Wat kan het soms toch druk zijn in een mensenleven. Je kinderen die aandacht nodig hebben, je tuin waar werk aan is, de ramen die nog gewassen moeten worden… En dan hebben we het nog niet over je partner die ook eens graag wat tijd met je samen doorbrengt. Toch is het belangrijk om ook eens aan jezelf te denken en weer wat actie in de week te brengen. Op de oprit staat een Kawasaki Ninja H2 SX SE en op 2 uur rijden sta ik op de Nürburgring Nordschleife. ‘Schat, ik ben vanavond niet thuis.’
Fotografie: Pien Meppelink, Bert Claes
Deze avond staan er ‘Touristenfahrten’ gepland op het langste en wellicht mooiste circuit ter wereld. Dan kun je voor 25 euro door de week (30 euro op vrijdag en in het weekend) één rondje van ongeveer 21 km rijden. Ik heb er nog nooit gereden en denk er al langer aan om daar eens werk van te maken. De Kawasaki Ninja H2 SX SE is niet alleen een mondvol om uit te spreken, maar ook een behoorlijk grote en zware motorfiets om over een circuit te jagen. Idealer zou een Ninja ZX-10R zijn, maar ik moet natuurlijk ook nog in Nürburg geraken. En dat is minder handig op zo’n supersport. De H2 SX SE is daar een stuk geschikter voor, met zijn comfortabelere zitpositie en toerkarakter. Dat lees je goed. Deze 200pk-sterke met een supercharger uitgeruste raket is eigenlijk een sportieve toermotor. Hij heeft twee zijkoffers, een zacht zadel, radargestuurde adaptieve cruisecontrol, handvatverwarming, elektronische vering en alle mogelijke comfortitems. Een ideaal vervoersmiddel dus om snel over de Autobahn richting de Eifel te knallen. Want dat is uiteindelijk het idee van deze adrenalinerit: op één avond naar de Nürburgring rijden, een rondje Nordschleife doen en weer terug richting huis. Het is eens iets anders dan padellen…
Brave jongen
Klokslag 17:00 uur gooi ik m’n laptop dicht, eet een snelle hap en hijs me in mijn ééndelige leren pak. Nu al aan het zweten! De Kawasaki Ninja H2 SX SE – laten we hem voor het gemak vanaf nu ‘H2’ noemen – is al volgetankt, dus ik kan rechtstreeks richting Duitsland. De gps zegt exact 2 uur rijden, maar iets in mij zegt me dat het wel vlotter kan. Het is niet de bedoeling om op deze trip de snelheidsregels aan mijn motorlaars te lappen, dus het begin gaat rustig aan. Zeker voor de H2, die met zijn 200 briesende paarden, aangewakkerd door een supercharger, zenuwachtig zit te wachten om zijn volle potentieel te laten zien. Althans, dat zou je denken. Maar eigenlijk gedraagt de Kawasaki zich voorbeeldig aan deze ‘lage’ snelheid van 100 km/u. Ik heb de supercharger nog niet gehoord of gevoeld, en de machine blijft rustig en beheerst. Geen agressiviteit of geschok, gewoon een rustige toermotor. De adaptieve cruisecontrol doet zijn werk, maar ik heb de ‘adaptieve’ eigenschap uitgeschakeld. Dat kun je doen in een van de vele menu’s, enkel als je stilstaat, waardoor je een normale cruisecontrol hebt. Fijn dat Kawasaki deze optie aanbiedt, want niet iedereen vindt het adaptieve rijden aangenaam. Als een coureur die zich voorbereidt op zijn race, kruip ik al eens achter de ruit met de borstkas op de tank om te zien hoe ik straks mijn hoofd zal beschermen bij windsnelheden boven de 200 km/u. Wellicht geen gezicht bij 100 km/u terwijl ik een vrachtwagen voorbijkruip, maar een goede voorbereiding is het halve werk! Los van deze probeersels is de zitpositie op de H2 best aangenaam. Je zit er uiteraard sportief op, maar lang niet zo geplooid als op een ZX-10R. Het is best te doen gedurende lange ritten, hoewel je ook niet op een BMW R1250RT zit. Daarover gesproken, er knalt er mij net een voorbij. Ben ik de grens gepasseerd en heb ik het bord met ‘geen snelheidsrestrictie’ gemist? Een snelle blik op de gps, en inderdaad, het gas mag erop! Ik met mijn stomme voorbereidingen…
Test 2022 Kawasaki Ninja H2 SX SE: Haantjesgedrag
Rallyauto’s van weleer
Wow! 200 km/u, een verdubbeling van die slaapverwekkende 100 km/u, is in geen tijd aangetikt. En ik heb nog niet eens teruggeschakeld. Verkeer. Hard in de remmen. Die Brembo Stylema’s kunnen dat makkelijk aan. Terugschakelen naar z’n vier, verkeer aan de kant en vol doortrekken. Wat een geweld. De supercharger laat zich duidelijk voelen vanaf ongeveer 5.000 tpm en stuwt de H2 in een continue, nooit aflatende stroom richting snelheden ver boven 200 km/u. Alsof het niets is. Daarbij is de stabiliteit van een andere orde. Die hoge snelheden voelen op geen enkel moment beangstigend aan en je hebt nooit het idee dat de machine het niet aankan. Bijzonder indrukwekkend.
De drukte op de Autobahn valt gelukkig mee en de resterende kilometers verdwijnen als sneeuw onder de zon. Ik kom helemaal in de flow van dit hogetemporijden en ben enigszins teleurgesteld als ik de afrit moet nemen richting Nürburg. Normaal gezien ben ik altijd blij als ik van die saaie autosnelweg af kan en eindelijk wat binnendoor kan rijden. In dit geval zijn er… gemengde gevoelens. Die worden echter al snel positief, want de binnendoorwegen in de Eifel zijn uitermate geschikt voor deze H2. Lange doordraaiers, ruime bochten en goed asfalt. Heerlijk. Ik probeer de rijeigenschappen van de Kawasaki zo goed mogelijk onder de knie te krijgen, want straks moet ik meester zijn over de machine op het circuit. Ondanks zijn 267 kg rijklare kilo’s lukt het toch nog aardig om de H2 plat in een bocht te gooien. Dat is niet alleen dankzij de plakkerige Bridgestones en het stijve frame, maar ook het elektronische veersysteem. Dat doet zijn werk zoals het hoort, waarbij je kunt kiezen uit verschillende settings en hardheden. Ik reed deze adrenalinerit uiteraard bijna uitsluitend op de hardste, sportiefste stand. Die voelt het best aan als je gaat pushen. En dat lukte best aardig op de kronkelwegen in het Duitse gebergte. Het meest verslavende is de ridicule trekkracht en… het gesjirp van de supercharger. Die hoor je gek genoeg niet heel hard blazen bij volle acceleratie in lage versnellingen, maar wel agressief ontluchten bij afschakelen met de quickshifter. Het is een geluid dat doet denken aan turbogeblazen rallyauto’s van weleer. Sensationeel voor je oren.
Circuit gesloten
Ondertussen zijn machine en mens helemaal opgewarmd en klaar voor het eerste rondje Nordschleife. De zenuwen beginnen nu lichtjes te komen, hoewel de condities ideaal zijn; het is een warme, zonnige dag en er is geen massa volk. Hier heb ik lange tijd naar uitgekeken en het voelt wat onwerkelijk om hier nu ‘in het echt’ te staan. Ik ken het circuit wel van games en ontelbare uren YouTube-filmpjes, maar dit is toch anders. Bij de toelating tot het circuit kan ik vlot doorrijden tot de laatste slagboom, alvorens ik word tegengehouden door een steward. ‘Für Motorradfahrer gesperrt.’ Wat?! ‘Zu viel Öl auf dem Asphalt.’ Blijkt dat er zopas een ongeluk gebeurd is waarbij een auto olie verloren heeft. De meeste troep is al opgeruimd, maar het is in de bocht nog te gevaarlijk voor motoren, dus die mogen voorlopig niet op het circuit. Even wachten dan maar? Nee, de Nordschleife blijft de hele avond gesloten voor motoren. Daar sta je dan…
Wat nu? Want aan een adrenalinerit zonder een rondje op dit mythische circuit heb ik niks. Naar huis dan maar, en de volgende avond terugkomen. ‘Euh schat, ik ben nog een avondje weg. Tot straks hoor.’ En zo geschiedde. Een boos gezicht van mijn vriendin en weer 1u30 later sta ik opnieuw aan de toegang tot het circuit. En nu heb ik meer succes. De slagboom gaat open en het rijk der vrijheid lonkt. Gas erop! Al meteen zit je aan dik boven de 200 km/u over het eerste rechte stuk te knallen. Ik steek sportauto’s voorbij alsof ze stilstaan. De eerste snelle bocht dient zich aan. Rustig aan hier, geen gekke dingen doen. Aftasten naar het gripgevoel op het plakkerige asfalt en geen risico’s nemen. Geen. Ik zie niemand voor me op het eerste bochtige traject en kan m’n gang gaan. Dit stuk ken ik vanbuiten. Naar links met lichte banking, afdalen naar een rechterbocht, technisch gedeelte links-rechts… Ik probeer een zo goed mogelijke lijn te rijden, maar merk dat het niet zo simpel is door alle hoogteverschillen. Die merk je minder op in spelletjes of op video’s, maar zijn duidelijk aanwezig. Het zorgt ervoor dat vele bochten blind worden en je niet altijd een goed overzicht hebt op ander verkeer. Dat andere verkeer moet je trouwens altijd links inhalen, net zoals op de openbare weg. Rechts inhalen is ten strengste afgeraden en kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Tragere auto’s en motoren voor me zetten netjes hun richtingaanwijzer aan als ze me zien aankomen zodat ik weet dat ze mij gezien hebben. Ik doe hetzelfde om snelle Porsches en BMW’s mij te laten passeren. Een veilig systeem op deze manier, maar je moet wel veel in je spiegels kijken.
Motor opgeblazen
Halfweg op het circuit richting Karussell wordt er plots met vlaggen gezwaaid en gaan de vier richtingaanwijzers op ieder voertuig aan. Een enorme rookwolk in de verte voorspelt niet veel goeds. Een Renault Mégane RS heeft zijn motor opgeblazen en staat stil op de Karussell. Gelukkig is het nog maar net gebeurd en staat er geen hele rij aan te schuiven. Na de panne moet ik me even concentreren, want ik moet snelheid maken om zoveel mogelijk verkeer achter me te laten. Waarom? Even verderop, in Brünnchen, staat fotograaf Bert klaar om mijn doorkomst vast te leggen. En als ik dan in het verkeer rijd, lijkt die foto op niets. Doortrekken dus en volle aandacht op de komende bochten. Hoewel de H2 SX SE geen ideale circuitmotor is, kun je er toch stevig mee uit de voeten op een traject als dit. De remmen en banden moeten overwerken om alle kilo’s in het gareel te houden, maar door de goede stabiliteit en zijn stijve chassis gebeuren er geen onverwachtse bewegingen als je eenmaal op hellingshoek ligt. Daarbij krijg je ook echt dat racegevoel door het continue geblaas van de supercharger. Ik arriveer bij Brünnchen, zonder verkeer, en Bert kan een pracht van een plaat schieten. Achteraf vertelde hij me dat de sjirpende Kawasaki al van ver heel goed te horen was. Omstaanders hadden blijkbaar geen idee welk gevaarte ze mochten verwachten. Geweldig, toch.
Na het Brünnchen-dal, loopt het circuit verder omhoog richting Pflanzgarten. Een snelle reeks van kleine bochten waar de auto’s duidelijk sneller zijn. Ook op dit snelle stuk wordt er weer heel netjes ingehaald, zonder risico’s. Dat zie je op YouTube weleens anders… Aanvankelijk vreesde ik ook voor zulke capriolen, maar die zijn me gelukkig gespaard gebleven. Het laatste stuk nog, en de kleine Karussell doemt op. Kan ik deze wel nemen over de typische betonplaten? Helaas niet, want een snel duo BMW’s steekt me aan de binnenkant voorbij. Jammer, maar niets aan te doen. Op het laatste rechte stuk richting uitgang, pers ik nog een laatste keer alles uit de H2 tot aan de Audi-brug, om daarna af te koelen en mijn zinnen weer op één rij te zetten. Wat een ervaring.
Stamboom Kawasaki Z-serie: eerbetoon aan een legende
Kawasaki Ninja H2 SX SE: jacht naar de 300
Behoorlijk onder de indruk van de hoge moeilijkheidsgraad van het circuit én het voorbeeldige rijgedrag van Kawasaki’s snelste toermotor, rij ik in één ruk verder richting thuis. De avond valt, het verkeer wordt steeds minder en minder en er is nog wat adrenaline over in mijn lijf. Een laatste keer knallen dan maar? De H2 heeft er in ieder geval nog voldoende zin in. Ik moet denken aan wat ik straks op het circuit tegen mezelf zei: ‘geen risico’s’. En die neem ik dan ook niet. Dat is waarom ik besloot dat het bij 280 km/u wel voldoende was, om niet door te trekken tot de magische 300. Dat van die risico’s nemen, bedoel ik trouwens niet sarcastisch. Het toont aan hoe stabiel, vertrouwenwekkend en idioot snel de Kawasaki Ninja H2 SX SE is. Met minder verkeer zou 300 km/u makkelijk gekund hebben. Je bent er ook zo. De acceleratie boven 200 km/u is van een ongezien niveau. De motorfiets blijft maar gaan. Hopelijk doet Kawasaki hetzelfde met dit platform van superchargermotoren. Het is zulke mooie techniek die niet alleen het beste in de ingenieurs naar boven haalt, maar die je ook als rijder in andere sferen brengt.
Rijden op de Nordschleife
Op nuerburgring.de/driving/touristdrives vind je alle info die je nodig hebt om een rondje – of meer – te knallen over Die Grüne Hölle. Er zijn verschillende mogelijkheden met bonussen et cet. Een seizoenskaart kan ook: € 2.200,-.