donderdag 21 november 2024

1963 Duke-Gilera 500 Quattro Cilindri

Grand Prix-racer in beeld

Met evenveel GP-constructeurstitels als Suzuki, zou je denken dat Gilera niet zomaar uit het hart en uit het hoofd is. Zeker niet nadat de Engelse GP-coureur Geoff Duke meneer Gilera wist te overtuigen ‘zijn’ zes jaar oude Gilera 500 4C het in 1963 nog één keer te laten proberen… Proberen MV te kloppen dus!

Zoals zo vaak bij oude Italiaanse GP-racers valt vroeg of laat het seizoen van 1957. Zo ook hier. Gilera was een van de merken die dat seizoen besloot de Grands Prix de rug toe te keren. Aan het begin van het seizoen zeiden BMW en DKW de GPs al vaarwel, waarna in september Gilera, FB Mondial, Moto Guzzi en MV Agusta gezamenlijk aangaven geen heil meer in de GP-racerij te zien. Vooruit, MV ging uiteindelijk toch gewoon door – tot grote irritatie van de andere merken, schijnbaar. Al zal MV Agusta dat weinig hebben kunnen bommen, aangezien ze vanaf 1957 maar liefst zeventien keer wereldkampioen werden in de 500cc-klasse. De overige klassen nog niet eens meegeteld. Gilera was tot dan toe dan ook de grootste concurrent van MV. Beide strijdend met woeste viertakt-vier-in-lijnmotoren. Met het vroegtijdig pensioen van Gilera lag de Grand Prix-wereld aan MV’s voeten vanaf dat illustere jaar van 1957. Maar niet als het aan een bepaalde vijfvoudig wereldkampioen lag!

Zijden draadje

Niemand minder dan Engelse GP-coureur Geoff Duke had bij Giuseppe Gilera aangedrongen op het voorzetten van het raceteam. Gilera stemde in, mits Duke onder persoonlijke titel het team zou leiden. Zo ontstond Scudería Duke in 1963. Het mocht niks kosten en de 350cc-klasse moest Dukes team er ook bij pakken. Bij gebrek aan extra onderdelen hing het succes aan een zijden draadje. Dat draadje was weer gesponnen van niets dan pure ijdele hoop en de inzet van Geoff Duke zelf. Hij had meneer Gilera immers gebeld, omdat hij zeker wist dat de inmiddels gedateerde Gilera 500-4 zich nog steeds met de MV’s kon meten. Hij kon het weten. Duke won er tussen 1953 en 1955 drie titels mee voor Gilera in de 500cc.

Laverda van de toekomst

MV had in de tussentijd weinig concurrentie ondervonden en zodoende weinig verbeterd. Toch viel met name de betrouwbaarheid van de Gilera’s tegen. Starts in de 350cc-klasse werden geregeld geschrapt, omdat men de onderdelen voor de 500’s nodig had en crashes waren niet zelden opmerkelijk en met grote gevolgen. Een afgebroken voorvork voor Derek Minter tijdens de eerste test op Monza, kostte de eerste van vier motoren. Total loss. Later zou Phil Read het blok van de zijne opblazen tijdens de Senior TT-race dat jaar. John Hartle haalde de finish wel, maar de Gilera-viercilinder was ondertussen een driepitter geworden.

De eer te na

Een overwinning hier, een podiumplek daar. Scudería Duke deed het niet eens heel slecht met de Gilera. Belegen of niet, de Gilera 4C was slechts vijf mijl per uur trager dan de MV. Alleen was men in de fabriek in Italië minder optimistisch gestemd. Dit was Gilera de eer te na. De 350cc-fietsen werden teruggeroepen – niet dat er nog genoeg onderdelen waren om competitief te zijn, maar vooruit. De nadruk kwam voor de laatste races van 1963 op de 500cc-klasse te liggen. En dat begon goed, want ondanks rare fratsen, deden de Gilera’s het eigenlijk best oké en steeds vaker bleven ze ook braaf heel.

Tijdens de Dutch TT in 1963 zette Scudería Duke de zes jaar oude Gilera 500/4’s op het podium. Dat Mike Hailwoods MV Agusta uitviel, is een gegeven. Alleen won de 500/4 niet alleen – met John Hartle aan het stuur –, ook op de tweede plek stond een rood-witte Italiaanse vierpitter. Phil Read werd op 4,6 seconden achter zijn teamgenoot tweede. Domineren kun je leren, want de derde plek was voor Alan Shepherd op zijn Matchless. Pas een dikke twee minuten later!

Genadeklap…

Met dat uitgangspunt waren podiumplaatsen tijdens de Ulster en op Spa-Francorchamps best prima resultaten. Helaas ging Read in België onderuit, waarmee Gilera nog slechts twee 500/4’s overhad. De teller liep op tot drie Gilera 4C’s total loss toen Hartle op het oude 8,71 kilometer lange Sachsenring-circuit onderuitging. Gilera en Duke hadden hierna hun zinnen gezet op klein geluk tijdens de belangrijkste race van het seizoen. Op het thuiscircuit van Monza moest Scudería Duke het doen bij de Nations Grand Prix. Een van de gecrashte 500/4’s werd opgelapt en met een dubbelloops team was het alles of helemaal niks. Met John Hartle op de oplapper en Phil Read op de laatste – ook al niet geheel ongeschonden – Duke-Gilera 500 4C moest het gebeuren. Hartle haalde met zijn bij elkaar geraapte 500/4 de start niet eens, nadat de Gilera met een crash de genadeklap kreeg in de trainingen. Read zou wel starten, maar de verouderde Gilera was inmiddels zo doorleefd, dat het bloedsnelle en chicane-loze Monza van weleer teveel was voor de vier-in-lijn uit Arcore. Technisch zo hoogstaand als de MV Augsta, kwam het comeback-sprookje van de Gilera-viercilinder tot een eind. Gilera wilde de eer van zes 500cc-wereldtitels niet verder schaden. Eindelijk kon de Gilera 500/4 – bijna veertig jaar na het allereerste vier-in-lijn-ontwerp van Piero Remor – nu met een welverdiend pensioen.

Nick Enghardt
Nick Enghardt
Nick Enghardt, geboren op 14 december 1989. Druktemaker, techniek-nerd, liefhebber van oude motoren en een eindeloze bron van nutteloze (motor)feitjes. Werkt haast net zo lief aan zijn motoren als hij erop rijdt. Behalve dat Nicks motoren niet zelden stuk voor stuk stilstaan. Gelukkig maar dat hij MotorNL-testredacteur is en er dus altijd wel een nieuwe motor te testen valt.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen