende schemering parkeren we de motoren vrijdagavond bij het uitermate Duitse Kurparkhotel in het dorpje Schleiden. Status van de billen: prima. Status polsen en knieën: goed. Status nek en schouders: uiterst bedroevend. Noem me een mietje, maar uren achtereen in het zadel met een rugzak om eist toch zijn tol. Gedeelde smart blijkt dan weer halve smart, want ik ben niet de enige met een stijve nek. Nadat iedereen zijn gerieflijke kamer heeft betrokken, is het tijd voor een hapje eten. Veel keus is er nu even niet. De enige zaak die de deuren op dat moment open heeft, is het ‘Grill haus’, ofwel een goed uitgeruste shoarmatent. De andere lokale etablissementen zijn nog dicht als gevolg van de ‘hochwasserkatastrophe’ die dit gebied in juli 2021 trof. Deze regio draagt nog duidelijk de littekens van deze ramp.

Dat ondervinden we ook de volgende dag. Jacco tikt op zijn TomTom een mooie route in. Die blijkt in de praktijk vooral mooie omwegen op te leveren. Veel wegen zijn nog afgesloten door waterschade. Hier en daar zien we stille getuigen van de verwoestende kracht van het water, zoals een kapotte en met rommel uitpuilende Opel Zafira, die midden in een weiland dienstdoet als vuilcontainer.

Vele, vele bochten

Dat we moet omrijden is dan weer geen ramp, want de omgeving en het weer zijn beide prachtig. Vanaf het fijne zadel van de ‘Conti’ ben ik echt aan het genieten van het landschap met zijn hoogteverschillen, vergezichten en de vele, vele bochten die de Eifel rijk is. Nog een ding over dat zadel trouwens: ik weet niet wat voor soort kunstleer daar op zit, maar het heeft bijzonder veel grip. Van glijden is geen sprake. Chapeau! En het ongemak dat ik gisteravond in nek en schouders had, is weg. Zonder rugzak rijdt ook wel wat fijner.

We doen het op deze mooie wegen overwegend rustig aan. Soms iets te rustig naar mijn smaak, want al die prachtige bochten mogen van mij wel op wat meer enthousiasme rekenen. Wanneer we moeten omkeren bij alweer een wegafsluiting, zie ik kans om de Royal Enfield de sporen te geven. Hier rijdt vrijwel niemand en we moeten terug over een prachtige brede slingerweg. Met het gas erop en een grijs op mijn gezicht schiet ik voorrijder Jacco voorbij.

Oprecht genieten

Man, wat is het toch leuk om een ‘lichtere’ motor de sporen te geven. Zonder meteen lijf en leden te riskeren kun je de 47 pk onder je benutten. De Continental GT voelt wendbaar, voorspelbaar en blijft heel mooi op zijn lijn. Ik ben hier oprecht aan het genieten van het samenspel van sturen, schakelen, gasgeven en remmen, waarbij de iets sportievere zit helemaal tot zijn recht komt. Met als soundtrack een ronkende twin. Heerlijk. De enkele schijf voor met Bybre-zuiger remt verrassend goed en met gevoel.

Ik was vooraf ook benieuwd naar hoe de Easy Cruz-banden CEAT zich zouden houden. De keuze voor dit (in onze contreien) nogal onbekende Indiase merk is vanuit marketingstandpunt denk ik niet de beste geweest van Royal Enfield. Een oud-Hollandsche wijsheid zegt niet voor niks: ‘Wat den boer niet kent, dat rijdt hij niet’. Of zoiets. Ik heb er alleen onder droge omstandigheden mee gereden en dan vind ik deze banden niet slecht, maar ook niet fantastisch. Je kunt er tot op zekere hoogte flink mee doorjakkeren en ik weet vrij zeker dat die zekere hoogte hoger ligt dan hoe de gemiddelde eigenaar ermee zal rijden. Wel miste ik wat feedback op hogere hellingshoeken in snellere bochten. Lang verhaal kort: ik vermoed dat de al prima sturende Continental GT 650 nog beter zal sturen met een rubber upgrade, maar per se noodzakelijk is zo’n upgrade echt niet.

Toerisme Sierra Nevada: Zo ver, zo goed

Even gedoe

Waar deze specifieke Royal Enfield 650 wat punten liet liggen is op het gebied van de elektra (andere modellen waar ik eerder op reed hadden dit niet). Eenmaal viel de motor uit. Rijdend welteverstaan. Gelukkig gebeurde dat op een plek waar ik gelijk even aan de kant kon, maar toch. Contact even uit en aan, en toen deed-ie het weer. En nee, ik had niet per ongeluk de dodemansknop omgezet. Daarna bleef het even gedoe met aanzetten en starten, want twee keer gingen de klokken op zwart, nadat ik het contact aanzette na een tankbeurt. Dat gebeurde allemaal op vrijdag, binnen een tijdspanne van zo’n anderhalf uur. Daarna kwam het niet meer voor. Vocht, los contactje? Geen idee. De eenvoudige digitale benzinemeter liet de ene keer te veel en de andere keer overduidelijk te weinig blokjes zien. Dit euvel was niet constant, want hele stukken ging het dan ineens weer wel goed. Nou ja, dat zijn van die dingen die je onder garantie kunt laten verhelpen zullen we maar zeggen. Scheelt dat je bij een nieuwe Royal Enfield drie jaar garantie krijgt.

Veel bekijks

Dat deze charmante motorfiets de aandacht trekt, was ook duidelijk te merken. Naast veel bekijks kreeg ik tijdens deze trip twee keer de vraag of ik ’m zelf gerestaureerd had. Oké, dat waren natuurlijk geen connaisseurs, maar toch. De Continental GT is dus een visueel overtuigende en bovendien een heel goed handelbare en rijdbare retro. En we passen ook gewoon goed bij elkaar, vind ik zelf. Menigmaal wanneer ik onze gezamenlijke reflectie zag in een Duits winkelraam dacht ik onbeschaamd ijdel: ‘Dat ziet er goed uit’.

Aan het einde van de tweede dag, waarin we in bijzonder rustige dorpjes voor weinig euro’s onze versnaperingen scoorden, strijken we weer neer op het terras bij het Grill Haus. Ik voel geen fysiek ongemak meer van het rijden en haal om te beginnen een rondje drankjes. Drie koele halve liters Bitburger en twee cola. Kosten? Nog geen tien euro. Tsja, alleen al om de horecaprijzen zou ik een keer teruggaan.

Trouwe metgezel

Zondag gaan we huiswaarts en gaat de rugzak weer om. Nek en schouders protesteren niet meer. Was dus toch gewoon even wennen. Na een relaxed koffie- en fotomomentje aan de rand van de Rursee bij Simmerath parkeren we de motoren bij het oude centrum van Monschau. Het is hier soms zo ‘over the top’ pittoresk dat je je bijna in een Amerikaans themapark waant. Ik neem het allemaal nog even goed in me op en geniet van de omgeving, het gezelschap, mijn alcoholvrije pils en een currywurst.

We splitsen op en de weg terug rijd ik grotendeels alleen over Nederlandse snelwegen. De Royal Enfield voelt na drie dagen als een trouwe metgezel, waar ik niet graag afscheid van neem. Na een goede duizend kilometer in drie dagen stap ik thuis af van deze retro-bike. Zonder een houten kont, zonder kramp van mijn enkels tot aan mijn oren. Het kan dus gewoon!

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen