Goede motorkleding is belangrijk: veiligheid, comfort, droog en warm; je kent het riedeltje. Op foto’s uit de oude doos zien we vaak motorrijders in winterse taferelen, die ondanks hun goede bedoelingen – opgespaarde zaterdagkranten onder lange leren jassen – toch diep verkleumd in een camera turen. Die tijd is gelukkig voorbij en iemand die daar een hoofdrol in speelde is een heel onbekende Amerikaan: Andy Goldfine. In februari 2000 ontmoette ik hem toevallig op een motorshow in Baltimore. Hij vertelde me een bijzonder verhaal.
Andy’s verhaal begon in 1970 toen hij op 16-jarige leeftijd zijn eerste motorfiets kocht. Een Honda SL90 enduro met hoge spatborden. ‘In de regen werd ik door die spatborden nog zeiknat.’ Andy gebruikte de Honda om er dagelijks mee op en neer naar school te rijden. Ondanks het rijden in weer en wind, zomer en winter, beviel het motorrijden hem goed. Een auto trok hem totaal niet. Tijdens zijn studies Engels en Filosofie bleef hij de motor trouw en toen hij na zijn studie ging werken en carrière maakte, groeide de afstand woon-werkverkeer met de motor gestaag. Hij begon zich ook meer en meer te ergeren aan het rijden in regen en kou. Dat kwam door zijn motorkleding, want wat hij ook probeerde; waterdichtheid bleef een hardnekkig probleem. Destijds waren vetpakken en leren motorpakken gangbaar. Als het regende werden PVC-regenoveralls over de leren motorkleding aangetrokken. Vetpakken waren vrijwel waterdicht, maar moesten regelmatig ingevet worden om dat ook te blijven.
Historie Apfelbeck-KTM: de eerste Grand Prix-racer van KTM
Andy had een voorkeur voor vetpakken, omdat hij die redelijk gemakkelijk over zijn normale kleding kon aantrekken. Dat moest wel voorzichtig gebeuren, te veel contact met het vetpak maakte vlekken op zijn nette kleren en straatvuil liftte makkelijk mee het huis in. Dat vuil had een enorme aantrekkingskracht op het goed ingevette pak. Het gebrek aan goede, niet ingevette maar toch waterdichte motorkledij begon een steeds grotere bron van ergernis te worden. Hij vroeg zich af waarom er toch geen waterdicht motorpak was dat toch kon ademen en tevens goede bescherming kon bieden bij een val. Het werd een obsessie voor hem, een obsessie waar we ons vandaag de dag dankbaar voor mogen zijn.
Gebroken ribben
‘Ik wilde een lichtgewicht, maar heel sterk motorpak maken voor dagelijks gebruik. Het pak moest vlot en gemakkelijk aan te trekken zijn, comfortabel en toch volledig waterdicht zijn terwijl het ook nog ademend was. Daarnaast moest je het gemakkelijk over reguliere kleding kunnen dragen en ik wilde ook nog dat het in warmer weer ook nog voldoende comfortabel was. In de jaren ’60 werd er door fabrikanten zoals DuPont flink geëxperimenteerd met nieuwe weeftechnieken en synthetische textielsoorten. DuPont was een pionier op dit gebied en experimenteerde al met synthetische garens in het begin van de jaren ’20. In 1929 hadden ze de weeftechnieken van deze garens goed onder de knie en namen het in productie. Het gebruik groeide mondjesmaat, maar dat werd in de Tweede Wereldoorlog voorgoed anders. Het gebruik groeide explosief. Het werd toen vooral gebruikt als militaire toepassing in voertuigbanden en verwerkt in kledij. Na de oorlog ontstonden weer nieuwe weeftechnieken waardoor de toepassing van deze garens nog veel breder werd.’
Volgens Andy kwam de doorbraak in 1967. Twee jaar daarvoor had Stephanie Kwolek bij DuPont een nieuwe supervezel ontwikkeld dat in eerste instantie bedoeld was als vervanger voor staal: Kevlar. Het duurde niet lang of DuPont ontwikkelde nieuwe synthetische garen met Kevlar als deelelement daarin. ‘Ze noemden die nieuwe supergaren Cordura. Tegenwoordig zijn er veel verschillende fabrikanten van supergarens en zijn er talloze merknamen in gebruik. Kijk maar eens goed op het label van je motorkleding.’
Andy vertelt verder: ‘Ondanks de superieure kwaliteiten werden deze supergarens aanvankelijk niet veel in kledij gebruikt, maar dat zou na 1977 snel anders worden. Want toen werd er ontdekt hoe je deze garens, met name Cordura, gemakkelijk kon kleuren. Op dat moment ging de deur vol open naar toepassingen in kleding. Vooral de adventure-markt speelde hier direct op in.’ In diezelfde periode werd ook veel vooruitgang geboekt met synthetische textielsoorten die functioneren als ademende membranen. Met name Gore-Tex, in 1969 uitgevonden door Wilbert en Robert Gore en in 1976 en 1980 door hen gepatenteerd, was hiervoor heel erg geschikt. Gore-Tex is een merknaam voor geëxpandeerd PTFE (Teflon) garen, dat kan functioneren als een ademend membraan als het op een bepaalde manier gewoven wordt.
Andy: ‘Ik kwam als eerste op het idee om een slijtvast supergaren samen te voegen met een waterdicht ademend membraan. De combinatie van eigenschappen was namelijk precies wat ik zocht in een fatsoenlijk motorpak. Ik kocht een aantal industriële naaimachines uit een faillissement waarmee het experimenteren begon. Je had toen ook al puur Kevlar-garen. Het was mega slijtvast, maar ik vond het te stug en te lastig om te verwerken. Cordura daarentegen was opgebouwd uit een mix van supergarens waarvan Kevlar er eentje was. Het was beter geschikt om te verwerken en ook lichter in gewicht. Ik testte de eerste pakken uit door ze met stenen te vullen en achter mijn BMW-boxer van destijds aan te slepen. Iedere keer een vaste route. Op die manier perfectioneerde ik de naden en het stikwerk en ontdekte ik welke garendikte het meest geschikt was voor een motorpak. Soms deed ik zelf een pak aan en liet me een stukje voorslepen, zodat ik kon zien of de armen of benen te veel opstroopten. Dat eindigde altijd met blauwe plekken. Toen kwam ik ook op het idee om protectors te maken die we nu ook altijd nog zien. Begin jaren ’80 was mijn eerste pak klaar. Ik droeg het iedere dag en naarmate de tijd vorderde perfectioneerde ik het. In 1982 nam ik het besluit de pakken in serie te gaan vervaardigen. Dat leidde tot de oprichting van mijn bedrijf Aerostitch. De rest is historie, tegenwoordig zijn slijtvaste pakken van supergarens en ademende membranen niet meer weg te denken uit de motorwereld. Maar het kostte me heel erg veel zweet, bloed en tranen om het concept geaccepteerd te krijgen in de motorwereld.’
“In het begin geloofde niemand dat een pak dat eruitzag als een textielpak waterdicht kon zijn, laat staan kon ademen en daarnaast ook nog eens prima valbescherming bood. Vandaag de dag is het de normaalste zaak van de wereld en verwacht je eigenlijk niets anders meer als je een motorkledingzaak binnenstapt. Maar dat was een heel ander verhaal toen ik me destijds liet voortslepen over een ruw wegdek achter mijn oude BMW en regelmatig een rib brak als mijn BMW-testrijder iets te enthousiast een bocht met hoge stoepranden doorknalde of een te hoog putdeksel niet ontweek…”
Foto: Archief A. Herl