Stephan van Walraven had eigenlijk vooral iets met sportieve motoren. ‘Maar je wordt ouder, je, smaak verandert en ik bouwde zelf een motor op basis van een Suzuki T500’, vertelt hij. ‘Toen ik de Honda CBX1000 in handen had – eindelijk! – was één ding van meet af duidelijk: de vormtaal van mijn T500 zou meereizen naar die waanzinnige zescilinder.’ Stephans baas kreeg te horen dat hij twee weken CBX-vakantie nam en een werkruimte vulde zich met klanken van gezwoeg en industriële geluiden. Twee weken later was de motor in de basis klaar en twee maanden later kon hij de weg op.
‘Mijn eerste zelfbouw was een Suzuki T500, maar eigenlijk had ik altijd al mijn oog op de Honda CBX1000 waarop iemand in mijn kennissenkring rondreed’, vertelt Stephan van Walraven. Op een bepaald moment werd hij verkocht, maar hij ontglipte me. Totdat degene die hem had gekocht er toch geen tijd voor bleek te hebben en hem alsnog aanbood. Eindelijk dan toch: verkocht. Aan mij! Dat de achterbrug in stukken lag, was met de plannen die ik met de motor had geen enkel probleem. De eerdere eigenaar van de CBX die nu de mijne is, had er twee, maar ging weg uit Nederland. Puur toeval: mijn buurman liep de eigenaar van de CBX weer tegen het lijf in de lobby van een buitenlands hotel en kocht de gehavende CBX. De vorige eigenaar was al begonnen met een ombouw, de vork lag eraf en er zat een CBR600-achterbrug op. Ik was er verliefd op geworden toen ik hem voor het eerst zag rijden. Een jaar later bood mijn buurman hem alsnog te koop aan: geen tijd. Ik was de eerste die hem aangeboden kreeg. Hij kwam nu toch op mijn pad en ik vond dat er geen moment te verliezen was. We hebben hem dan ook direct overgesleept.’
De motormaker: Daan Borsje, Moto Adonis
Overslepen en beginnen
Stephan pakte de zaken voortvarend aan. ‘Ik had uren over van mijn werk, nam meteen twee weken op en ben direct begonnen. In die twee weken wilde ik een grote klap maken. Ik heb de achterbrug van een Ducati 999 erop geschoven. Het was een enorm gedoe om de achterbrug met monoshock goed te krijgen. Er kwam heel veel laswerk aan te pas. Letterlijk veel passen en meten was het, alles ter plekke erbij houden en dan pas lassen. Toch had ik hem twee weken later al ver klaar. Als ik wat heb, moet er gelijk wat gebeuren. Het rijwielgedeelte was af, wat nog restte waren de uitlaten en stepjes plus het spuiten. Binnen twee maanden na de komst van de CBX kon ik rijden, maar vergis je niet: uiteindelijk heeft het allemaal echt heel veel tijd gekost…’
Het ging zeker niet allemaal vanzelf, zo vertelt Stephan. ‘Het bleek een behoorlijke uitdaging om de wielen eronder te krijgen. Ik heb hem zo goed weten uit te lijnen als het kon. De vertanding was een probleem vanwege een afwijkende maat bij de CBX. Ik heb de maat van de Duc overgenomen en zelf een tandwiel gemaakt. Het is vanaf het begin de bedoeling geweest een motor neer te zetten die zich qua rijden niet hoeft te schamen naast een moderne. Geen modepopje dus, maar een motor om mee naar Zuid-Frankrijk te rijden. De voorvork komt van een Honda CBR600RR, dus dat stuurt goed. Wel wil ik nu een wat langere, want de zithouding die ik nu heb, is dan weer niet erg geschikt voor een rit naar Frankrijk. Door de andere voor- en achterkant rijdt hij strak! De bescheiden voorvork en de dunne bandjes van het origineel zijn juist de beperking qua rijden. Nu heeft hij ook goede remmen en dan staat eigenlijk niets je meer in de weg. Je rijdt door de Ardèche en qua sturen voelt het alsof je op een vrij moderne GSX-R1000 zit.’
Zingende zes en AliExpress
De stepjes heb ik zelf gemaakt en ik monteerde een zes-in-twee-uitlaat. Die komt in de basis uit China, gewoon van Ali Express. Zelf heb ik hem mooi en mooi passend gemaakt. Toen kwam de volgende uitdaging, deze keer bij dat waar het bij een CBX toch om draait: de zescilinder. Al heb ik het blok wel helemaal gepolijst, er hoefde vanwege een kilometerstand van net 30.000 amper wat te gebeuren. Een uitzondering was het afstellen van de vacuümcarburateurs. Om niet al mijn tijd te verliezen met iets wat je mogelijk toch niet goed krijgt, heb ik dit uitbesteed aan Six Center in Nieuwleusen. Bert daar is een echte expert en toen hij eenmaal revisiecarburateurs had gemonteerd, liep hij geweldig. Sindsdien levert het blok alles wat je van een Honda CBX1000 verwacht: kracht en op toeren ‘zingt’ hij met een F1-achtige huil die je als motorfan tot in je beenmerg raakt.’
Toen de motor zowat klaar was, was het tijd voor het spuitwerk. ‘Tot overmaat van ramp had ik net de tank van anderhalve meter hoog laten vallen en hij zag er niet uit. Het was zo erg dat ik op zoek ging naar een andere, maar dat lukt niet zomaar. Dus heb ik toch de huidige tank weer helemaal opgelapt. Daarna heeft mijn overbuurman de motor Harley-zwart gespoten en ben ik gaan proefrijden. Er moesten toen nog wat dingetjes worden veranderd, waaronder de schakelpook. Laatste fase: afmonteren, alles erop en anderhalve week later ging ik voor het eerst met hem op reis. Naar Frankrijk, maar dat zal nu wel geen verrassing meer zijn…’
Om de magie terug te krijgen
Iets minder dan tien jaar nadat Honda de motorwereld ademloos (en de Britse motorbouwers kansloos) had achtergelaten met de viercilinder-CB750 dreigde het merk, of in elk geval het imago van het merk, wat in te zakken. De Honda CBX1000 met zijn zescilinder onder de tank was in 1978 de fiets die hier iets aan moest gaan doen. Honda promootte hem bij de Isle of Man TT, maar je zou kunnen zeggen dat het toch vooral die zescilinder was die de pr in goede banen moest leiden. Het blok klonk geweldig, stuwde de CBX naar 210 km/u en oogde stoer en breed, al is het in de praktijk maar een klein beetje wijder dan dat van een CB750. De eerste oplage van de snelle Honda werd zonder opsmuk opgedist: de eerste jaren kwam hij ‘kaal’ aan bij de dealer, met zilverkleurige bloklak (‘Dat is het mooist’, volgens Stephan). Daarna werd dit antraciet. In zijn latere jaren (vanaf de CBX-B uit 1981) groeide de CBX uit tot toerbuffel: met kuip en een set koffers kon je met zes pitten (en een paar pk minder) de wereld rond.
De transformatie
Hoe een rommelige klassieker een consistent en goed rijdend origineel werd. Zeker niet (alleen) voor de show: deze stoere zwarte Honda CBX1000 is ontworpen en gebouwd om mee te rijden. Liefst ver.