Wat je krijgt als je het verrukkelijke kuipwerk van de Superveloce 800 drapeert over het onderstel van de Brutale 1000 RR? Dat wilde MV Agusta weleens weten. Het resultaat is de razendknappe Superveloce 1000 Serie Oro. Inclusief enkelzijdige swingarm, vierdubbele uitlaatdemper en een lading carbon waar het huidige wielerpeloton jaloers op is. Een echte schoonheid, zoals ze die alleen maar bij MV Agusta kunnen maken. Of is de Triumph Speed Triple 1200 RR misschien meer je ding? Die vaart in hetzelfde ‘retro-racer met supermoderne techniek’-water, is wat minder gekuipt en dé uitverkoren uitdager voor MV’s nieuwste.
Marathonmotor KTM 1290 Super Duke GT: probleemloze brute kracht
Motorisch
Een nieuwe telg dus voor de Superveloce-familie, die al bestaat uit de eveneens verrukkelijke Superveloce 800, en die meteen al de toevoeging ‘Serie Oro’ achter z’n naam krijgt. Dat wijst in de richting van een gelimiteerde editie. De 1000-versie krijgt de 998cc-vier-in-lijn uit de Brutale 1000 RR. Die zet een ronduit indrukwekkende 208 pk en 116,5 Nm neer. Mik je er de racekit onder, dan loopt het vermogen op tot 212 pk. Bam! De uitlaatlijn ging opnieuw op de tekentafel, waarbij de Superveloce vier dempers onder de kont kreeg – net zoals de iconische F4 van weleer. Om al dat geweld in bedwang te houden, krijgt de Superveloce 1000 Serie Oro een up/down quickshifter met autoblipper aan boord, evenals een IMU, bochten-ABS, uitschakelbare traction control en wheelie control.
Een onbegonnen zaak voor de Triumph Speed Triple 1200 RR? Niet helemaal, want die zijn driecilinder levert een eveneens verrukkelijke 180 pk en 125 Nm. Minder pk’s, maar wel meer koppel. En onderschat zeker het potentieel van de soepele driecilinder niet. Verder is ook de Triumph uitgerust met een up/down quickshifter en alle mogelijke elektronica die ook op de MV Agusta zitten.
Rijwielgedeelte
Naast de krachtbron neemt de Superveloce 1000 Serie Oro ook het chroommolybdeen trellisframe over van de Brutale 1000 RR, inclusief de enkelzijdige aluminium achterbrug. Vooraan steunt het geheel op een volledig instelbare, semi-actieve Öhlins Nix EC-vork, achteraan zorgt een elektronisch gestuurde Öhlins EC TTX-monoshock voor de afvering. Zelfs de Öhlins-stuurdemper heeft elektronische sturing. Brembo levert met z’n radiaal gemonteerde Stylema Monoblocs de nodige remkracht. In de tank past 16 liter, onder je billen meet je 845 mm tot aan de aardkorst, terwijl het geheel (droog) afklokt op 194 kg.
De Speed Triple 1200 RR stelt daar tegenover: een aluminium dubbel buizenframe met aluminium subframe, semi-actieve en elektronisch instelbare Öhlins Smart EC 2.0-vering, dezelfde Brembo Stylema’s, een tankinhoud van 15,5 liter, een zithoogte van 830 mm en een rijklaargewicht van 199 kg.
Uitrusting
Achter het elegante kuipwerk van de Superveloce 1000 gaat een 5,5-inch tft-schermpje schuil, dat voor 2023 een fikse update krijgt – zowel qua functies als qua graphics. De bediening ervan is toevertrouwd aan verlichte knoppen aan de linkerstuurhelft en de connectiviteit is verzekerd via de MV Ride-app. Dankzij carbon afdekkappen rond de remschijven lijken die wel op de trommelremmen van weleer, maar ze hebben meer dan louter een esthetische functie. Zo helpen ze onder meer bij het koelen van de remklauwen. De forse winglets genereren bovendien bijna 40 kg downforce bij 320 km/u. Probeer jij het even voor ons uit?
Over naar de Triumph, want die heeft ook een tft-schermpje, maar doet het wel zonder winglets. In onze ogen een elegantere oplossing, maar de exemplaren op de MV passen wonderwel op het wat extremere uiterlijk. Het mag duidelijk zijn dat beide concurrenten elkaar niet veel ontlopen. Het grootste verschil zal in de prijs zitten. Triumph vraagt een niet malse 23.250 euro voor de Speed Triple 1200 RR. Dat de MV Agusta Superveloce 1000 nog een stuk duurder wordt, kunnen we afleiden uit de prijs van de Brutale 1000 RR. Die tikt namelijk al af op 38.900 euro. Reken dus op dik 40.000 euro voor de Superveloce. Dat doet pijn…