Het is dit jaar op de kop af vijftig jaar geleden dat Broer Dirkx geschiedenis schreef met een Laverda-zijspan. Een Laverda? In de zijspancross? Het klinkt tegenwoordig inderdaad als een geweldig verhaal uit een nog geweldigere dikke duim, maar vergis je niet! Laverda was in die periode ook als volledig fabrieksteam bij de 24 Uur van Oss aanwezig. Bijvoorbeeld…
We schrijven begin 1971, het jaar waarin de zijspancrossers voor het eerst voor een internationale titel gaan strijden. Nog geen wereldkampioenschap, dat komt in 1980, maar de FIM Cup is een waardig voorloper en eentje die elke zijspancrosser maar wat graag wil winnen. Doordat de Laverda’s de betrouwbaarheid dubbel en dwars bewijzen tijdens slopende 24-uursraces komt Laverda-importeur Jan Raymakers op het idee om in 1971 ook een gooi te doen naar de zijspantitel.
Raymakers pakt het direct groots aan, want niemand minder dan de legendarische Broer Dirkx wordt door hem gecontracteerd. Dirkx, ooit een van ’s werelds beste 500cc-crossers, is nu een even succesvol zijspancrosser. Hoewel hij er in 1959 met een vierde plaats dichtbij was, lukte het hem nooit om wereldkampioen te worden, maar nu hij als zijspancrosser opnieuw aan de top staat, wil hij alsnog een gooi doen naar het hoogst haalbare.
Dirkx krijgt als kopman alle ondersteuning die hij maar kan wensen. Zo worden in Groot-Brittannië liefst drie Laverda-blokken ingebouwd in Wasp-zijspancrossframes. Ook de Nederlanders Ben Snijder en Dick van Hoevelaken komen aan de start met een Laverda, maar in tegenstelling tot Broer Dirkx krijgen zij enkel de beschikking over één motorblok. Verder mogen ze het zelf uitvinden.
Veldvulling
Ondertussen heeft Broer Dirkx ook getracht zich mentaal en fysiek voor te breiden voor zijn belangrijke taak. Er wordt in Wim van Belkom een nieuwe bakkenist gevonden en Broer besluit de shagbuil te verbannen. Ook de door hem zo begeerde pot bier moet plaatsmaken voor een glaasje witte wijn. Dat zou namelijk beter voor de lijn zijn voor de ruim 110 kg wegende Broer Dirkx. Het is allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan, het project ‘stoppen met roken’ mislukt en ook de overstap naar witte wijn zet geen zoden aan de dijk. Tijdens de carnavalsdagen vloeit het bier rijkelijk in Broers café en de glazen witte wijn zijn net zo vol als een glas bier, dus het effect is nihil.
Het bijzondere verhaal van Rikus Lubbers, de eerste mondiale kampioen zijspancross ooit
De ouverture van het nieuw zijspancross-seizoen vindt plaats tijdens de feestelijke internationale motorcross in het Brabantse Sint Anthonis. Maar een feest voor de combinatie Laverda-Dirkx wordt het geen moment. Het ontbreekt overduidelijk aan trekkracht bij lage toerentallen en het loodzware blok blijkt te veel naar voren geplaatst in het frame. Gedoodverfde winnaar Broer Dirkx moet het dan ook afleggen tegen de broers Ten Thije, rijdend met notabene een oude BMW R69-boxertwin. Ook tijdens de eerste Grand Prix in het Franse Pernes les Fontaines spelen de Laverda-Wasp-combinaties van Broer Dirkx en Ben Snijder een ondergeschikte rol. Als Dirkx in die wedstrijd ook nog eens zijn voet breekt, is de ramp compleet en is de grote Broer Dirkx tijdens de GP van West-Duitsland niet meer dan veldvulling… Het kan echter altijd erger, zo laat Ben Snijder zien. Het hoge gewicht van het Laverda-blok wordt de voorvork te veel en na een springbult breekt die finaal af! Ben Snijder raakt zwaar geblesseerd en is lange tijd uit de roulatie. Dick van Hoevelaken besluit zelfs het noodlot niet verder te tarten en weet niet hoe snel hij zijn Laverda moet omwisselen voor zijn vertrouwde Triumph-twin.
Zware opgave
Broer Dirkx geeft echter niet op en reist naar de fabriek in Italië om het blok te laten tunen. Voorzien van onder andere nokkenassen is het blok veel beter geschikt voor de zijspancross en Broer Dirkx is er zelfs over in zijn nopjes. Maar het enorme gewicht van het blok blijft een nadeel van de combinatie en alleen Broer Dirkx is met zijn enorm krachtig lichaam zo’n loodzware combinatie de baas. Halverwege het seizoen neemt Fons ten Vregelaar de plaats in van Wim van Belkom. Het verhaal daarachter is even bijzonder als curieus… Het was al vaak gebleken dat bakkenist Van Belkom de grootste moeite had om de zware Laverda in balans te houden. In Zaltbommel lijkt van Belkom echter onvermoeibaar, maar na de wedstrijd komt de aap uit de mouw. Broer Dirkx is er namelijk van overtuigd dat Van Belkom stimulerende middelen heeft gebruikt en daar heeft hij een ongelooflijke afkeer van. Bij Broer is het zwart of wit en Van Belkom wordt de laan uitgestuurd.
Zonder bakkenist lijkt het hele Laverda-project een vroegtijdige dood te sterven. Maar er dient zich gelukkig direct een nieuwe bakkenist aan, de Twentenaar Fons ten Vregelaar. Samen met Ten Vregelaar weet Broer Dirkx weer wat overwinningen te pakken. Maar in de breedte zijn de Norton- en Triumph-combinaties vele malen sneller. In het zand is het zelfs voor Broer Dirkx een zware opgave om de Laverda in het goede spoor te houden, op harde banen strijdt hij vaak voor de ereplaatsen. In Frankrijk weet hij zelfs de fameuze Zwitserse broers Haller op hun supersnelle Honda-viercilinder te verslaan.
Norton-Wasp
Maar voor Broer Dirkx is dan al één ding duidelijk: Laverda heeft in de zijspancross niets te zoeken. Dirkx blijft desondanks loyaal aan Raymakers en Laverda en omgekeerd krijgt hij tot het einde van het seizoen alle steun. Maar in 1972 staat er wel een gloednieuwe Norton-Wasp voor Broer klaar. Hij wordt daar Nederlands kampioen mee en pakt ook nog eens vele internationale overwinningen. Het zijspancross-project van Jan Raymakers en Laverda sterft door het succes van Dirkx op zijn Norton-Wasp definitief een stille dood…
Zo sterk is een Laverda
De Laverda is voor die tijd een ongekend sterke motor. Bij het ontwerp van het blok is nergens op materiaal bezuinigd en dat vertaalt zich in het hoge gewicht van het blok. Hoe sterk een Laverda is en over hoeveel trekkracht het blok beschikt, blijkt uit een proef op de som door Broer Dirkx na een wedstrijd. Een plaatselijke pomphouder is goed bevriend met Broer en als een vorm van sponsoring mag hij zijn motor daar na een wedstrijd gratis afspuiten en krijgt hij korting op brandstof. Maar bij verre buitenlandse reizen moet er onderweg getankt worden, maar dan nog rekent Broer altijd uit waar hij het voordeligste mee is.
Na een wedstrijd in het buitenland keert Broer samen met zijn bakkenist en een vriend laat in de avond terug richting Nederland. Nog in Duitsland begint de brandstofmeter akelig richting nul te lopen. Zijn vriend zit voorin en ziet een probleem ontstaan. ‘Broer, Broer! Dadelijk staan we stil, moeten we hier langs de snelweg even niet wat bijtanken?’ Broer vindt van niet, want in die tijd is de diesel in Nederland goedkoper dan in Duitsland. Hij gokt erop dat hij de grens naar Nederland wel haalt om er dan een beetje diesel bij te gooien. Maar even later begint de brandstofmeter duidelijk noodsignalen te geven dat de laatste druppels worden aangesproken en na wat horten en stoten houdt de Mercedes er mee op. Wat nu? Geen nood, de Laverda wordt van de aanhanger gehaald, sleepkabel eraan, Broer aan het stuur van zijn zijspancombinatie, zijn vriend aan het stuur van de Mercedes en de Laverda heeft niet de minste moeite om de Mercedes plus aanhanger voort te trekken. Richting het dichtstbijzijnde tankstation.