zondag 24 november 2024

Reportage Brussel – Dakar II: onverwachte obstakels vormen het grote gevaar

Een mens moet wat. Nadat we vorig jaar met de Kawasaki Versys 1000 SE 15 landen in één dag deden en een wereldrecord vestigden, stonden rijder en motor sinds enige tijd in de Motor.NL-garage stof te vergaren. Een nieuwe uitdaging drong zich op. Waarom niet eens met de Versys naar Dakar rijden? ‘Adventure Calling’ was bij de lancering van Kawasaki’s asfalt-georiënteerde adventure toch de slagzin? Dan moet het ultieme avontuur in de voetsporen van de moeder aller rally’s toch lukken?

Dakar is de droombestemming voor menig adventure-motorrijder. Wie zich waagt aan dit avontuur, kiest meestal voor een extreme offroad-adventure motor. Maar is dat wel de beste keuze? Speelt het comfort van een meer asfalt-gerichte motor niet net zo goed een rol bij een uitputtingsslag? En kun je überhaupt met een wegmotor naar de aankomstplaats van de moeder aller rally’s rijden? Door met de Versys 1000 SE richting Dakar te trekken, zochten we het antwoord op die vraag.

Nou was de Versys 1000 SE niet helemaal standaard. Valbeugels, andere voetsteunen, radiatorbescherming, een bodemplaat en een alu-kofferset waren detailaanpassingen die het verschil konden maken. En dat misschien ook wel deden, want, spoiler alert, de Versys 1000 SE bracht ons wel degelijk van Brussel naar Dakar. Wat meer is, de motor deed dat zonder ook maar het minste probleem. De rijder daarentegen… Ach, dat is een ander verhaal.

Europees opwarmertje

Het viel te verwachten dat de grote uitdaging van de trip niet in het eerste deel van de route zou liggen. Zonder al te veel moeite of haast, ging het in drie dagen tijd van Brussel naar Tarifa – Zuid-Spanje. Met een opwarmertje op de grindwegen in de buurt van Andorra, een eerste test voor de Versys en meteen al een bevestiging van wat we eerder al vermoedden: de Versys kan ook wat onverhard aan. Met de weg-georiënteerde Bridgestone A41 was los zand uit den boze, maar daar heb je in de Pyreneeën alvast weinig last van. Het lage zwaartepunt en een geometrie die je ook toelaat rechtop te staan zonder ’s avonds naar de fysiotherapeut te moeten hollen, bieden niet alleen de nodige controle, maar ook het broodnodige zelfvertrouwen.

Dat laatste is mooi meegenomen als je Afrika in duikt. Grenscontroles zijn steeds een tijdrovend spelletje, maar gelukkig verloren we bij elke grenscontrole alleen maar tijd en geen geld. Geen fooien, geen euro’s in de paspoorten of bij een handdruk aan de douaniers: als er nog corruptie aan de grenzen is, dan viel daar nu alvast niets van te merken. Alvast één drempel die recent wat lager kwam te liggen. Goed om weten indien je persoonlijke plannen in die richting hebt…

Reportage Brussel – Dakar I: van recordmotor tot woestijnrat

Traject kiezen

Voor vele Dakaristen in spe is de haalbaarheid van het traject een andere potentiële hindernis. Het is wat het is: namelijk Afrika. Uiteindelijk heb je vaak de keuze tussen verschillende routes of opties. Makkelijk wordt het nooit, haalbaar is het altijd.

Getuige daarvan: het absolute minimum aan problemen waar we tegenaan liepen. Het eerste deel in Afrika is meteen ook het minst uitdagende. Alhoewel: het oversteken van het machtige Atlasgebergte bestempelen als een opwarmertje is als het lopen van een marathon afdoen als een lichte training. Het weer kan er erg grillig zijn, de wind is altijd een factor, de temperaturen kunnen er zowel erg hoog als bijzonder laag worden en de pistes zijn technisch uitdagend. Nu kwamen we gaandeweg wel tot de vaststelling dat het rijden op pistes al met al vlot ging, zolang er maar geen sprake was van los zand. Dat is vooral een dingetje in het uiterste zuidoosten van Marokko, dus reden wij na de oversteek van de Atlas via Ouarzazate naar Zagora om via het Iriki National Park naar Agadir te stuiven. We kregen meer stenen onder de wielen dan je voor mogelijk houdt, maar slechts af en toe een strook met los zand. Een beetje druk uit de banden laten is dan een goed idee. Je zou kunnen opperen dat het monteren van offroad-banden een nog beter idee is. Maar het idee van de rit was om aan te tonen dat je met een weg-georiënteerde motor en standaard banden dit avontuur aankunt. En welk traject je ook kiest: er zit altijd een stuk asfalt bij. En daar loop je met noppenbanden tegen andere problemen aan. Grip en slijtage zijn dan factoren die een rol spelen. Al bij al was de gekozen set up de beste voor de route die we voor ogen hadden.

Makkelijke pistes?

Het maakte de uitdaging er alleen maar groter op en op sociale media kwam er wel eens het commentaar dat we met deze motor en deze banden hooguit voor wat gemakkelijke pistes zouden kiezen. Maar er liggen weinig gemakkelijke pistes in Afrika. De temperatuur, de staat van de pistes en onverwachte obstakels maken van elke piste een uitdaging. Ook als je met een pure offroad rijdt, zul je toch rekening moeten houden met de beperkingen van je motor. Enkel een 450 enduro met rally-kit begrenst je niet op de pistes die je aankunt. Maar daar rijd je dan weer geen 7.000 km mee zonder een slapende onderrug, nekpijn en tien sets banden. Om maar te zeggen: wij zaten aan het andere eind van het spectrum met nog best wat comfort op de verbindingsstukken en de voordelen van een van de meest veelzijdige motoren op markt.

Uitkijken

De uitdaging bij het rijden in Afrika is zelden de moeilijkheidsgraad van het traject. Je komt er altijd wel op een of andere manier door. Het zijn de onverwachte obstakels die het grote gevaar vormen. En dus is een te groot zelfvertrouwen altijd je grootste vijand. De gedachte dat je alles al eens gedaan hebt en alles aankunt, is een garantie op problemen. Dat werd nog maar eens bewezen bij de oversteek van de Atlas. We vertrokken vanuit Beni Mellal over de Atlas naar Ouarzazate. Wat op kaart een piste was, bleek een recent geasfalteerde weg die de vergelijking met een circuit kan doorstaan. Het gas van de Versys ging voluit, de randjes van de Bridgestones werden mooi glad gereden. Tot… in een bocht het heerlijke asfalt gewoon overging in een piste. Onder hellingshoek op grind komen, is nooit goed. Maar met juiste reflexen en wat geluk hielden we de motor overeind en het idee van ‘dit loopt wel los’ was meteen uit ons hoofd verdwenen. Het bleek dat na de aardbeving van vorig jaar nieuwe wegen zijn aangelegd. Alleen… die zijn nog lang niet overal afgewerkt. Zo ook hier. We reden dus drie uur op een route die afwisselend nieuw asfalt en oude piste was. Zo zie je maar.

Het echte werk

Als je over de Atlas bent, begint het echte werk. Ouarzazate en Zagora zijn de poorten naar de woestijn en dus krijg je de hogere temperaturen, eindeloze pistes en een adembenemend landschap. Voor wie van de woestijn houdt, wordt het niet mooier dan dit. Op deze pistes en wegen lijkt alles hetzelfde en toch is elke kilometer anders. Terwijl je langs de Marokkaanse kust soms dezelfde toeristen tegenkomt als pakweg in Spanje of Griekenland, zie je hier enkel de plaatselijke bevolking en avonturiers. Zelfs koppels die hier met de camper komen, zijn van het avontuurlijke soort. De kameel die tien meter voor we passeerden nog besloot de piste over te steken, was dat ook.

Ondertussen was het ook duidelijk dat de Kawasaki Versys 1000 dit werk echt wel aankan. Oké, het wordt nooit een concurrent voor de rallymotoren van deze wereld, maar we zaten dan ook niet in een rally. De pistes waren dan wel ruw en hobbelig, maar er was weinig los zand. En dat ging vlot. Op de asfaltstukken kwamen de tourkwaliteiten dan weer boven met een heerlijk blok, vlotte quickshifter en de juiste geometrie. Dat speelde al een rol bij dat wereldrecord van vorig jaar en het bleek ook erg nuttig als je 7.000 km naar Dakar wilt rijden.

Van Zagora ging het in een boog langs het Iriki National Park met een gigantisch uitgedroogd meer om uiteindelijk de oceaan te bereiken in Agadir. De plek bij uitstek voor de eerste en enige rustdag van de trip. Je mag Agadir gerust als het Las Vegas van Marokko bestempelen, er zijn alleen wat minder fast food-ketens. Nog vermoeider dan we aangekomen waren, begonnen we dus na de rustdag aan het tweede deel van de trip.

Foto’s: Yassin Benberka en Motorsportspics

Thierry Sarasyn
Thierry Sarasyn
Thierry Sarasyn is al jarenlang actief in de motorbranche als journalist in België. Hij is vooral bekend als oprichter van de online site motornieuws.be en hoofdredacteur van Motor Magazine België.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen