De tredmolen van werk, huwelijk en hypotheek: het vergt nogal wat van de mens. Leo houdt het monster van de sleur op afstand. Met de motorfiets.
Snelheidsfreaks met Italiaanse scheurijzers, retromannen die hun klassieker vertroetelen, pretentieloze liefhebbers met MZ en Ural, BMW-elite. Leo is uit ander hout gesneden. Dat een overstap op de BMW oer-G/S in 1982 bepalend zou worden voor de rest van zijn motorleven kon hij toen nog niet weten. ‘Vijftienhonderd gulden kostte-ie me, plus de inruil van een gerestaureerde Liberator. Een enkele proefrit en ik wist genoeg. De G/S was een motor waar je echt alles mee kon uithalen.’
De schuur van Pietro: Motordiplomaat
Op regulier asfalt slaat Leo weinig kilometers meer stuk. Des te meer op het circuit van Zandvoort, nu op zijn 1200 GS. Als marshall, een soort hopman op de motor, die brave motorrijders van de openbare weg vertrouwd maakt met rijden op het circuit. Ook op Assen heeft hij heel wat kilometers liggen. Maar het adrenalinepeil bereikt het hoogste niveau op Zandvoort. ‘Hoogteverschillen, die maken het daar compleet. Vind je op geen enkel circuit in Nederland.’
Snot voor ogen rijden
Zo’n circuittraining heeft iets van de vuurdoop in het zwembad, toen je zes jaar oud was. Kou, een beul van een zwemleraar en etterbakjes die je kopje onder duwden of in het bijzijn van klasgenoten je zwembroek op je knieën trokken. Het leverde je een kras op de ziel op, maar ook zwemvaardigheid. Evenzo vergaat het die circuitrijders. Naar verluidt verlaten ze de training als betere rijders op de openbare weg.
Leo’s rijstijl is al heel lang zodanig dat hij Ria, zijn vrouw, met geen stok meer achterop krijgt. Ria: ‘Ik moet er niet aandenken: afstappen met zo’n afgeplat kapsel.’ Leo heeft daar minder last van, met een coupe die de gladheid van de helmschaal aardig evenaart. Hij maalt er niet om dat hij zijn hele leven solo rijdt: ‘We gingen altijd houterig de bocht door. Ria was niet van meegeven.’
De dans ontsprongen
Iedereen kan de jongens aanwijzen: ooit rock ’n’ roll, maar dan onder die verstikkende deken van werk, huwelijk en hypotheek lijdzaam wegkwijnen. Vrijwillig. Leo is de dans ontsprongen. ‘Vriendschappen, evenementen, reizen, zonder de motor was het allemaal aan me voorbijgegaan, had ik een saai leven gehad. Sinds mijn achttiende ben ik niet meer motorloos geweest. Gaat ook niet gebeuren. Oké, zo wild als vroeger, toen ik tijdens de TT kampeerde naast de Hell’s Angels, gaat het er niet meer aan toe. Maar afstappen, kom nou.’
Explosie van adrenaline
Een beetje stoken, jennen en opjagen, soms is Leo een treiterkont. Het was in de jaren negentig dat hij tijdens de Ducati Clubrace in Assen een redacteur van een motorblad in het vizier kreeg. Het was een beminnelijk mens en in de omgang de beschaafdheid zelve, maar op het circuit een explosie van adrenaline. Dat werkt op Leo als een rode lap op een stier. ‘Ik heb hem op zijn huid gezeten. De redacteur ging als de brandweer.’