Op 19 en 20 mei reed redacteur Thierry Sarasyn een officieel erkend record door in minder dan één dag 15 landen aan te doen. Hij had welgeteld 21u59 minuten nodig om van Polen naar Nederland te rijden. Hoe fikste hij dat? En… wat kun jij doen om dit record te breken?
Zo’n 24-uurs race tegen de klok – je moet je wel aan de plaatselijke verkeersregels houden – is geen sinecure. Dat moet je enigszins voorbereiden. Thierry legt aan de hand van elf tips uit hoe hij het deed en waarmee jij mogelijk je voordeel kunt doen.
Fotografie: Christopher Rocx/Thierry Dricot
1. Voorbereiding is het halve werk
Dit is de belangrijkste tip. In 2022 reed ik al eens 13 landen in één dag en had na de finish nog ongeveer vijf uur over. Veertien was dus makkelijk haalbaar geweest, want van Bastenaken naar Eijsden was nog maar anderhalf uur rijden. Ik wist dat vijftien haalbaar was, dus liet ik dat veertiende land voor wat het was. De ervaringen die ik langs de route opdeed in 2022 hebben me tijdens de recordrit goed geholpen. Ik wist waar de problemen lagen, waar ik extra aandacht aan navigatie moest geven, op welke dagen en uren ik het best reed… Toch heb ik de route opnieuw zo goed als volledig verkend. Er duiken overal wegwerkzaamheden op en wat nu nog een bouwplaats is, kan binnen twee weken een afrit zijn. Eén week voor de recordpoging reed ik de route nog eens vanuit Italië tot aan Luik. Dat bleek tijdens de recordrit een foutje, want een kwartier voor de finish in Eijsden, reed ik nog hopeloos verloren in… Luik. Ik vertrok voor mijn avontuur van net voorbij Ljubljana in omgekeerde richting de route tot in Polen. Maar tijdens de recordpoging waren er wegwerkzaamheden in… Ljubljana. Precies op het stuk wat ik eerder vanuit Italië tot voorbij Ljubljana had verkend. Los daarvan: door een grondige voorbereiding ontdekte ik nog stukken waar ik heel veel tijd won en die niet op mijn oorspronkelijke traject stonden. Het heeft me geholpen om uiteindelijk na 22 uur rijden in Eijsden aan te komen.
‘Een kwartier voor aankomst, reed ik nog hopeloos verloren in… Luik’
2. Rijd niet te snel
Misschien gek als je 15 landen wil doen binnen een etmaal. Maar het is wel waar. Daarom was het ook geen probleem om me aan wettelijke snelheden te houden. Als je té hard rijdt, loopt het verbruik enorm op en moet je vaker stoppen om te tanken. In de meeste landen is 130 km/u de maximumsnelheid en dat volstaat. In Duitsland zijn er op een aantal wegtrajecten geen beperkingen en daar reed ik zo’n 160 km/u, maar ik zag het verbruik spectaculair stijgen. Trager gaan om sneller te eindigen is de boodschap als je mijn record wilt breken.
‘Als je té hard rijdt, loopt het verbruik enorm op en moet je vaker stoppen om te tanken.’
Marathonmotor Honda ST1300 Pan European: alleen wassen, tanken en rijden
3. Hou je tankstops kort
Gebruik je tankstops om wat te bewegen en iets te eten, maar houd ze kort. Vijf minuten langer stil staan is enorm lastig om in te halen. Ik vond korte tankstops erg belangrijk in het resultaat dat ik neerzette. Ik had bij de apotheker vloeibare en calorierijke voeding gehaald. Een soort astronautenvoeding. Eén busje leegdrinken was bijna evenveel als een maaltijd. Dat neemt niet weg dat je af en toe echt een broodje of een stuk taart moet kopen om je zelf te belonen. Dat houd je aan de gang. Als je de stops maar goed plant, weet wat je gaat doen en als je geen tien minuten uittrekt voor een bakje koffie, dan is er geen probleem. Ik stopte in totaal negen keer. En dat duurde in totaal niet veel langer dan een uur. Toen ik vast kwam te staan voor een tunnel die plots afgesloten was, gebruikte ik een deel van de wachttijd om de jerrycan die ik bij me had in de tank te gieten, zodat ik een extra tankstop kon uitsparen. En ik at ook het broodje op dat ik al een uur of tien in de koffer had zitten. Op die manier hoefde ik niet meer te eten en spaarde ik een tankstop uit. Dat leverde me wellicht een kwartier op, zodat de 55 minuten die ik voor de tunnel stond, uiteindelijk maar een dik half uur tijdverlies betekenden.
‘Ik stopte in totaal negen keer. En dat duurde in totaal niet veel langer dan een uur.’
4. Schenk aandacht aan details
Details maken soms het verschil, maar ze geven je ook gemoedsrust. Als je weet dat alles tot in de puntjes voorbereid is, begin je rustig aan de tocht. En die rust heb je nodig om dit tot een goed einde te brengen. Vorig jaar begon ik als een gek aan de 13 landen. Bij de eerste stop verslikte ik me in de astronautenvoeding. Zo gehaast was ik. Toen besefte ik dat de recordpoging geen sprint was, maar een marathon. Rustig en gestaag rijden is altijd veel beter dan haast en risico’s. En als elk detail in orde is, hoef je je nergens zorgen om te maken. Route gepland, creditcard gemakkelijk bereikbaar, oordopjes binnen handbereik en van zoveel mogelijk zaken dubbel mee. Ik had drie paar oordoppen, twee paar handschoenen, twee regenpakken, twee navigatiesystemen… Mocht er onverhoopt iets misgaan, dan was ik erop voorbereid.
‘Toen besefte ik dat dit geen sprint is, maar een marathon.’
5. Kies je erkenning
Mijn record is geen gemakkelijke tocht. Vraag jezelf af of je dit doet voor de eer of voor de uitdaging. Bij mij was het vooral dat laatste. Ik heb wel vaker gezegd dat ik liever provinciaal kampioen motorcross was geworden dan bezitter van dit wereldrecord. Ik heb dit in de eerste plaats gedaan om de uitdaging aan te gaan en die tot een goed einde te brengen. Daarnaast moet je je afvragen welke erkenning je hiervoor wilt. Guinness erkent deze records niet; ze hebben gelijk om geen records met motor-aangedreven voertuigen op de openbare weg te erkennen. Omdat mijn record een touringrecord is en touringclubs aangesloten (kunnen) zijn bij de nationale motorsportfederaties, is dit erkend door MotorSport Vlaanderen als een wereldrecord. Dat is de officiële federatie die een onderdeel is van de Belgische MotorRijdersbond, die op zijn beurt deel uitmaakt van de FIM, de Internationale Motorsport Federatie.
Nu zijn er nog een aantal organisaties die records erkennen. En als je er eentje vindt die nog geen ‘aantal landen’ als record geregistreerd heeft, kun je bij wijze van spreken van Nederland naar België rijden en recordhouder worden. Net als in het boksen zijn er in de motorsport ook heel veel federaties. Dat levert de bokswereld vele wereldkampioenen op. De vraag die je voor jezelf moet beantwoorden is: doe je het voor het papiertje of voor de prestatie. Ik heb gekozen voor de erkenning van de federatie die ook motorsportkampioenen erkent. Dat is voor mij genoeg. Wie voor een record gaat dat door de KNMV, een federatie als de IWRO of IRSG erkend wordt, moet wel in het achterhoofd houden dat de motorrijdersgemeenschap heel goed weet wat er ooit is gepresteerd. En dat is mijn record: 21u59 minuten voor 15 landen is voor motorrijders nu de maatstaf. Ik wens iedereen die dat wil verbeteren alle succes, want ik doe dit nooit meer.
‘Als je een organisatie vindt die nog geen aantal landen als record geregistreerd heeft, kun je bij wijze van spreken van Nederland naar België rijden en recordhouder worden.’
6. De juiste motorfiets
Vorig jaar reed ik met de MV Agusta Turismo Veloce, een sporttouring-motor waarbij de nadruk meer op de sport dan op het toeren ligt. Ik heb geen ogen op mijn achterhoofd, maar in mijn verbeelding zag mijn zitvlak er vorig jaar uit als de achterkant van een baviaan. Dit jaar reed ik 400 km meer en twee landen extra en stapte frisser van de motor. De keuze van de Kawasaki Versys 1000 SE was een essentieel onderdeel van mijn geslaagde avontuur. Is de Kawasaki daarmee de enige motorfiets waarmee je een recordpoging kunt doen? Natuurlijk niet. maar voor mij deed de Versys 1000 SE exact wat ik nodig had. De Kawasaki bood comfort, een laag verbruik, goede prestaties en een fijn stuurgedrag. En ik vond dat de Versys er met z’n Bridgestone-Motul-Kawasaki-bestickering top uitzag.
‘Voor mij heeft de Kawasaki exact gedaan wat ik nodig had.’
7. Ken je landen
En dan bedoel ik niet dat je topografie op orde is, maar vooral dat je de lokale wetten en vereisten moet kennen. Voorbeeld? Voor aanvang van de recordpoging reden we reden met een busje – met de motor er in – tot net voorbij Ljubljana, omdat zo de fotograaf al een deel van de beelden kon schieten. Ik registreerde een vignet voor een voertuig tot 3,5 ton voor het busje en eentje voor de motorfiets. Maar het vignet vermeldde wel het juiste gewicht, maar niet de juiste hoogte. Standaard is dat in Slovenië tot 1,3 meter. Binnen het kwartier werden we op de snelweg aan de kant gezet. Het camerasysteem registreert daar alles. Ik moest een nieuw vignet van 30 euro kopen en kreeg ook nog 150 euro boete. Dat is zuur. Maar het zou nog veel erger zijn als je door de politie aan de kant wordt gezet tijdens de recordpoging in plaats van tijdens de heenreis. Heel wat landen vragen een vignet of een soort tol die je op voorhand moet betalen. Dus voor de recordrit alles, maar dan ook alles checken is het devies.
‘Heel wat landen vragen een vignet of een soort tol die op voorhand moet betaald worden.’
Elvis Presley en zijn liefde voor motoren
8. De juiste kledij, de juiste banden
De juiste kledij is net zo belangrijk als de juiste motorfiets. Of de juiste banden. Ik had veel regen in het begin, dus een band met een goede wet-grip is altijd van belang. Je moet ook de tocht in twee richtingen kunnen uitrijden. Dus kies een band die minstens 5.000 km aankan. De Bridgestone T32 die standaard op de Versys 1000 SE ligt, was voor mij een uitstekende keuze.
Let ook op in je keuze van je kleding. Een motorpak dat alle temperaturen en omstandigheden aankan, bestaat niet. Kies dus voor een goede, veelzijdige basis en neem reservekleding mee voor extreme omstandigheden. ’s Nachts moest ik afrekenen met hevige regen. Daarom was ik blij dat ik een pinlockvizier had, dat zich aanpaste aan het licht. Helder bij donker weer, donker bij fel licht. In combinatie met een goed regenpak zorgde dat ervoor dat ik toch met een vrij goed zicht door deze extreme omstandigheden kwam. Als je denkt dat het hier donker is op de secundaire wegen, moet je op een regenachtige nacht eens door een Hongaars bos rijden…
‘Als je denkt dat het hier donker is op de secundaire weten, moet je open een regenachtige nacht eens door een Hongaars bos rijden…’
9. Wees origineel
Wil je een deel van de landen die ik bezocht doorkruisen of zelfs de hele route rijden? Dat mag, maar weet dat ik me niet aan het vooraf bedachte roadbook heb gehouden. Na Liechtenstein wilde ik oorspronkelijk langs een zuidelijke route via Zurich naar Bazel rijden. Ik reed de grens over vanuit uit Liechtenstein en zag dat er links in de bergen heel zwaar weer was. Daarom koos ik ter plekke gewoon om over de noordelijke snelweg naar mijn volgende punt te rijden. Dat was wel 20 km extra, maar wel met een heerlijk lentezonnetje boven het hoofd. Duidelijk de betere keuze. Eigen keuzes zijn belangrijk. Misschien kom ik ooit ook te weten of er een betere route bestast. Al zou het ook een compliment zijn als de route die ik reed bij een volgende recordpoging wordt gebruikt. De Hongaarse bossen, Slovaakse vlaktes, slingerende snelwegen in Slovenië en Oostenrijk, het perfecte asfalt in Zwitserland… het is allemaal heerlijk om te rijden. Vergeet dus niet te genieten. En dat heb ik af en toe wel gedaan.
‘Weet dat ik me niet aan het roadbook gehouden heb.’
10. Aandacht voor voeding
Ik had het al over de tankstops. En de zogenaamde astronautenvoeding die ik gebruikte. Maar er was meer. Ik had gelletjes van wielrenners en duurlopers mee om snel en kort energie op te doen. Maar ik kocht in de tankshops ook enkele sandwiches en zelfs een kaastaart. Gewoon zaken die je makkelijk kunt eten. Je lichaam vertelt je op een gegeven moment zelf wat het nodig is. Ik dronk ook isotone dranken. Die worden beter opgenomen door het lichaam. Je bent beter gehydrateerd en je moet er vooral minder door plassen. En naar het toilet gaan kost tijd. Ik had in alle eerlijkheid immodium overwogen om te vermijden dat ik onderweg moest poepen, maar dat bleek uiteindelijk niet nodig. Pas een dag later kreeg ik aandrang, zenuwen kunnen blijkbaar ook voor constipatie zorgen.
‘Ik heb immodium overwogen zodat ik onderweg niet hoefde te poepen.’
11. Blijf gezond
Ik wilde absoluut vermijden dat ik ziek werd en probeerde dus een maand voor vertrek heel gezond te leven. Als een monnik bijna, zonder alcohol en met voldoende slaap. Ging perfect. Tot ik twee dagen voor vertrek één of andere vieze Poolse bacterie opliep. Mijn neus zat helemaal dicht, mijn keel voelde aan als schuurpapier en ik voelde me fysiek als een uitgewrongen dweil. Om het kwartier moest ik in mijn helm mijn neus snuiten. Ik weet niet of het ooit nog goed komt met de Arai. Thuis heeft een antibioticakuur me er snel weer bovenop geholpen, maar de rit was minder slopend geweest als ik gezond als een vis de rit had kunnen rijden.
‘Ik weet niet of het ooit nog goed komt met de Arai.’