Mythische bestemmingen en motorrijders: het zijn twee handen op één buik. We beschouwen elke verre uithoek, extreme punt, hoogste top of laagste dal als perfecte aanleiding om onze tweewieler op te blinken, de koffers aan te binden en op avontuur te trekken. En zo komt het dat ik na een stevige voorbereiding en maandenlang reikhalzend uitkijken op een vroege zaterdagochtend gepakt en gezakt de eerste versnelling aantik, bestemming Noordkaap.
Etappe 1: Antwerpen – Kiel – Oslo
It’s not about the destination, it’s about the journey. Een waarheid die klopt als een bus als je met de motor een mystieke bestemming als de Noordkaap opzoekt. Maar vooraleer die journey echt memorabel begint te worden, moeten we toch eerst kilometers vreten. Reisgezel Joris zal de trip ondernemen met een Moto Morini X-Cape 650 uitgerust met de driedelige kofferset. De X-Cape heeft – behalve een toepasselijke titel voor deze onderneming – z’n plaats als oerdegelijke, betaalbare allroader intussen opgeëist in dit drukbezochte segment. Geen overdreven kracht of bijzonderheden, gewoon souplesse, veelzijdigheid en comfort. Ik krijg voogdij over de Suzuki GSX S1000GX sport-touringmotor uitgerust met het Touring-accessoirepakket. Voorzien van makkelijk hanteerbare power, een droom van een automatische ophanging en een comfortzadel. We spreken voor vertrek alvast af dat ik nooit zelf mag beginnen over zadelpijn.
Twee verschillende karakters, dus (en dan doel ik vooral op de motoren), maar met hetzelfde doel. De snelweg brengt ons opvallend vlot vanuit het mondaine Ekeren tot aan het Duitse Kiel. Daar betreden we ’s anderendaags omstreeks 14u het autodek van de Color Fantasy: ’s werelds grootste cruiseschip dat ook voertuigen kan vervoeren. Dankzij deze strategie vermijden we een flink aantal uren aan saaie kilometers, staan we de volgende ochtend meteen in Noorwegen én hebben we meteen een overnachtplek. Win-win-win. Helaas was dat laatste niet van toepassing tijdens het obligatoire casinobezoek aan boord van het schip. Maar goed. Een biertje op het zonnedek, een cocktail met een magnifiek uitzicht op de ondergaande zon en een laatste blik op de reisplannen doen ons alleen maar nog meer zin hebben in wat gaat komen. Tijd om de kajuit op te zoeken.
Nieuwe veerverbinding Eemshaven-Noorwegen onderzocht
Etappe 2: Oslo – Bergen – Geiranger
Eens aangemeerd in Oslo, rijden we zonder omkijken naar Bergen. Het eerste deel van deze etappe leidt ons door een landschap dat we nadien eigenlijk niet meer zullen tegenkomen. Waar we de komende dagen om de oren zullen geslagen worden met staalblauw fjorden en machtige watervallen, brengt deze weg ons over plateau’s en door de bergen naar, wel, Bergen.
Al staat ons onderweg wel een wake-up call te wachten. Na een ruime bocht zien we plots enkele auto’s stilstaan op de weg met naast de weg een stomende Tesla met de airbags open geplooid en het koetswerk naar binnen. De wagen was slechts ettelijke minuten voor onze passage in de berm beland. De inzittenden, twee jonge kinderen en hun grootouders, waren nog maar net bevrijd met de hulp van omstaanders. De ogenschijnlijk rustige bergpas stond al snel vol met auto’s en passanten die hielpen waar kon, en omdat onze aanwezigheid iets te hard op ramptoerisme begon te gelijken besluiten we om door te rijden. Aan halve snelheid, weliswaar.
Etappe 3: Bergen – Geiranger
Ter hoogte van Bergen gaat onze route nu écht noordwaarts. En daarmee begint ook het ferryhoppen. Autoferry’s moeten zowat de belangrijkste variant van openbaar vervoer zijn in west-Noorwegen, en gelukkig betekent dat ook dat het hele overzetbotensysteem bijzonder soepel verloopt. Zeker in het eerste deel van de trip moeten we nooit meer dan 20 minuten wachten op een overzet. Bovendien mogen we meestal de wachtende campers voorbijsteken – al is dat afhankelijk van het humeur van de ferry-medewerkers. Via de app FerryPay hebben we op voorhand onze nummerplaten ingegeven, zodat elke vaart achteraf gefactureerd wordt en je aan boord je betaalkaart niet telkens moet bovenhalen.
Tijdens een van de overzettochtjes slaan we een praatje met een Noorse collega-motorrijder. Na de standaard “Where’re you from”-babbel, vertellen we hem over onze plannen de komende dagen. “You’ve heard the news about Trollstigen, right?”, vraagt de man ons. “Hoezo?”, is op ons gezicht af te lezen. Blijkbaar is de befaamde Trollenweg, een toeristische route langs indrukwekkende uitzichtpunten en met als apotheose een steile kronkelweg met 11 haarspeldbochten, erg recent afgesloten voor alle verkeer. Door meerdere rotsverschuivingen besliste de overheid omwille van veiligheidsredenen de route af te sluiten voor de rest van het jaar. Damn. Deze legendarische motorweg stond natuurlijk bovenaan onze must do’s tijdens deze trip. We plotten tijdens de rest van de vaart een alternatieve route uit. Dat is snel gebeurd – er is er maar één – dus we rijden opnieuw even enthousiast als voordien de ferry weer af.
Vervolgens brengt onze route ons langs de Gamle Strynefjellsvegen. Deze historisch belangrijke weg (weetje: Gamle is Noors voor “oud”) is een echte toeristenroute, want je vermijdt hiermee de moderne en snellere maar saaiere tunnelweg. In de plaats rijd je (zelfs in juni) langs zomerse sneeuwhoopjes en krijg je een prachtig uitzicht over meertjes en watervallen. Bovendien word je als motorrijder getrakteerd op leuke bochten en uitdagende gravel. Kolfje naar de hand van de X-Cape. De GSX S1000-GX is op papier minder in z’n sas op zulke ondergrond, maar laat zich – zelfs volgepakt – allerminst uit z’n lood slaan.
Toertocht Italië: geweldig motorrijden in Toscane
Van het ene hoogtepunt naar het andere – letterlijk. Want deze weg eindigt ongeveer waar je kan afdraaien richting de Dalsnibba: een bergweg die je naar een hoogte van 1.500 meter brengt tot op een onwaarschijnlijk uitzichtpunt op het Geirangerfjord. “Klinkt mooi.”, hoor ik jullie luidop denken. “Maar waar zijn de foto’s?”, Wel, eens we de start van de Dalsnibba indraaiden werden we verwelkomd door een tolpoort en de mededeling dat we 170 Noorse kronen (zo’n kleine 15 euro) per motorfiets mochten ophoesten om door te mogen. De vele (gratis) uitzichtpunten en overige prachtige natuur en dito wegen die ons nog te wachten stonden in het achterhoofd, leek het ons niet de moeite. Mogelijks een vergissing, maar eerlijk gezegd waren we het al snel vergeten. Temeer door het ongelofelijke decor dat onze weg naar Geiranger sierde en waardoor we ons in het videospel Red Dead Redemption waanden – op een stalen ros, weliswaar. En met minder bandieten en vrouwen van lichte zeden in de struiken. En minder beschonken.
Eens in de buurt van Geiranger wordt het tijd om onze tenten op te zetten. We rijden langs een aantal prachtige, enorme tuinen die uitkijken op het water. De ultieme tentplek-voor-een nacht, daar zijn we het meteen over eens. In de Scandinavische landen geldt het allemansrecht, wat voorschrijft dat je zelfs op particuliere grond voor één nacht je tent mag opzetten in de natuur. Eén van de voorwaarden, echter, is dat je minstens 70 meter verwijderd moet blijven van woningen, en liefst ook toestemming krijgt van de eigenaar. Daarom bellen we aan bij enkele huizen om toestemming te vragen. De derde eigenaar die we de vraag stellen, een iets oudere man, ziet er geen graten in, dus we rijden opgewekt zijn tuinpad op en zoeken een geschikt plaatsje. Niet veel later zien we in de verte een jong koppel-met-hond dat enigszins driest naar ons toe komt gewandeld. Het wordt al snel duidelijk dat ze niet zo blij zijn om hier motorfietsen te zien, maar alleszins hebben we toestemming van de eigenaar, toch? Niet dus. Het jonge koppel blijkt de echte eigenaar van de grond te zijn, en de oudere heer die we aanspraken de vader van de jongeman. Die was blijkbaar gewoon toevallig op bezoek, en vond het wel lollig om ons op bezoek te hebben. Zoonlief blijkbaar iets minder. Een vorm van Noorse humor? Of een oprecht misverstand? Alleszins, geen tijd meer om een nieuwe wildkampeerspot te vinden, dus rijden we braaf verder naar een camping.
Etappe 4: Geiranger – Trondheim
De weg naar Trondheim is bezaaid met ellenlange tunnels – zelfs met rotondes erin – en fraaie bruggen. We rijden via de Atlantic Road en de befaamde glooiende Storseisundet-brug richting Kristiansund en vervolgens Trondheim. Daar verblijven we wat langer om even rust in te lassen. We nemen er intrek in een Airbnb beheerd door enkele Noorse studenten om eens een deftig bed en een wasmachine te hebben na enkele dagen kamperen – geen overbodige luxe.
Trondheim zelf verrast ons. Het is er aangenaam zonnig en omdat het weekend is, bruist het Noorse hipsterstadje met livemuziek en een marktje met streekproducten. De elandenworst die we niet konden laten liggen zag er goed uit, maar z’n smaak was het helaas niet. Tijdens deze onvoorziene citytrip plotten we op een zonovergoten terrasje, en in het gezelschap van een – uiteraard – veel te dure pint, de rest van onze route meer in detail.
Etappe 5: Trondheim – Tjøtta
We nemen afscheid van Trondheim en zetten koers richting het Hoge Noorden. In plaats van de snelle maar weinig spannende E6-snelweg, doen we dat via Route 17. Of meer sprookjesachtig: Kystriksveien, wat zich laat vertalen naar Kustweg. Absoluut een must als je deze trip onderneemt. Een 650 kilometer lange, perfect onderhouden en kronkelende weg vlak naast de Noorse zee. Je rijdt er langs vissersdorpjes en hun magnifieke witte zandstranden, door bossen en over bruggen en langs fjorden en bergen die in geen woorden of foto’s te bevangen zijn. We kijken ons de ogen uit het hoofd, en de gesprekken via ons Cardo-communicatiesystemen gaan niet diepgaander dan “Wauw” en “Kijk daar!” en “Zie die waterval eens”.
Met maar liefst zes overtochten op twee dagen bereikt het ferryhoppen hier een hoogtepunt. De boottochtjes zijn telkens een uitgelezen gelegenheid om even uit te rusten en wat te eten. De uitgestrekte gebieden tussen de ferrykaaien door zijn dan weer de perfecte omgeving om optimaal het allemansrecht te genieten. Het lijken wel eilandjes. Wanneer de avond valt zetten we in de buurt van het dorpje Tjøtta de motoren aan de kant en gaan te voet op prospectie in een weide. Het is regenachtig, maar we vinden een perfecte heuveltop om onze tenten op te zetten: beschut onder de bomen buiten het bereik van mogelijke stroompjes door de regen. Maar geraken de motoren er wel… Slechts één manier om het te ontdekken. Om de heuveltop te bereiken moeten we eerst een redelijk diepe gracht door en vervolgens over het natte gras naar boven rijden. Ook hier: het ideale terrein voor de X-Cape, die er dankzij z’n hoge veerweg en robuuste allroadbanden fluitend doorheen komt. Tijd om de sport-tourer uit z’n comfort zone te halen. Ik neem een korte aanloop over het asfalt en rijd de gracht schuin in, in het spoor dat de Moto Morini voor me prepareerde. Het natte gras doet de straatgerichte achterband even doorspinnen, maar die vindt gelukkig snel weer voldoende grip. Zonder aarzelen en in een constant tempo rijd ik verder de heuvel op en verbaas ik me over de GSX-S1000GX en hoe lichtvoetig die zich blijft gedragen. Zelfs aan lage snelheid, volgepakt met bagage en op een uitdagende ondergrond.
Eens boven zetten we onze tenten op naast de motoren. De afgelopen dagen werden we verwend met uitzonderlijk mooi weer. Deze avond, daarentegen, verdringen regenwolken de zon. We laten het niet aan ons hart komen. Zeker niet omdat we plots het bezoek krijgen van een kudde schapen die poolshoogte komt nemen van de vreemde bezoekers op hun territorium. De confrontatie blijft gelukkig bij argwanende blikken (dat geldt voor beide partijen) waardoor we met een min of meer gerust gemoed de slaapzak inkruipen.
Van de Noordkaap naar de Zuidkaap: 30.000 km in het zadel
Etappe 6: Tjøtta – Bodø
Ik zou willen zeggen dat we bij het krieken van de dag onze weg verderzetten, maar dat gezegde past in deze regio eigenlijk niet. In de zomer is er hier in het hoge noorden namelijk àltijd zonlicht, waardoor de dag aldus 24 uur lang blijft krieken. Alleszins: we ruimen de natgeregende tentjes en ons afval op en rijden verder langs onze intussen geliefde Route 17. Tijdens de ferry-overtocht tussen Kilsboghamn en Jektvik varen we officieel de noordpoolcirkel (Arctic Circle) binnen. Niet dat het eindpunt al binnen handbereik is: een blik op Google Maps leert ons dat het via onze route nog zeker 1.300 km rijden is tot aan de Noordkaap.
Aan de ferrykaai van Jektvik houden we een koffiestop in een lokaal winkeltje. Een fietstoerist lijkt problemen te hebben met zijn betaalkaart bij het afrekenen van z’n ontbijt en geraakt duidelijk wat geënerveerd. In de hoop goede karmapunten te scoren voor de rest van de reis, stel ik voor om hem zijn koffie en ontbijtkoek te trakteren, waar de man dankbaar op ingaat. We geraken aan de praat en zo leer ik dat de beste kerel eigenlijk een waanzinnige trip aan het maken is: een hele tijd geleden vertrok hij met zijn fiets in Sicilië aan het meest zuidelijke puntje van Italië met als doel: de Noordkaap. Hij had geen bijzonder uitgestippeld plan, en geen concreet schema. De ultieme vrijheid. Zijn route bracht hem onder andere door Brussel en wielermekka Oudenaarde, en nu was zijn eindpunt eindelijk in zicht – of toch bijna. De Italiaan was er niet rauwig om dat z’n queeste bijna ten einde was, zoveel was duidelijk. We nemen afscheid en vervolgen op onze respectievelijke tempo’s onze weg naar Bodø.
Helaas volgt de regen ons ook. Mijn Vanucci-regenpak en laarzen bieden uitstekend weerwerk en houden mijn motorpak en voeten kurkdroog en mijn lichaam warm. Maar wanneer we een plek voor de nacht zoeken, lijkt het er echter op dat de regen – alweer – niet meteen zal stoppen. De meeste van onze spullen zijn nog doorweekt van de vorige nacht. Het vooruitzicht op algemene klammigheid en gedoe met het opzetten van de tentjes in een stortbui maakt ons niet meteen warm. Gelukkig bieden de meeste campings in de regio trekkershutjes aan die voor een erg schappelijke prijs droog onderdak bieden. Piepklein, maar op z’n minst voorzien van een kleine keuken en een bed. En een dak. We zijn snel overtuigd. Het blijft vakantie, nietwaar! Het biedt ons ook de kans onze natte spullen een nachtje te laten luchten. Kwestie van de komende dagen ons goed humeur niet te verliezen.
Etappe 7: Bodø – Alta
De allerlaatste Noorse ferry wacht ons ’s anderendaags in de namiddag op in Bodø. Het is een lange vaart deze keer, want de aankomst ligt in Moskenes. Dat is één van de meest zuidelijke dorpjes van de Lofoten. De bekende eilandengroep heeft de reputatie wondermooi en onmisbaar te zijn in een roadtrip door Noorwegen. En de geruchten blijken te kloppen. Niets is te vergelijken met het landschap dat dit stukje Noorwegen ons biedt. We hebben hier een extra dag uitgetrokken waarbij we de motoren even geparkeerd laten en we de tijd kunnen nemen de natuur te voet op te nemen. We beklimmen een wandelroute van 3.000 treden die ons trakteert op een werkelijk onbeschrijflijk uitzicht over de Lofoten. Het is een stralende zomerdag, wat zorgt voor een helder overzicht van de verschillende eilanden. Een jaloeziewekkend schouwspel. Hoezo kan één land al deze natuurpracht behelzen?
’s Anderendaags is het tijd om de regio weg met de motor te verkennen. De leuk kronkelende route brengt ons van het ene feeërieke decor naar het andere, en we komen ogen te kort om alles goed in ons op te nemen. Aan een bocht zien we een groepje wandelaars en fietsers staan, turend naar de zee. Dat kan maar één ding betekenen. We parkeren de motoren en kijken mee naar de horizon. En inderdaad: in de verte zien we de onmiskenbare rugvinnen van een school orka’s af en toe het wateroppervlak doorbreken. Met vier zijn ze, denken we. Op zoek naar lekkers in de baai van één van de vele vissersdorpjes. Het duurt niet lang of we zien een toeristisch bootje hun kant uitkomen om de dieren van naderbij te kunnen bekijken. Onze motoren hebben vooralsnog geen waterski’s, dus wij zullen de rest met onze verbeelding moeten invullen.
Voor we het goed en wel beseffen, liggen de Lofoten al achter ons. We volgen verder de enige route naar het noorden. De komende dagen is het kwestie van kilometers branden. Het landschap blijft even indrukwekkend, maar wordt eentoniger. Het is vreemd, maar zelfs overweldigende natuurpracht went, blijkbaar.
Etappe 8: Alta – Noordkaap
De laatste stop voor ons ultieme einddoel bevindt zich in Alta. Daar brengen we de nacht door in een typisch Scandinavische chalet pal in een bos. Ruim voor we die bereiken stopt het asfalt en moeten we een stevig stukje gravel en bosgrond door. Een kleine navigatiefout zorgt daarbij voor extra avontuur, met name smalle singletracks en zelfs een riviertje dat we moeten doorwaden. Na intussen zo’n 3.500 kilometer kennen we onze motoren al best goed, dus deze uitdagingen zijn welgekomen afwisselingen met de voorbij honderden kilometers.
Aangezien we hier twee keer zullen overnachten, stelt deze tactisch gelegen boshut ons in staat om zonder bagage de laatste kilometers naar de Kaap te doen. Nog zo’n 300 stuks, zijn het. En het moet gezegd: deze laatste stretch verraste ons. Zowel wat het landschap betreft, als de route. Bergen en fjorden maken stilaan plaats voor weidse vergezichten en weilanden. Bomen verdwijnen. Een maanlandschap komt op. En de weg erdoorheen is niet recht, maar kronkelt, glooit en past zich nederig aan zijn omgeving aan.
Een gevoel van voldoening maakt zich van me meester tijdens de laatste klim naar Het Einde van de Wereld. Toegegeven: deze trip is lang niet zo avontuurlijk meer als pakweg twintig jaar geleden, toen 5G-straling enkel in de buurt van microgolfovens te vinden was en het aantal horeca- en benzinefaciliteiten onderweg half zo talrijk als vandaag. En toch. 4.176 km lang waren de Suzuki en ik onafscheidelijk, net als Joris en zijn Moto Morini. Door regen en wind, op asfalt en gravel, door gras en bos. Niets bracht de X-Cape en de GSX-S1000 GX van de wijs. En weldra zou dat zijn hoogtepunt bereiken.
Eindbestemming: Noordkaap
It’s not about the destination, it’s about the journey, schreef ik hierboven. Een platitude die enkel op applaus onthaald wordt bij de Bond zonder Naam. Maar met een onomwonden waarheid erin. Natuurlijk: het monument op de Noordkaap spreekt tot de verbeelding en het werkelijk eindeloze uitzicht over de woeste zee krijgt een extra dramatisch sausje dankzij de laaghangende wolken. Maar toch. Je krijgt het pas te zien nadat je zes euro betaalt om de parking op te mogen rijden, en als je die betreedt zie je wel honderd campers, motoren en auto’s die terzelfder tijd hetzelfde doel bereiken. What’s the point?, zou een cynicus durven denken. Gelukkig ben ik dat niet. Want de weg naar dit ultieme reisdoel is wat telt. De eigenzinnige mensen die je ontmoet. De unieke landschappen die je doorkruist. De verhalen die je nadien kan vertellen. Dus betaal ik met plezier m’n parkeergeld en neem ik deze toeristische attractie er vol overgave bij. Want zonder destination is er natuurlijk ook geen journey. En wat dat laatste betreft: er rest ons nu nog zo’n 3.000 kilometer huiswaarts. Gelukkig.
Tekst: Mattijs De Lee
Foto’s: Quinten Ruelens & Tobias Lory