Na Jack Middelburg is Boet van Dulmen nu als tweede van de Grote Drie van de Nederlandse wegrace in de 500cc-klasse overleden. Resteert alleen nog Wil Hartog. Dit trio zorgde zo’n veertig jaar geleden voor geweldige successen in de koningsklasse van de Grands Prix. Een terugblik op Boets carrière.
Antonius Pius Maria van Dulmen, aanvankelijk Antoon genoemd, werd op 19 april 1948 geboren in Ammerzoden. Anders dan velen destijds dachten was hij geen Brabander maar een Gelderlander. Is het momenteel zo dat coureurs zo jong mogelijk op de motor stappen, in vroegere jaren was dat anders. Men moest eerst een rijbewijs hebben, dus beginnen aan een wegracecarrière zat er voor het achttiende levensjaar niet in. Van Dulmen begon nog veel later, want hij was al 24 toen hij voor het eerst aan een motorrace deelnam. Dat was in zijn eigen woonplaats, waar toen jaarlijks op een stratencircuit werd geracet. De races van 1971 werden georganiseerd onder de vlag van de NMB, de Nederlandse Motorsport Bond (die later opging in de KNMV). Naast de reguliere raceklassen was er ook nog de klasse ‘ongelimiteerden’. Van Dulmen reed toen op een 450cc-Honda, maar strandde al in de eerste ronde met pech. Dat weerhield hem er niet van door te gaan met racen. Bij z’n tweede race haalde hij wel de finish, zelfs als winnaar. Hij won dat jaar diverse wedstrijden – toen werd er bijna wekelijks geracet – en werd tweede in de eindstand. Zijn dorpsgenoten verenigden zich al snel in een supportersclub. Op een 500cc-Kawasaki ging hij het volgende jaar van start en ook op die driecilinder reeg hij de overwinningen aaneen, resulterend in het kampioenschap.
Film: Standbeeld voor Boet van Dulmen
Eerste WK-punten
Na drie jaar NMB maakte de inmiddels prof geworden Van Dulmen, die door z’n broertje Boet werd genoemd omdat hij het woord broer niet goed kon uitspreken, de overstap naar de KNMV. Daar zette hij z’n successen voort, resulterend in de nationale titel in de 350cc-klasse, rijdend op een Yamaha. Twee jaar later werd hij nogmaals kampioen in deze klasse. In dat seizoen werd hij zelfs dubbelkampioen, want hij veroverde ook de titel in de 750cc-klasse. In 1981 en 1982 volgden titels in de 500cc-klasse.
Van Dulmen maakte z’n GP-debuut tijdens de TT van 1974 en kwam als twaalfde over de finish in de 350cc-klasse. Dat leverde destijds geen WK-punten op, omdat toen punten werden toegekend aan de eerste tien. Hij moest nog een jaar wachten op zijn eerste WK-punten. Die behaalde hij in het Finse Imatra door daar achtste te worden in de 350cc-klasse. Opgegroeid op de Nederlandse stratencircuits voelde Boet zich goed thuis op de baan van Imatra, waarin zelfs een spoorwegovergang zat. Het treinverkeer werd wel stilgelegd tijdens de trainingen en de races…
Omdat het in de 500cc goed ging concentreerde Van Dulmen zich op die klasse. Achteraf mag je stellen dat dit een zeer terechte beslissing is geweest, want vele jaren wist hij zich goed staande te houden tussen alle fabrieksrijders. Hoe goed Van Dulmen ook reed (hij was jarenlang de beste privérijder in de 500cc-klasse) en hoe hij ook werd geprezen om zijn technisch inzicht, fabrieksmateriaal was nooit voor hem weggelegd. Wel wist hij de bandenfabrikanten van goede informatie te voorzien, zodat hij altijd over eersteklas rubber kon beschikken. Ook fungeerde hij een tijdje als testrijder voor Cagiva. Fabrieksmateriaal was er eerder in 1975 wel bij de kwartliters, want hij kwam toen uit op MZ. Een succes werd dat niet, want de Oostduitse motoren bleken niet betrouwbaar te zijn.
Winst in Assen
Het absolute hoogtepunt van zijn carrière was de zege in de Finse GP in Imatra op 29 juli 1979. Die baan lag de Nederlanders wel, want een jaar eerder zegevierde Wil Hartog daar. Het was voor Boet van Dulmen een prima trip naar Scandinavië, want een week eerder was hij in het Zweedse Karlskoga al derde geworden achter Barry Sheene en Jack Middelburg.
Het zou bij die ene GP-zege blijven, al leek hij in de TT van 1981 kansrijk te zijn. Voor de race regende het en dat maakte de keuze voor de banden lastig, want de regen zette niet echt door. Terwijl de meeste rijders kozen voor een intermediate, gaf Van Dulmen de voorkeur aan een regenband. Voor de start wist hij al dat dit niet de optimale band zou zijn. ‘Het regent lang niet hard genoeg voor een regenband’, zei hij na de opwarmronde tegen z’n monteur Gerrit Veldscholten. Tijd om banden te wisselen was er niet meer. Op de aanvankelijk natte baan bouwde Boet een mooie voorsprong op, maar toen het asfalt begon op te drogen werd hij voorbij gestoken door Marco Lucchinelli, die de race met een halve minuut voorsprong op Van Dulmen wist te winnen. Dat Van Dulmen een bikkelharde was bewees hij in deze TT. Hij liep bij een val in de training een blessure aan zijn linker enkel op. Na de race ging hij op zaterdagavond naar het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen om zijn enkel in het gips te laten zetten.
Winst op het TT Circuit Assen was er twee jaar eerder wel, maar dan in de Formule 750. Een klasse die beschouwd mag worden als de voorloper van de Superbikes. Verreden begin september werd Boet daar eerste en tweede en behaalde hij de totaalzege. Hij zou dat later bij een terugblik op zijn carrière zijn één na mooiste overwinning noemen. Begrijpelijk, want er is toch niets mooier voor een Nederlandse coureur dan winnen in Assen voor volle tribunes met dolenthousiaste toeschouwers.
Op een 750cc-machine voelde Van Dulmen zich goed thuis, zoals hij in 1980 liet zien in de 200 mijl van Daytona waarin hij derde werd achter Patrick Pons en Dale Singleton.
Fiets
Na het beëindigen van zijn carrière ging Van Dulmen enige jaren jonge coureurs begeleiden. Toen dat stopte, stapte hij op de vrachtwagen en voerde internationale transporten uit. Anders dan sommige andere coureurs kwam hij weinig aan de start bij veteraanevenementen. Uit zelfbescherming stopte hij daar al snel mee, want demorijden ging hem niet goed af. Hij wilde altijd voluit rijden.
Op 16 september kwam er een eind aan het leven van Boet van Dulmen. Op zijn fiets werd hij geraakt door een bestelbusje. Hoe wrang dat iemand die altijd met snelheden van dik over de 200 km/uur over de circuits snelde nu juist op de fiets stierf.
Boet van Dulmen in het wereldkampioenschap
Jaar | Klasse | Merk | Punten | Klassering |
1975 | 350cc | Yamaha | 3 | 36 |
1976 | 250cc | Yamaha | 4 | 24 |
1976 | 350cc | Yamaha | 6 | 24 |
1976 | 500cc | Suz./Yam. | 9 | 25 |
1977 | 500cc | Suzuki | 3 | 27 |
1978 | 500cc | Suzuki | 15 | 13 |
1979 | 500cc | Suzuki | 50 | 6 |
1980 | 500cc | Yamaha | 10 | 14 |
1981 500cc Yamaha 64 6 | 500cc | Yamaha | 64 | 6 |
1982 500cc Yamaha 23 12 | 500cc | Yamaha | 23 | 12 |
1983 500cc Suzuki 17 11 | 500cc | Suzuki | 17 | 11 |
1984 500cc Suzuki 25 8 | 500cc | Suzuki | 25 | 8 |
1985 500cc Honda 18 10 | 500cc | Honda | 18 | 10 |
1986 500cc Honda 8 12 | 500cc | Honda | 8 | 12 |
In deze jaren kregen de eerste tien WK-punten.
Podiumplaatsen in de 500cc-GP’s
- Eerste Imatra (SF) in 1979
- Tweede Assen in 1981 en Anderstorp (S) in 1981
- Derde Karlskoga (S) in 1979