donderdag 21 november 2024

Kampeersnol: van soete snol tot lichtekooi – Aparte plaatsnamen

Ik weet het nog goed. Zomer ’69. Het jaar van mijn afstuderen. De tijd van Shocking Blue, ‘…and Venus was her name…’ Elke keer dat Radio Veronica het uitzond, veerde de hele camping op. Texel. Eiland van duinen, strand, zon en zee. En van gewillige meisjes.

Fotografie: Paul Vreuls

Nou ja, daar droomde je van. Want kluns die ik was, bedorven door de benepen seksuele moraal binnen de katholieke kerk, wist ik totaal niet hoe aan te pappen met het andere geslacht. Integendeel, ik schrok me rot als een chick – zo heette dat toen – naar me glimlachte. In plaats van op haar af te stappen maakte ik me uit de voeten. Ellende.

Alles kwam weer boven toen in het kader van deze serie scabreuze plaatsen de naam Kampeersnol bovenkwam, nota bene op Texel. Kampeersnol… dus zo noemden ze die gewillige meisjes toen, ik vat hem. En jongens, die er wel pap van lustten, kampeerlullen, stel ik me zo voor, maar die term als plaatsnaam komen we dan weer niet tegen. ‘This is a man’s man’s world’, zong James Brown al, en dat is het.

Natuurlijk rijden we af naar Texel. Kampeersnol, dat wil ik zien. We maken er een weekend van, compleet met overnachting in Den Burg en een fikse strandwandeling. De overtocht kost niks, elf euro vice versa, voor de motor, berijder én passagier. En op het eiland kunnen we een rondje doen, helemaal naar het noorden en weer terug – 75 kilometer snorren. De beste herinnering bewaren we aan dat korte stukje over de Jan Ayeslag, naar Paal 12. Heerlijk zwieren, nu eens lichtjes op, dan weer neer en met van die luie bochten. Lekker. Alleen het Strandpaviljoen viel een beetje tegen…

Dagjesmensen

Het valt nog niet mee Kampeersnol te vinden. ‘Nooit van gehoord’, zegt een man op een parkeerplaats ergens in de Westerduinen. ‘De Fonteinsnol ken ik wel, tenminste, als je bedoelt de Fonteins-nol. De Fontein-snol is weer heel wat anders.’ Uiteindelijk belanden we bij restaurant Turfveld, een eenvoudige uitspanning onder de loeiende dennen, met fel gekleurd speelgoed in de zandbak en op het terras oudere echtparen die hun elektrische fietsen aan de kant hebben gezet voor een kop koffie in de zon.

Binnen trek ik de stoute schoenen aan en vraag langs mijn neus weg waar we Kampeersnol kunnen vinden. De wat oudere vrouw achter de toonbank, met mooi opgestoken haar en twee felrode wondjes op haar wang, geeft geen krimp. Nee, dat weet ze niet want ze speelt de vraag door naar haar collega, een veel jongere vrouw die een gebaar maakt. ’Hier, om de hoek, het pad op naar boven.’ ‘U heeft het niet zo op die term Kampeersnol’, proberen we nog waarop de oudere vrouw zegt: ‘Ach, er zijn zoveel nollen. De Fonteinsnol, Ockesnol, Bertusnol…’

Omdat we niet verder durven vragen – wat betekent Kampeersnol, waarom heet het zo, stikt het hier om de hoek van de gewillige meisjes – laten we het bij een bestelling van een paar broodjes en ‘nee, die brengen we niet naar het terras’, laat het jonge ding weten, ‘u moet ze zelf meenemen.’ Dat is tot daar aan toe, maar als we even later de broodjes onder ogen krijgen, van de meest lusteloze soort, zonder boter en liefdeloos belegd met een plak kaas en een plak ham, weten we weer onze plaats. Die van dagjesmensen die op het toeristische Texel niet mogen rekenen op al te veel compassie.

Dodelijk

Wat Kampeersnol ook moge betekenen en hoe hij ook aan zijn naam moge komen, één ding is zeker: het uitzicht is prachtig. Eenmaal boven genieten we van weidse vergezichten, over de ruig begroeide duinen richting zee – zo goed als onzichtbaar, maar een diepe, oneindige ruis verraadt zijn aanwezigheid. In gedachten hoor ik de laatste noten uit Das Lied von der Erde, van Gustav Mahler: ‘…und ewig Blauen licht die Fernen! Ewig… ewig…’ Kampeerders laten zich intussen niet zien, laat staan snollen. Wel een ouder echtpaar dat tevergeefs helpt mijn bril te zoeken die nu ergens op Kampeersnol rondslingert.

Natuurlijk bezoeken we ook de Fonteinsnol, maar die háált het niet bij de Kampeersnol, ondanks de uitkijktoren die ze erop hebben gezet. Vanuit de hoogte zie ik vader en zoontje van hooguit vier het duin beklimmen. De kleine heeft het niet naar zijn zin en even later horen we hem zelfs verzuchten: ‘Ik heb geen leuke dag gehad.’ Een dodelijke opmerking, die doet denken aan het kind van gescheiden ouders dat na pappadag weer bij moeder terugkomt. ‘En, leuke dag gehad?’ Die kleine weet nu al precies hoe hij zijn ouders moet bespelen.

Lull: van pijpkan tot piemel – Aparte plaatsnamen

Vervolgens een tijdje over het eiland gecrost – langs Den Hoorn en Oudeschild, over de Lancasterdijk naar het noorden en vandaar via de binnenduinrand terug. Hoe zuidelijker we komen, hoe beter het wordt, want eerst is daar de Ruigendijk en dan de Randweg en ten slotte de Nattevlakweg waar we rechtsaf slaan, de Jan Ayeslag op, een lekker stukkie dansen op de wielen. We eindigen bij Strandpaviljoen Paal 12 – een prima plek tot het op afrekenen aankomt.

Onnozel

Of de man zijn dag niet heeft, wie zal het zeggen. Maar na wat gedoe over een haperend kassasysteem en een bonnetje dat ik toch graag wil hebben om mijn uitgaven te kunnen verantwoorden, schiet hij ineens uit zijn slof. ‘Nou ben ik er helemaal klaar mee. Hier, je geld terug en ik hoef je nooit meer te zien.’ Onthutst zie ik hoe hij het verschuldigde bedrag weer in mijn handpalm stopt, waarop ik me omdraai en richting uitgang loop. ‘Amateur’, is het enige wat ik nog kan uitbrengen. Wat een armoei.

Gelukkig is daar vriend Thijs, geboren en deels nog woonachtig op Texel, dankzij wie we ’s avonds nog goed terechtkomen. Raaks heet de prachtzaak en daar hoor je bij vertrek nog gewoon ‘dank je wel’. En de volgende dag lunchen we tot volle tevredenheid bij Bries20, in De Koog. Dat we tussendoor overnachten in een B&B in Den Burg zónder ontbijt en ‘met uitzicht op de tuin’, wat bij nader inzien meer lijkt op de luchtplaats van een gevangenis, soit. Tekenend voor Daisy’s dienstbaarheid is haar reactie als we erop wijzen dat voor het raam een gordijn ontbreekt. ‘Dan krijg je de volgende keer de andere kamer. Die hééft geen raam.’ Veel onnozeler wordt het niet.

Thijs hoort mijn verhaal zwijgend aan. Het gebrek aan aandacht voor de klant verbaast hem niks. Zelf komt hij nog maar in een paar zaken op het eiland, de rest laat hij links liggen. En wat Kampeersnol betreft, nee, kent hij niet, nooit van gehoord. Niet van de plek, maar ook niet van kampeer-snollen, ‘dat is voor mij een nieuw woord’. Maar… eh… Thijs, jij bent een jongen van het eiland. Al die meiden, op vakantie, in de zomer… ‘Oh, op die manier. Ja, dat was feest. Vanaf mijn zestiende stond ik achter de bar, in De Koog. Aan het eind van de avond had je dan allemaal, we waren met zijn zessen, briefjes met tentnummers in handen waarmee we naar de camping konden. Prachtig! Op die keer na dat de tenten in verband met een storm waren verplaatst. Maakte je de tent open, zag je ineens allemaal jongensschoenen staan!’

Hoer

Uiteindelijk lost de website van Texelse Irene Maas het raadsel rond Kampeersnol op. Ooit heette dit duin de Jan Klaassennol. Maar toen in de jaren twintig van de vorige eeuw ter plekke steeds meer tentjes verschenen, veranderde de naam in Kampeersnol, met nol in de betekenis van zandheuvel. En dan nog iets. Snol komt van het werkwoord snollen = snoepen en was ooit niet meer dan een koosnaampje voor een kind. Later ging het over op een aantrekkelijke vrouw en dat veranderde in de zeventiende eeuw in minnares of hoer. Wat niet wegneemt dat Vondel in zijn tijd nog over de godin Venus sprak als zijnde een ‘soete snol’.

Een soete snol, in de zomer van ’69…, maar die tijd is

‘voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij’ *

* Uit het gedicht Herinnering van J.C. Bloem

Paul Vreuls
Paul Vreuls
Paul Vreuls is al sinds 1991 zelfstandig journalist. Hij heeft zich gespecialiseerd in cultuurreizen. Paul publiceert geregeld in Promotor, maar ook in Traveler, een gerenommeerd reizenmagazine, en kranten.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen