Ruisende pijnbomen die stoven in de zon, de geur van hars, een ruïne op een berg als een treurig restant van mislukte idealen. En bochten, duizenden bochten in een berglandschap dat nooit verveelt. Achter de Spaanse Costa’s schuilt een wereld die je uitdaagt, prikkelt en motiveert per strekkende kilometer.
Twintigduizend bochten werden mij beloofd tussen Barcelona en Alicante toen ik het afgelopen voorjaar inschreef op de gelijknamige tocht van Spanje Motortours. Eenmaal geland op het vliegveld van Barcelona werd het aantal bijgesteld naar eenentwintigduizend. Een nietszeggend getal eigenlijk, omdat je er nauwelijks een voorstelling van kunt maken. Het is veel, heel veel, maar hoe voelen eenentwintigduizend bochten? Ik wist dat de komende dagen een echte rijtoer zou worden, eentje waarvan ik altijd een liefhebber ben geweest. Hard werken, een wilde rit door de Spaanse bergen met onderweg toch voldoende tijd voor koffie en een lunch. Haastige ontspanning werkt gek genoeg ook rustgevend, omdat je concentratie vol op het rijden is gericht. Ik zou bergdorpjes, kastelen en musea achterwege moeten laten. Spijtig vond ik dat echt niet, met motorlaarzen aan je voeten door steile straatjes strompelen vind ik geen bal aan. Ook al omdat het Spaanse voorjaar al behoorlijk warm was, zeker in zo’n stijf Rukka-pak.
Toertocht Zuid-Spanje: Desierto de Tabernas, de enige woestijn van Europa
Veerkracht
Een kruimelspoor op mijn mobiel brengt me naar de locatie van mijn motor, die een week eerder op transport was gegaan. Vijfhonderd euro betaalde ik voor deze service, bijna goedkoper dan twee dagen tol op Franse en Spaanse snelwegen én een hotelovernachting en eten ergens onderweg. Bovendien spaarde ik zo het rubber van mijn banden, waar ik de komende dagen volledig op moet kunnen vertrouwen. Niet dat ik over de kwaliteit van Spaanse bergwegen twijfel; eenieder die de tests leest in dit magazine weet dat altijd hoog wordt opgegeven over de grip van het bijna gladgestreken Spaanse asfalt.
Nu is het van Barcelona naar Alicante zo’n vijfhonderd kilometer. Dat kun je in minder dan vijf uur afraffelen. Maar mijn rit door het achterland van de Costa’s bestrijkt bijna 2.500 kilometer en ik doe er zeven dagen over, verdeeld over routes van 300 tot 350 kilometer. En al na een kleine tien kilometer sturen maak ook ik kennis met dit door de EU bekostigde juweel.
Vanaf de eerste meters is het stijgen, dalen en bochten. Net zo kalm als de Sagrada Familia uit beeld verdwijnt, verken ik de grenzen van mijn rijderskwaliteiten. Je weet immers maar nooit… op naar Parque Nacional Muntanyas!
De bergen zijn er gekerfd door de tijd, kleuren soms zachtroze en groen. De weg is een doolhof van bochten, die zich ogenschijnlijk ongeremd door de valleien en kloven banen. Gas, remmen, omgooien, gas… in een tempo dat je als liefhebber van de nog net niet verboden verklaarde Westfriese Zeedijk tussen Sint Maarten en Krabbendam van kleur doet verschieten. Het lijkt wel of de bochten niet de ruimte krijgen om te eindigen, waardoor een oneindige sliert slingerend asfalt ontstaat die zich bijna wellustig aan de bergen klemt. Er wordt je geen rust gegund, de weg voor je eist alle concentratie. Focus. Je voelt je als een motorhandschoen in een wasmachine. Alles wat je tijdens natuurkunde hebt geleerd, rukt aan je lijf. Luchtweerstand, trekkracht, snelheid en veerkracht. Behalve dat de vering zorgt dat je motor zo goed als mogelijk aan het asfalt kleeft, heb je zelf ook veerkracht nodig. Dat je niet baalt als een stekker als je de eerste bochten nog wat lafjes aanzet. Je zult merken dat naarmate de rit vordert, de souplesse toeneemt. Voor je het weet bereik je de randen van je banden. De rust in je lijf keert pas terug in een van de smaakvolle hotels die de komende dagen mijn onderkomen zullen zijn. En als je dan na een dag sturen languit op bed ligt uit te puffen, denk je ‘Mijn hemel, wat is er de afgelopen acht uur gebeurd?’
Spaanse Vliegen
de vraag: ‘Ga je voor qualifiers, softcompound of harde banden?’, dan is de toon gezet voor opnieuw een wilde rit, nu door de Muntanyas des Prades. Opvallend aan deze bergrug noordwestelijk van Tarragona – behalve smetteloos asfalt – is het weinige verkeer op de wegen. Zeg maar gerust geen verkeer. Wat meteen een tegenvraag oplevert, eentje waarop ik keer op keer een antwoord probeerde te krijgen: Waarom? Waarom liggen hier zulke smetteloze wegen? Het lijkt wel of iedere boerderij aan een asfaltweg van onbesproken kwaliteit moet liggen. Dat vind je zelfs in Drenthe niet, waar boerderijen soms nog aan een zandpad liggen. Ik snap best dat een ontwikkelde infrastructuur tot snelle distributie van goederen leidt en zo een boost geeft aan een economie. Dat de EU zo een nieuwe markt bewerkt voor meer handel waar alle landen van kunnen profiteren. Maar is dit niet wat al te gek? Aan de andere kant: door de noeste arbeid van de Spaanse wegenbouwers krijgen wij wel heel veel terug voor onze belastingcenten.
Regelmatig word je tijdens de wilde rit langs en over de bergen een blik gegund op de Middellandse Zee. Soms bescheiden, want vanuit de verte, tussen de vele vakantieappartementen, tomatenkassen en flats door. Maar ook 180 graden vol in beeld vanaf de top van de Coll de Rates. Het hemelblauw van willekeurig welke zee geeft je trip altijd een bijzonder vakantiegevoel.
Ook bijzonder: de vele Spaanse motorrijders die je in het weekeinde vliegensvlug voorbijvliegen – Spaanse Vliegen? Dan zijn de best geconstrueerde wegen het domein van lokale matadors en heb je op je logge Honda Crosstourer eigenlijk niets te zoeken op Dos Aguas, een superstrak en superbochtig traject van 7,7 kilometer bergop en bergaf, waarbij Pikes Peak verbleekt. Bakkie doen onderaan de berg bij Hostal Restaurante Lepanto en dan weer snel omhoog om je verhaal te vertellen aan je vrienden die op je wachten bij Mirador de La Muela de Dos Aguas. Als je het haalt, want de bewoners zijn het lawaai en de vele dodelijke ongevallen – +40! – meer dan zat en eisen maatregelen van de overheid, die met helikopters en drones de horde op de hielen zit. Spanje is niet overal doordesemd van benzine en rokend rubber…
Hallucinant
‘Kun je je voorstellen dat je van Delfzijl naar Maastricht rijdt en niet meer dan vijftig auto’s tegenkomt?’, zegt het roadbook. De heuvels tussen Tarragona en Valencia golven voor je uit. De hoogvlakte is leeg, bijna geen mens te bekennen, behalve dan wat boeren die met tractoren hun akkers ploegen. Verscholen achter de kuip rij ik voort. De weg voor me is recht en overzichtelijk. Voor het eerst kan ik echt snelheid maken. De wind heeft er vrij spel en er is nauwelijks beschutting mocht het gaan stormen of regenen. Je verdwijnt er steeds dieper in de verlatenheid. Of is het vergetelheid? Want ook hier, in een bocht, een helm met wat bloemen onder de vangrail. Als je eraan voorbijrijdt, tik je vanzelf op je helm. Als laatste groet, een verplichting, want het voelt ongemakkelijk.
Dan, boven op een heuvel Morella. Een kasteeldorp uit de tiende eeuw op een monoliet. Met kantelen, torens en hoge muren zoals je die vroeger tekende op de lagere school. Het dorpje staat op de lijst van los pueblos más bonitos de España en je kunt de drang om af te stappen net weerstaan. Een foto vanuit het zadel moet voldoende zijn en verder ga je. Morella, bijna elke beschaving heeft er zijn sporen achtergelaten. Van de bronstijd tot de Moren werd er gebikt, gehouwen en gebouwd.
Dan, aan het einde van de rit, weer een cadeautje: Embalsa de Benagéber. Een lichtblauw stuwmeer ingeklemd tussen de bergen. Met een weg die nauwgezet de oever volgt. En je gaat er opnieuw voor zitten, want ook de laatste vijftig kilometer naar het hotel zijn… Is het bochtengeilheid, een voortstuwende drift waardoor motorrijders niet anders kunnen dan gaan?
Een laatste rit naar het vliegveld, naar de vrachtauto waarin de Honda weer op transport gaat naar Nederland. Maar eerst nog driehonderd kilometer door La Serra de Mariola en Sierra del Maigmo, twee bergruggen dicht bij elkaar maar zo verschillend. De een bijna wit, de ander donkergrijs, maar met een overeenkomst: de weg met z’n hallucinante bochten.
Georganiseerd door Spanje
Fijne bijkomstigheid van een georganiseerde rit is dat de avonden heel gezellig zijn. Met gelijkgestemden de dag doornemen, met een gekoeld drankje onder handbereik. Hemels. Spanje Motortours, min of meer een voortzetting van Promotor Reizen, heeft een aantal ritten in Spanje en Marokko. Reisbegeleider Mink Bijlsma heeft van zijn routes een waar kunstwerk gemaakt, waarin elk type motorrijder doorgaans wel iets van zijn gading vindt. Voor het 2025 programma check je www.spanjemotortours.nl.