Voor de meesten geldt: met de winter in het land, gaat de motor in het garagepand. Want zoutaanslag en gladde wegen vermijden we liever. Gelukkig zijn er opties om ook in de winter je motorskills op pijl te houden. In het Edirt Park in Mechelen (België) kun je zelfs nieuwe rijtechnieken leren. En als het een beetje meezit, kom je zelfs van de grond!
Fotografie: Bert Claes
Spoiler alert! Het Edirt Park is een absolute aanrader. Maar we starten bij het begin, want wat doe je op een druilerige, ijskoude winterdag als je net naar je motor in de garage gekeken hebt en de zin er weer is? Edirt Park in Mechelen, België dus. Dat ligt op nog geen uur ten zuiden van Breda, dus je zult er niet alleen Belgen aantreffen. In een grote loods heeft Edirt Park een offroadparcours in elkaar geknutseld, met een brug, sprongen en bochten met banking. Een soort motorcross-circuit, maar dan in het klein. Ondanks het vele aangestampte zand, ligt de piste er verzorgd bij, met voldoende verlichting en een leuke ruimte om iets te drinken of een klein hapje te eten.
Reportage: op één tank met de Kawasaki Z400 en Ninja 400 naar Renesse en terug
Net als in een karting betaal je voor sessies van 10 minuten. Dat lijkt niet lang, maar zoals later blijkt, sta je nadien stijf van het zweet. De prijs is wel stevig: 22 euro, maar per sessie wordt het goedkoper. Twee sessies kosten 39,50 euro en drie 54 euro. Tel daar nog wat drankjes bij op en het verplichte, jaarlijkse lidmaatschapsgeld van 5 euro en je bent behoorlijk wat geld kwijt. Maar as je het vergelijkt met een dagje motorrijden, kost het je wellicht evenveel aan benzine, eten, drank…
Motor of mountainbike?
Tijd voor de eerste sessie. Jelle en ik staan te popelen, maar we moeten eerst nog beschermende kledij aandoen die ‘gratis’ ter beschikking gesteld wordt. Dat is niet alleen veilig voor je lichaam, maar geeft je ook een mentale veiligheidsboost waardoor je net wat meer durft. De machines waarop gereden wordt zijn Sur-Ron e-bikes. Elektrische tweewielers die een mix zijn van een mountainbike en een crossmotor. Ze zijn goed voor 45 km/u. Die topsnelheid is puur voor in het achterhoofd, want op het parcours kom je daar echt niet aan. Met een gewicht van 47 kg voelen ze meer aan als een fiets dan een motorfiets. Maar vergis je niet; de elektromotor levert 39Nm-koppel. Interessant is ook dat de opbouw helemaal is zoals die van een motor, met een aluminium frame, telescoop voor- en een monoshock achteraan. De wielen meten 19 inch en zijn uitgerust met schijfremmen en gravelbanden.
De besturing van de Sur-Rons behoeft weinig uitleg. Je hebt een gashendel en een voor- en achterrem. Dat is het. De rijmodus is instelbaar, maar die knop zit onder het comfortabele zadel verwerkt om afleiding te voorkomen.
Alle begin is moeilijk
Vol goede moed starten we aan onze sessie, om na exact twee bochten al in het decor te hangen. De bochten met banking ben ik nog niet gewend, waardoor ik te weinig inleun en rechtdoor ‘op’ de bocht terechtkwam. Jelle giert het uit van het lachen. Hoorbaar, want het zijn elektrische motoren. Extra pijnlijk. Ik zet de achtervolging in en klamp bij hem aan op enkele meters afstand. We zijn allebei nog duidelijk aan het zoeken. Als de eerste ronde bijna voorbij is, krijgen we de keuze tussen de makkelijke of de moeilijke weg. Stoer als we zijn kiezen we de… makkelijke weg. Er eerst nog wat aan wennen. Dat gaat echter in zo’n rap tempo dat we tijdens de tweede ronde al van de grond komen op de jumps. Enkel met het voorwiel, oké, maar het vertrouwen groeit en gaan we voor de moeilijke weg. Daar krijg je een technische sprong- en bochtencombinatie voorgeschoteld, gevolgd door een zeer steile klim en afdaling over de houten brug. Die lijkt wat angstaanjagend als je er de eerste keer over rijdt, maar is goed te nemen als je er wat durf tegenaan gooit. Na de brug gaat de moeilijke route over in het normale traject. Op naar ronde 3!
Drijfnat van het zweet
We beginnen beter en beter te snappen hoe we moeten rijden en hoe het parcours is opgebouwd. We beginnen wat te spelen, een beetje later remmen hier, wat sneller door de bocht daar, wat hoger van de grond op de jumps… Maar we zitten nog niet helemaal in de flow. De rest van de eerste sessie leven we ons lekker uit en wisselen regelmatig van positie. Na 10 minuten worden we afgevlagd en merken we pas hoezeer we zweten. Onze T-shirts zijn drijfnat, ondanks dat het niet heel warm is in de loods. Je bent je dan ook continu aan het concentreren en voert bewegingen uit die je niet gewoon bent om iedere dag te doen. Het fysieke aspect is zeker niet te onderschatten, en maakt het uiteraard alleen maar leuker.
We verdampen wat zweet, terwijl we nieuwe vloeistof naar binnen gieten. Jelle is al even enthousiast als mij. We praten na over iedere bocht, waar het hoogst gesprongen kan worden en waar we wat sneller willen zijn. Ook bij fotograaf Bert begint het te kriebelen. Dat is ook het mooie aan het Edirt Park, want je hoeft geen motorrijbewijs te hebben om er te mogen rijden.
Lichaam in de strijd
We zijn nog niet opgedroogd en de spieren zijn nog warm, dus tijd voor sessie 2. Meteen vliegen we erin alsof we hier al tientallen keren geweest zijn. Het tempo ligt nu duidelijk hoger en de durf-factor is ook met een aantal procenten gestegen. De bochten met banking verlopen sneller, de kleine jumps worden met twee wielen van de grond zwevend genomen. Geweldig! Nu die grote jump met plateau nog zien te overbruggen. Ronde na ronde pushen we harder, braaf in elkaars spoor blijvend, en proberen we de laatste bocht voor die grote jump zo goed en snel mogelijk uit te accelereren. Deze keer gaat het lukken! Jammer, net niet. Veel harder kunnen we niet meer aankomen aan de jump, dus moeten we ons lichaam ook in de strijd gooien. Bij de volgende doorkomst proberen we zo veel mogelijk mee te bewegen om zo ver en zo hoog mogelijk te springen. Het werkt! Nog een aantal keer oefenen en we maken de sprong in één grote, vloeiende beweging. De klok tikt echter, waardoor we nog maar twee ronden kunnen rijden alvorens onze tweede en ook laatste sessie erop zit. Dan maak ik een kleine fout en verlies snelheid voor de jump. Jelle’s linkerhand gaat voor me de lucht in. ‘Gelukt!’, schreeuwt hij het uit. Ik zie zijn blijdschap bijna door zijn helm. Nu ik nog. Kom op, dit moet lukken. De laatste ronde. Alles of niets. Ik heb een perfecte aanloop voor de jump, beweeg mee op de beste manier die ik fysiek aankan en… land boterzacht op de plek waar het hoort. Yes! Extase. Wat een fantastisch gevoel. Het stelt allemaal niets voor, maar de voldoening is enorm. Alsof je net het beste nieuws ter wereld hebt gehoord. In de pitstraat geven we elkaar een high five en praten vol enthousiasme. Nooit gedacht dat aan het einde van de dag hier zo vurig zouden staan.
Conclusie
Je leest het dikwijls op websites van plaatsen waar je een actiesport kunt uitoefenen: ‘Ben je op zoek naar ware sensaties en wil je de adrenaline door je lijf voelen gieren? Boek dan nu bij…’ In de meeste gevallen word je dan warm gemaakt voor een lauw hapje, waardoor je teleurgesteld weer naar huis keert. In het geval van het Edirt Park wordt aan alle verwachtingen voldaan. Het is toegankelijk voor iedereen, dus ook niet-motorrijders. Je zweet je rot, verlegt je grenzen op een veilige manier en je krijgt er een enorme kick van. Jammer van die hoge prijs, maar om het een keer te proberen met wat vrienden is het die zeker waard. Nu maar hopen dat je er niet verslaafd aan raakt, want dan moet je weer thuiskomen met de woorden: ‘Euh poppie, ik heb een nieuwe hobby…’