donderdag 21 november 2024

De motortaxi verovert Afrika en verandert het openbaar vervoer

De motortaxi verovert Afrika en verandert het openbaar vervoer. Honderdduizenden jonge Afrikanen hebben de laatste jaren een nieuw beroep gevonden: op een motor passagiers voor korte ritten door de stad vervoeren. Ze dragen exotische namen als bendskin, zémidjan, okada of boda-boda. De meesten rijden op cc’s uit China, want het zijn vooral Chinese merken die in het ‘vergeten continent’ de trom roeren.

Huurkoop

Motortaxi’s in Afrika zijn voor zeventig procent in handen van grote ondernemingen. Draagkrachtige entrepreneurs kunnen bij importeurs korting afdwingen als ze honderden machines tegelijk aanschaffen. De motoren worden vervolgens verhuurd aan de jonge bendskins, zémidjans, okada’s en boda-boda’s. Daarbij is de meest gangbare praktijk een of andere vorm van huurkoop, waarbij de motorrijder tegen betaling van een hogere maandhuur na twee of drie jaar eigenaar van de machine wordt.

De Kameroense havenstad Douala is bij ons vooral bekend als exporteur van talentvolle voetballers, zeker nadat het nationale elftal tijdens het WK van 1990 de hele wereld met sprankelend spel verbaasde. Er wonen meer dan drie miljoen mensen en die willen graag goedkoop van de ene naar de andere plek forenzen. En hoe doen ze dat: per bendskin. Tegenwoordig knetteren naar schatting 60.000 van deze motortaxi’s door de straten van Douala. Het is geen uitzondering dat een chauffeur twee of drie personen meeneemt. Bij kinderen – die meestal bovenop de benzinetank meeliften – kan dat aantal zelfs tot vijf groeien. Dat alles wordt getrotseerd op een 125 cc machientje, zonder helm of beschermende kledij. In onze ogen pure waaghalzerij, maar voor de plaatselijke bevolking ‘un mal nécessaire’.

Buig je rug

Bendskin betekent in het pidgin-Engels zoveel als ‘bend yourself’ en is allereerst de naam voor de populaire straatmuziek die zo’n twintig jaar geleden in de arme immigrantenwijken van Douala ontstond. Een mix van westerse en traditionele Afrikaanse muziek, waarbij een raptekst door drums en maracas wordt begeleidt. Artiesten als André-Marie Talla en Kouchoum Mbada bereikten al snel hitstatus. Natuurlijk wordt er op die muziek gedanst: je maakt ritmische pasjes met de voeten terwijl je rug (en vel) naar voren buigt. Dat verklaart meteen de term ‘bendskin’. Als dan in 1992 de eerste motortaxi’s in Douala verschijnen – waarbij passagiers op verhoogde zadels met gebogen ruggen achterop zitten – wordt bendskin ook de benaming voor die nieuwe vorm van openbaar vervoer.

De opkomst van de ‘bendskin drivers’ is een direct gevolg van de teloorgang van de nationale busmaatschappijen. Toen deze nog door de Kameroense overheid werden gerund, waren de autobussen oud en versleten en werd er zelden punctueel gereden, maar een buskaartje was ten minste nog betaalbaar. Dat veranderde nadat de buslijnen werden geprivatiseerd, waardoor de frequentie daalde en de ritprijs omhoog schoot. In Douala vulden eerst gewone taxi’s en minivans de leemte op. Toch voldeden die ook niet. Ze waren te duur en reden zich steeds vaker vast in de massieve verkeersopstoppingen die de miljoenenstad Douala gingen plagen. De motortaxi bleek de redder in nood te zijn, het nec plus ultra.

Wegpiraten

Een ritje met de bendskin kost immers slechts de helft van een taxirit op vier wielen. Bovendien kan zo’n motortaxi door de smalle steegjes van de volkswijken snorren en zijn klanten bij de ‘voordeur’ afleveren, een service die met een autotaxi ondoenlijk is. Nog belangrijker is dat een bendskin tijdens de spits door het drukke verkeer kan zigzaggen en dat bespaart veel tijd en frustratie. Zit je in een blikken taxi een half uur te zweten, diezelfde afstand doet een bendskin binnen tien minuten en de rijwind geeft gratis verkoeling. Een ander voordeel is dat je kunt afdingen op de ritprijs, terwijl de autotaxi’s toch min of meer vaste tarieven hanteren.

Maar elke medaille heeft een keerzijde. De bendskins zijn roekeloze wegpiraten die alle verkeersregels aan hun laars lappen. Ze doen niet aan richting aanwijzen, verkeerslichten (ook die heb je in Douala) zijn voor hen slechts straatversiering, langzamere voertuigen worden links en rechts ingehaald en ze behandelen voetgangers als opgejaagd wild. Ook de vele kuilen in het wegdek zijn verraderlijk, zeker als die door waterplassen aan het oog worden onttrokken. De gevolgen laten zich raden. Het aantal ongevallen is niet meer te tellen en bijna dagelijks vallen er doden, zowel onder chauffeurs als passagiers. Het grootste hospitaal in Douala heeft zelfs een speciale afdeling ingericht om slachtoffers van ongelukken met bendskins te verplegen.

Het verhaal achter het Amerikaans motormerk Penton

Zelfhulp

Die onbesuisde rijstijl hoort natuurlijk bij de jeugd. De meeste bendskins zijn immers knapen tussen de 15 en 25 jaar waarvan driekwart zelfs geen motorrijbewijs rijk is. Elke groep heeft in de stad zijn eigen parking met taxistandplaats, ergens op een strategisch punt – een kruising, markt of winkelcentrum. Zo’n plek met omliggende zone wordt beschermd tegen concurrenten. Toch is de onderlinge solidariteit groot. Zo ondernemen de bendskins collectieve acties als hun belangen worden geschaad. Bijvoorbeeld toen de overheid het dragen van een helm, een rijbewijs en een verzekeringskaart wilde gaan verplichten. Wat deed men? Als protest werden de belangrijkste verkeersaderen met duizenden motoren afgegrendeld waardoor het leven in Douala praktisch tot stilstand kwam. Daarop trok het stadsbestuur ijlings alle maatregelen in.

Die zelfhulp gaat soms erg ver. Het komt voor dat de bendskins kapotte wegen in hun zone eigenhandig repareren, omdat het lokale bestuur niet bij machte is dat te organiseren. Regelmatig wordt ook massaal opgetreden tegen de pesterijen van de politie, die erg corrupt is en voor elk wissewasje smeergeld vraagt. Wordt die treiterij teveel dan slaan de bendskins amok en vallen ze agenten met stokken, machetes en stenen aan. Het komt zelfs voor dat honderden motorrijders een politiebureau omsingelen om zo hun gram te halen. De saamhorigheid is overigens niet alleen beperkt tot het werk. Bijna elke groep heeft zijn eigen ‘bikers café’, een bar waar de bendskin-muziek luid over de straat schalt en uiteraard sterke verhalen over de tafel gaan.

Chinese invasie

In het begin reden bendskins rond op tweedehandse motoren die uit Nigeria, Oost-Europa of Zuidoost-Azië werden geïmporteerd. Behendige doe-het-zelvers verbeterden het comfort van de passagiers iets door op de bagagedrager een luxe zitje te monteren. In 1997 was het aantal bendskins al tot 10.000 gestegen en rond die tijd begon ook de zegetocht van goedkope motorfietsen uit China. Tegenwoordig worden deze vaak ‘knocked down’ via de haven aangevoerd en ter plekke geassembleerd. Ze dragen raadselachtige namen als Apsonic, Haojin, Jincheng, Macat, Qian, Sanili, Sanya, Zhongqi, Zongshen of Xgjao. Populair zijn vooral 100 cc, 125 cc en 135 cc machines die vaak nog gesloten kettingkasten hebben, maar dat is natuurlijk een pre voor de passagiers achterop. De techniek is afgeleid van oudere Japanse motorfietsen – Jincheng bijvoorbeeld werkt nauw samen met Suzuki. Hierdoor zijn de Chinese motoren wel extreem vervuilend zodat de lucht in Douala allerminst schoon is.

China

Toen het Rode Boekje nog over China regeerde, waren motortaxi’s vooral populair op het platteland. Meestal waren dit 750 cc Chang Jiang zijspannen, logge buffels die nog steeds gebouwd worden en regelrechte kopieën zijn van de vooroorlogse BMW R71. Tegenwoordig doen in elke Chinese stad glimmende solomachines dienst als taxi en sinds de Olympische Spelen van 2008 is de branche door de overheid aan regels onderworpen. Zo zijn motorrijders en passagiers verplicht een helm te dragen en moet vooraf een ritprijs worden overeengekomen.

De Chinese invasie beperkt zich in Afrika niet alleen tot Kameroen. Ook elders is de opmars van cc’s uit het land van yin en yang indrukwekkend. Bijvoorbeeld in Benin waar driekwart van de motorfietsen uit China komt, terwijl je er tien jaar geleden nog geen één vond. In de grootste stad van dit land, de havenstad Cotonou, rijden naar schatting 30.000 motortaxi’s. Ze worden daar ‘zémidjans’ genoemd en dat betekent letterlijk: neem me snel. De branche is er meer gereguleerd dan in Douala en de chauffeurs dragen, evenals hun confraters in het verre Bangkok, gekleurde hesjes. Het geel, rood, groen of paars geeft de zone aan waarin de motortaxi opereert.

Wildwest

Een vergelijkbare situatie tref je in de Togolese hoofdstad Lomé aan. Sommige zémidjans dragen hier wel een helm, maar hun passagiers moeten het toch zonder zo’n bescherming stellen. Naar verluidt moet je er ook niet te veel over de ritprijs pingelen, want Lomé herbergt de grootste fetisjmarkt van West-Afrika waar schedels, botten, dierenhuiden en met spijkers volgetimmerde voodoopoppetjes te koop zijn; maar dit terzijde. In Nigeria daarentegen is de situatie ronduit beroerd. Daar heersen in steden als Kano en Lagos wildwesttaferelen. Buikschuivers zijn hier aan de orde van de dag omdat chauffeurs van motortaxi’s – ze heten in Nigeria ‘okada’, volgens sommigen een verbastering van het woord kamikazepiloot – vaak beschonken of gedrogeerd op pad gaan.

Motoconcho

De meeste motortaxi’s zijn nog altijd te vinden in Zuidoost-Azië, maar behalve Afrika heeft dit virus ook Latijns-Amerika geïnfecteerd. Ze worden er ‘mototaxi’ of ‘motoconcho’ genoemd en zijn in grote aantallen te vinden in Colombia, Mexico en de Dominicaanse Republiek. Zelfs op het platteland van Bolivia dreigt de mototaxi de aloude autobus te verdringen. De populairste merken komen nog steeds uit Japan, maar in Mexico timmert het kersverse Vento (met name zijn motorscooters die vlak over de grens in het Texaanse Laredo worden gebouwd) behoorlijk aan de weg.

Hoewel Nigeria grote olievoorraden heeft, zijn er regelmatig benzinetekorten. De oorzaken zijn divers: politieke instabiliteit, corruptie en illegale export naar de buurlanden. Dit is tegelijkertijd wel het raison d’être van de okada, omdat motortaxi’s nu eenmaal minder brandstof verstoken dan auto’s en autobussen. Aan de andere kant van Afrika, in Oeganda en Kenia, is er ook een curieuze ontstaansgeschiedenis. Dertig jaar geleden moest je dure formaliteiten regelen om per auto(taxi) de grens tussen beide landen te passeren. Al snel kwamen fietstaxi’s in zwang waarmee je goedkoop het niemandsland kon passeren. Ze werden ‘boda-boda’ genoemd, een afleiding van het Engelse ‘border-border’. De laatste jaren zijn veel fietstaxi’s door motortaxi’s vervangen, maar de naam is blijven bestaan. Ook in de grote steden van Oeganda en Kenia ronken tegenwoordig duizenden boda-boda’s in de rondte. Opmerkelijk is hier de aanwezigheid van merken die uit India en Pakistan komen, zoals Hero-Honda en Excel.

Luxe motortaxi’s

In Londen en Parijs zijn tegenwoordig luxe motortaxi’s actief die de klant op Honda Goldwings en ST1300’s vliegensvlug van het stadscentrum naar de luchthavens Heathrow, Orly of Charles de Gaulle vervoeren. Je krijgt een helm, jas en handschoenen te leen en er kan 15 kilo bagage mee.
Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen