Half april was ik in Spanje met Spanje Motortours Fly & Ride voor ‘De 20-duizend bochtentoer’ – die later werd gewijzigd in ‘De 21-duizend bochtentoer’. Dat is tekenend voor eigenaar en reisleider Mink Bijlsma, een bekende naam in de motorwereld, zeker als je onze media al wat langer volgt. Tot zo’n vier jaar geleden was Mink een gerespecteerd testrijder voor Promotor, waarvoor hij een decennium geleden bizar humoristische video’s maakte. Bijvoorbeeld deze:
Maar goed, Mink dus. Super-creatief, duizendpoot, reisorganisator, levenskunstenaar en tikkeltje ADHD; van zo iemand kun je verwachten dat nog voor de tocht is gereden de naam al is veranderd. En dat geldt ook voor de trip, die doordesemd is van Minks voorliefde voor asfalt en lekker stevig doorrijden. Natuur, landschappen en bergen krijg je er gewoon bij, omdat die er nou eenmaal zijn. Het gaat Mink vooral om de bochten gecombineerd met fluwelig asfalt met hoge grip. Vanaf kilometer-tien merk je dat Mink veel zorg en aandacht heeft besteed aan zijn routes. Die worden voor de tour erop aangepast als er een weg met nog meer bochten voorhanden is. Dus zou je een reis van Spanje Motortours voor de tweede keer rijden, kunnen de routes toch anders zijn.
Toertocht Castilië, Spanje: Spaans fantasialand
Motor op transport
Een week voor vertrek werd mijn motor én bagage naar Barcelona getransporteerd, waar de inmiddels 21-duizend bochtentoer vertrok. Zelf vloog ik zondags travelling light met zo’n beetje het allereerste vliegtuig naar de hoofdstad van Catalonië. Eenmaal geland – rond 09:00 uur – ontving ik een whatsapp-bericht met daarin de exacte locatie van de motor en bagage. Omkleden op de parkeerplaats en na zo’n tien kilometer begon de pret die maatgevend was voor de resterende 1.900 kilometer – verdeeld over 7 dagen – van de tocht. Je hebt Monaco, Las Vegas en – oké dan – Tolbert; korte stratencircuits die het afleggen bij het 1.910 kilometerlange stratencircuit dat Mink had uitgeplozen. Dat Spanje landschappelijke hoogtepunten bij de vleet heeft – Serra de Montserrat! – mag duidelijk zijn. Over de kwaliteit van de (berg)wegen kan ik alleen maar uitbundig en luid op de loftrompet blazen. Wat. Een. Grip. En wat mogen we de uitvinder van de bocht dankbaar zijn. Ooit moet iemand toch hebben bedacht dat je over een weg met een knik erin veel makkelijker bovenaan een berg komt dan in een rechte lijn. In Spanje hebben ze er een sport van gemaakt om zoveel mogelijk bochten per strekkende kilometer in het asfalt aan te brengen. Vind je het gek dat er zoveel racetalent uit dit land komt?
Leuke hotelletjes
Zo’n dertig-veertig kilometer van de kust, in het bergachtige binnenland, wonen nauwelijks mensen. Dat merk je op de wegen, waarvan je je afvraagt wat het idee was om ze hoe dan ook aan te leggen. Wie gebruikt ze en waarom zijn ze zo goed? Een raadsel waarvan ik de oplossing niet heb gevonden. Ergens tijdens dag 3 probeerde ik te onthouden hoeveel tegenliggers mij tegemoet reden. Ik kwam niet verder dan een! En drie tractoren op weg naar een akker. En toch wonen er mensen, want in de stille dorpjes waar ik doorheen reed, stonden auto’s geparkeerd. En waar auto’s staan, is ook benzine te koop. Dus hoefde je niet te tanken als het kon, omdat je niet weet wanneer het volgende station zich aandiende. Nee, je kon gerust met een volle tank beginnen en die in de buurt van het volgende hotel aftanken voor de volgende dag. En over die hotels. Mink heeft niet alleen van de routes een sport gemaakt, ook van de hotels onderweg. Ze zijn kleinschalig, liggen of op een mooie plek of in een oeroud dorpje. Maar altijd zijn de hoteliers hartelijk en behulpzaam. En de maaltijden – ontbijt en diner zijn inclusief de reissom – zijn voldoende en vooral smakelijk. Ook als je vegan bent.
Terugtocht
Om de laatste dag tot het uiterste te rekken, had ik voor de allerlaatste vlucht naar Schiphol getekend. Zo kon ik mij tot een uur of drie in de middag nog een keer uitleven op die fantastische Spaanse wegen. Ook de laatste honderd kilometer van De 21-duizend bochtentocht had nog genoeg moois en lekkers in huis. De tocht eindigde in Elche. Daar leverde ik mijn motor – en bagage – weer in, waarna een shuttlebus mij naar het vliegveld van Alicante vervoerde. De motor stond een week later weer op mijn oprit. Met versleten banden, dat wel. In november ga ik met Spanje Motortours mee naar Andalusië. ’s Kijken of het op de top van de Pico Valeta, waar ik dertig jaar geleden al eens stond, een beetje veranderd is. Wie gaat er met mij mee?
Over Spanje Motortours
Alle motorreizen zijn inclusief motortransport, maar exclusief vliegtickets. Omdat Spanje Motortours geen IATA-licentie heeft, kunnen er geen vliegtickets worden gereserveerd. Gelukkig zijn er genoeg charters die op en neer naar Spanje pendelen. Als je op tijd reserveert, ben je goedkoop uit. Ik betaalde voor een retour Schiphol – Barcelona / Alicante – Schiphol nog geen 200 euro.
Voor het volledige reisaanbod van Spanje Motortours check je de website.