Dat ze in India weten hoe ze een motorfiets moeten bouwen, hoeft weinig uitleg. De motorfiets is er sinds decennia in de cultuur verweven en daar plukken ze nu steeds meer de vruchten van. TVS is daar misschien wel het grootste en meest sprekende voorbeeld van: nadat TVS grote delen van de wereld heeft veroverd, is Europa nu aan de beurt. Wij werden uitgenodigd in het Indiase Bengaluru, om kennis te maken met het toekomstige gamma voor de Benelux.
De geschiedenis van de TVS Motor Company toont aan dat ze in India nooit zijn gestopt met innoveren. TVS slaagde er de afgelopen eeuw telkens weer in zichzelf heruit te vinden, en wisten zo wereldwijd het derde grootste (!) motormerk te worden.
Zoektocht naar het geheim van ontelbare wereldtitels bij Ten Kate Racing Yamaha
In 1911 ontstond TVS als vervoersmaatschappij die instond voor het verzamelen van hoefijzers en nagels die koetspaarden onderweg verloren – in die tijd was het gebruikelijke transport immers met paard en wagen. Later zou die dienstverlening evolueren tot de eerste busdienst in India, waarvan de Indiase bevolking volgens een vaste dienstregeling gebruik kon maken. Op de eerste tweewieler was het wachten tot 1980. De TVS 50 – de eerste Indiase bromfiets met duozit – was opnieuw een product dat de doorsnee arbeider hielp om zich te verplaatsen en een inkomen te vergaren. Dat is ook steeds het hoofddoel geweest van TVS: het leven van mensen uit alle lagen van de bevolking verbeteren, door de mogelijkheid te creëren zich te verplaatsen.
Hoge productiestandaard
TVS heeft een lange weg afgelegd met enkele succesvolle samenwerkingen – waaronder een twintig jaar durende fusie met Suzuki – waardoor ze ons nu de nieuwste modellen kunnen presenteren. Tijdens het bezoek stelden we vast dat vooral bij de premium-modellen de productiestandaard zeer hoog is. Elk belangrijk motoronderdeel van de RR of RTR is voorzien van een QR-code, voor een goede follow-up van mogelijke kinderziektes of zwaktes. Een groot deel van de productie is gerobotiseerd. Zo wordt het frame van de laatstgenoemde modellen voor 95% gelast door robots. Dat draagt uiteraard ook bij aan de productiviteit van het bedrijf, waar jaarlijks ongeveer drie miljoen twee- en driewielers van de band lopen. De oude gebouwen van de productiesite in Hosur herbergen productiefaciliteiten die te vergelijken zijn met die van de A-merken. Geen wonder dat BMW ervoor koos om ook de G310R – in basis een TVS Apache RR – en de CE 02 hier te laten produceren.
Sportief karakter
Dat klinkt nu allemaal heel mooi, maar maakt TVS het ook waar? Het kartingcircuit Meco Kartopia biedt een uitgelezen kans om de daad bij het woord te voegen. Als we de specificaties van de Apache RR & de RTR er eens bij nemen, is het meteen duidelijk dat deze twee motoren gefocust zijn op prestaties – naar Indiase maatstaven dan. De meeste wegen in India laten het niet toe om hard te rijden, dus zwaardere motoren kom je er nauwelijks tegen.
Hoewel 312 cc naar Europese normen aan de bescheiden kant is, kan het blok ons wel bekoren. De eencilinder produceert zo’n 35 pk, maar dat belet ons niet om er veel plezier mee te beleven. Met het gas vol open en de toerenteller richting de begrenzer is het blokje helemaal in z’n element. De mapping van het blok is op zijn zachtst gezegd sportief, waarbij de gekozen rijmodus een opvallend verschil maakt. Op de RR heb je vier modi: Rain, Urban, Sport en Track; op de RTR heb je ook nog de Supermoto-rijmodus. Die stand zorgt ervoor dat het ABS op het achterwiel wordt uitgeschakeld, zodat je slidend de bocht in kan duiken. Dat gedeelte hebben we wijselijk overgeslagen. Zowel in de Sport-, Track- als Supermoto- modus is het volledige vermogen tot je beschikking. Die modi werden dan ook het uitgebreidst getest, gezien de testlocatie. De RR en RTR hadden ruim voldoende vermogen voor het korte (1,2 km) en bochtige circuit.
Basic vs full option
Een sportiever type band zou misschien een betere optie zijn geweest; de standaard Michelin Road 5 bleek een prima band voor de openbare weg, maar voor op een circuit is ie toch minder geschikt. Een klein puntje van kritiek, want verder rijdt deze motor prima. De Apache geeft direct veel vertrouwen, wat mede te danken is aan de kwalitatieve KYB-ophanging en het lage gewicht. Zowel de naked als de racer komen in twee varianten, de volledig uitgeruste versie – waar wij mee reden – en de basisversie. Het verschil hier zit hem onder andere in de vering, die op de duurste versie zowel voor- als achteraan volledig instelbaar is. Verder krijg je er op de volledig uitgeruste RTR nog een quickshifter bij, die eigenlijk tot de standaarduitrusting zou moeten behoren van beide modellen. Helaas is de quickshifter niet beschikbaar op de RR. Door het hoogtoerige karakter en de kort gegearde versnellingen zou die schakelhulp een grote meerwaarde zijn – zeker op het circuit. De RTR is nog een tikkeltje smakelijker uitgedost, met meer technologische snufjes dan de RR. Zo behoort zadelverwarming én zadelkoeling tot de standaarduitrusting. Een snufje dat we tijdens de zomermaanden ook bij ons zullen appreciëren.
De enkele schijfrem vooraan doet wat ze moet doen, maar er is nog ruimte voor verbetering. Uiteraard moeten we ook realistisch blijven. Voor dagdagelijks gebruik is er zeker voldoende stopkracht, op het circuit loop je al snel tegen de limieten aan.
Premium looks
Over het uiterlijk van beide motoren valt veel te zeggen. TVS is erin geslaagd om een eigen look te creëren, die volgens ons behoorlijk premium oogt. Zowel de scherpe lijnen, de agressieve LED-koplamp en de felle kleuren van de RTR, als het kuipwerk van de RR – dat ons qua design aan de betere Italiaanse merken doet denken – weet ons te bekoren. Beide motoren ogen volwassen en zelfs grotere testrijders pasten op deze motor. De ergonomie is uitgekiend, wat een groot pluspunt is. Ook het TFT-scherm en de intuïtieve bediening ervan zijn van topkwaliteit. Het menu steekt goed in elkaar en in in korte tijd heb je door hoe alles werkt. Er zijn gevestigde merken die hier een puntje aan kunnen zuigen.
Goed rapport
Al met al zijn we aangenaam verrast door onze eerste kennismaking met het gamma van TVS. Wij konden met een zestal modellen rijden, van motorfietsen tot scooters. De algemene indruk was positief, maar onze focus lag toch op de twee sportiefste familieleden: de RR & RTR. Met deze twee motoren is naar onze mening veel plezier te beleven. De prijs lijkt ons correct, ongeveer 5.300 euro voor de RTR in z’n basisversie en 6.300 euro voor de full option-variant. De RTR zal te verkrijgen zijn in het geel, zwart en blauw. Voor de RR zijn er nog geen prijzen bekend. We reden ook even met de Ronin 225, een sympathieke neo-retro. Die zal circa 4.000 euro kosten. Ook komen er nog een 125cc-motorfiets, de Raider (2.500 euro) en drie motorscooters onze kant uit: de iQube Electric (4.500 euro), de Ntorq 125 (2.800 euro) en de Jupiter 125 (2.500 euro). Wanneer die in de Lage Landen zijn aangeland, zullen we niet aarzelen een proefrit te reserveren.
Tekst: Jules Hermie
Foto’s: TVS