zondag 27 april 2025
Home Blog Pagina 585

311 MV Agusta Superveloce AGO-specials: evenveel als zijn overwinningen

0

Ter gelegenheid van de GP Emilia-Romagna van afgelopen weekend heeft MV Agusta op het circuit van Misano de nieuwe special onthuld die is opgedragen aan Giacomo Agostini.

Het is de MV Agusta Superveloce AGO, een gelimiteerde editie gemaakt op basis van de F4 en F3 super sportmotoren. De motorfiets brengt hulde aan de talrijke overwinningen van de kampioen uit Bergamo.

Veertien van zijn vijftien wereldtitels (zeven in de 350-klasse en evenveel in de 500-klasse) behaalde Agostini op drie- en viercilinder MV’s. Tijdens zijn carrière won de kampioen uit Lovere 123 Grands Prix, in slechts 13 volledige seizoenen. Agostini heeft nog een record: 311 overwinningen in nationale kampioenschappen, internationale races en de Tourist Trophy.

De 311 Superveloce AGO’s worden gebouwd, genummerd en gecertificeerd, waarbij de eerste vijftien zullen worden gewijd aan de wereldtitels die door Giacomo Agostini werden gewonnen. Op Misano maakte de kampioen een ereronde met deze speciale versie.

De motorfiets is gebouwd op basis van de dit jaar vernieuwde Superveloce 800 en valt in één oogopslag op door zijn zilverrode kleurstelling met gele nummerplaten zoals op de MV 500-racemotoren.

Uiterlijk wijkt de AGO niet af van de huidige Superveloce, maar veel onderdelen van de bovenbouw zijn van koolstofvezel: zijkanten van de kuip, enkele zadelafdekking en schutbord onder het zadel, voorvleugelspoiler en achtervleugel, luchtuitlaten aan de zijkanten van de kuip, ketting- en achterbrugbescherming, genummerde plaat op de tank.

2022 MV Agusta Brutale 1000 Nurburgring: exclusief en beperkt leverbaar

Het chassis is versterkt met Öhlins-vering: Nix upside-down 43 mm voorvork, TTX36 monoshock en stuurdemper. De wielen zijn gespaakt zoals op de Superveloce S versie-en zijn gemaakt van gepolijst aluminium. Er is ook een nieuw ontworpen uitlaatpijp, een met Alcantara bekleed zadel, Agostini’s handtekening op de brandstoftank, CNC gefreesde tankdop met lederen riem op de achterkant van de tank, gesmede bovenste kroonplaat en een verhoogde en afgeronde kuipruit van plexiglas.

MV Agusta Superveloce AGO wordt geleverd met de Racing Kit die onder meer bestaat uit een matzwart Arrow-uitlaatsysteem met drie uitlaatpijpen (twee aan de rechterkant en één aan de linkerkant, zoals ook bij de beroemde driecilinder racemotoren), goedgekeurd voor gebruik op de weg en de regeleenheid met speciale mapping.

De prijs is vastgesteld vanaf € 32.100,- exclusief NL-belasting. De motorfiets is nu al te bestellen op de MV Agusta website.

Nolan X-803-helm eert Casey Stoner’s 2011 MotoGP-titel

0

In 2011 verliet Casey Stoner het Ducati MotoGP-team voor groenere weiden bij Repsol Honda. Hoewel hij sinds zijn debuutseizoen in 2006 niet meer op een Honda had gereden, paste nummer 27 meteen goed bij de RC-212V, waarmee hij de openingsronde in Qatar op zijn naam schreef. Stoner behaalde dat jaar negen overwinningen en stond in elke race die hij reed op het podium. Het was dan wel zijn eerste jaar bij Repsol Honda, maar dat weerhield Stoner er niet van om zijn tweede wereldkampioenschap te pakken.

Nu, tien jaar later, herdenkt Nolan de dominante prestaties van de Australiër in 2011 met de nieuwe X-803 RS Ultra Carbon Casey Stoner 10th Anniversary helm. Stoner kon niet persoonlijk aanwezig zijn bij de lancering van de helm, maar hij nam wel deel aan de festiviteiten via een videogesprek.

‘Zelfs van een afstand ben ik erg blij om hier vandaag bij jullie te zijn,’ zei Stoner. ‘Tien jaar zijn verstreken sinds mijn overwinning in het wereldkampioenschap, maar de emoties blijven hetzelfde, evenals de speciale relatie met de Nolangroup. Nolan is een betrouwbare metgezel geweest in al mijn races en vandaag bedank ik het bedrijf voor deze onverwachte verrassing.’

Jack Miller: ‘Casey Stoner schrijft me op Instagram’

Nolan heeft Stoner gedurende zijn hele illustere MotoGP-carrière gesponsord en produceert nog steeds replica’s van de helmen waarbij gebruik wordt gemaakt van de ontwerpelementen van de racehelmen van de tweevoudig kampioen. Maar de nieuwste versie is geen kopie van Stoner’s helm uit 2011. In plaats daarvan put Nolan uit een oude catalogus. Opo de helm sieren de Australische vlag, kangoeroe- en Aboriginal-achtige graphics.

Aan de achterkant is het contrasterende carbonfiber-weefsel van de helm het meest duidelijk. In tekst staat er World Championship 10th Anniversary en de lauwerkrans en nummer 1-logo herdenken de prestaties van Stoner. Natuurlijk, Stoner’s handtekening nummer 27 met de Australische vlag op de achtergrond maakt ook deel uit van het ontwerp.

Onthult Royal Enfield de 650 Cruiser op de EICMA 2021?

0

Toen Royal Enfield zijn Concept KX onthulde op de EICMA van 2018, betekende dat een keerpunt voor het merk. In de jaren die volgden, stelden verschillende renders zich voor hoe een Enfield cruiser-twin eruit zou zien. Verschillende spionagevideo’s gaven ons ook een idee van het ontwerp van het aankomende model. Indiase media melden nu dat Royal Enfield de nieuwe 650cc-cruiser, de Super Meteor, zal introduceren op de EICMA van 2021.

Hoewel we allemaal verwachtten dat de cruiser dezelfde luchtgekoelde, SOHC, 8-kleps, 648cc-paralleltwin zal hebben als de Interceptor 650 en Continental GT 650, is het jammer dat we de 838cc-V-twin van de Concept KX niet in actie zullen zien. Maar India Car News beweert dat de nieuwe cruiser verschillende elementen zal lenen van het KX-prototype, zoals de ‘ronde koplamp, de slanke brandstoftank en lichtmetalen wielen.’

Royal Enfield viert 120e verjaardag met rit naar Zuidpool

Velen verwachten dat de cruiser forward bedieningselementen, een 19-inch voorwiel en een breder achterspatbord krijgt. Verrassend genoeg zou de lage cruiser volgens de berichten kunnen worden uitgerust met componenten die betere prestaties mogelijk maken, zoals een USD-voorvork en een slipper- en assistkoppeling. Het zal je niet verbazen dat ook dubbele schokdempers achter, dubbel-kanaals ABS, een digitaal dashboard met tripper-navigatie op de shortlist staan.

Als 650cc-model zou de nieuwe cruiser deel uitmaken van Royal Enfield’s 650-twin-familie, maar de motor zou ook kunnen passen in het nieuwe Meteor-platform van het merk. De Meteor 350, die in april 2021 op de markt kwam, blies het cruiser-gamma van Royal Enfield nieuw leven in. Velen geloven nu dat de line-up kan worden uitgebreid met de Super Meteor.

Natuurlijk was Royal Enfield een van de eerste fabrikanten die in maart 2021 bevestigde naar de beurs in Milaan te zullen komen. Zoals gebruikelijk zal het jaarlijkse evenement plaatsvinden in het expositie- en handelscentrum Fiera – Milano in Rho, Italië. De beurs vindt plaats van 25 tot 28 november 2021.

RST Pathfinder textiel combi

0

Niet alleen is RST ruim vertegenwoordigd in het all-road segment, ook in de toerhoek laat het Britse merk zich niet onbetuigd. Speerpunt en topmodel in deze categorie is de Paragon die inmiddels alweer zijn zesde generatie beleeft. Voor deze herfst lanceert RST de nieuwe Pathfinder, die zich nestelt tussen de Paragon en de Maverick outfits. Maar het zijn niet alleen de verkoopprijs van € 319,- en een maatvoering t/m 5XL die de Pathfinder bijzonder maken…

Qua materiaalkeuze is de Pathfinder opgebouwd uit topklasse synthetische textielstoffen voor een ideaal evenwicht tussen bescherming en draagcomfort. Op de extra kwetsbare, valgevoelige delen is ‘high density’ ballistisch nylon toegepast voor een nog grotere slijtvastheid en scheurbestendigheid. Slaan de weersomstandigheden om, kan de rijder volledig vertrouwen op het gelamineerde SinAqua© Pro membraan voor 100% waterdichtheid, extra ademend vermogen en een lichtblijvende jas doordat het water niet wordt opgenomen in de buitenstof. Buiten het zomerseizoen en op frisse ochtenden zorgt de warme thermovoering voor een aangename lichaamstemperatuur. Stijgt het kwik, kan de voering verwijderd worden en zorgen de ventilatieopeningen voor de doorstroming van frisse rijwind. Opgehoopte lichaamswarmte kan het binnenwerk van de jas verlaten door het openritsen van de waterdichte ritssluitingen aan de rug. Doorgewinterde rijders zijn geholpen met de verwijderbare plastron met kraag. Deze koude werende en waterdichte verbinding tussen de jas en de kin van de rijder houdt iedere vorm van tocht of regenwater rond de hals buiten de deur.

Navman maakt dashcams specifiek voor motorfietsen

Aan de rugzijde is de Pathfinder voorzien van een omvangrijke pocket voor het meenemen van de binnenvoering, kaarten of andere benodigdheden. Om windgeklapper op hogere snelheden te vermijden, zijn de mouwen en taille voorzien van regelbare verstellingen voor een meer op het lijf geschreven pasvorm. Met de 360° ritssluiting rond de taille laat de bijpassende Pathfinder-broek zich veilig, lek- en tochtvrij aan de jas ritsen.

Deze gelijknamige broek is ook voorzien van het gelamineerde SinAqua© membraan en is uitgerust met ventilatieopeningen voor hoogzomerse omstandigheden. Valgevoelige plekken zoals het zitvlak, de benen en heupen zijn extra versterkt en nog slijtvaster gemaakt. Aan de onderzijde van de broekspijpen zijn ritsen en klittenband aangebracht voor eenvoudiger aan- en uittrekken van de motorlaarzen. Een set bretels mag natuurlijk niet ontbreken in de standaard uitrusting.

Qua bescherming maakt de RST Pathfinder gebruik van gehomologeerde protectoren die voldoen aan de Europese regelgeving.

Kenmerken:

  • CE-homologatie klasse A (jas & broek)
  • LX3-textiel en ballistisch nylon
  • Waterdicht en ademend gelamineerd SinAqua© Pro membraan
  • Stretch textieldelen voor extra comfort
  • Vaste mesh voering
  • Uitneembare thermovoering
  • Luchtinlaten aan borst en rug met waterdichte ritsen
  • Verwijderbare winterkraag (plastron)
  • CE-niveau 2 gehomologeerde protectoren aan ellebogen en schouders
  • CE-niveau 2 gehomologeerde rugprotector (standaard aanwezig)
  • 2 binnen-, 2 buitenzakken
  • Grote rugzak voor meenemen voering e.d.
  • Stelmogelijkheden aan hals, mouwen, taille en polsen
  • 360° verbindingsrits voor RST-broek of jeans
  • Reflectiemateriaal

Kleuren : Zwart ; zwart/fluo geel ; grijs/rood
Maten : S – 5XL
Adviesprijzen : € 319,95 en € 239,95 (broek)
Info/contact : www.bihr.eu

Test 2021 Mash Six Hundred 650 Classic

0
2021 Mash Six Hundred 650 Classic

We bevinden ons op het eiland Corsica. Een rudimentaire, wilde, ruwe plaats. Varkens en koeien lopen gewoon over de weg. De wegen zijn smal en vuil. De dorpjes afgelegen en de klok lijkt er niet te tikken. We kunnen ons geen betere plek voor de geest halen waar we de nieuwe 2021 Mash Six Hundred 650 Classic kunnen testen. Een retro classic die – bewust – ook is blijven stilstaan in de tijd. Geen elektronica, geen moderne hulpmiddelen. Rijden zoals het vroeger was op een eiland waar vroeger nog nu is.

TestlocatieCorsica
Testomstandigheden’s Ochtends fris, ’s middags warm
Temperatuur22 graden
Testkilometers110
BijzonderhedenNaast de Six Hundred 650 Classic reden we ook met de X-Ride 650, de Five Hundred, de British Seven 125 en zelfs een klein stukje met hdt Side Force 400-zijspan.

Waarom rijden we de Mash Six Hundred 650 Classic?

De Six Hundred is de belangrijkste nieuwigheid in het steeds groter wordende gamma van Mash. Waar in den beginne de nadruk lag op kleine cilinderinhouden, wagen de Fransen zich nu sinds kort ook op de wat zwaardere machines.

2021 Mash Six Hundred 650 Classic

Laat me raden, jij vindt de naamgeving ook verwarrend? Dat is een heel normale gedachte, want het model heet wel degelijk ‘Six Hundred’, maar de cilinderinhoud bedraagt 650cc, of om precies te zijn: 644 cc. Maar dat is nog niets, want er is ook een ‘Five Hundred’ en die heeft… 400 cc. Er zal wel ergens een enigszins logische redenering achter zitten, maar ja, Fransen…

Het motormerk Mash gaan we niet meer voorstellen. De combinatie van Frans ontwerp en Chinese productie lijkt aan te slaan, want het merk tovert vlotjes nieuwe modellen uit haar hoed. Lag eerst de nadruk op lichte cilinderinhouden tot en met 125 cc, werpt Mash zich nu met haar topmodellen van 650 cc op de wat meer volwassen motorrijder. In het geval van de eerder voorgestelde X-Ride 650 op de jongvolwassen motard, bij deze Six Hundred op de wat oudere generatie motorrijders.

De nieuwste Mash maakt gebruik van een klassiek, Brits design zonder verrassingen. Een ronde koplamp, twee ronde tellers, stereovering achter, een zadel uit één stuk, twee chromen uitlaten en spaakwielen. Een motorfiets zoals je er als kind een zou tekenen, ook al weet je niets van motoren. Mash maakt voor- en achter wel gebruik van led-verlichting voor de moderne touch. Voor is er zelfs dagrijverlichting om de machine een herkenbaar Mash-gezicht te geven. Voor de rest is er qua design weinig spectaculairs te melden. De motorfiets ziet er gewoon goed uit, de kleurkeuze (groen en blauw) is goed gekozen en de afwerking is naar behoren. Niks verrassends, maar ook geen missers.

Dominator-genen

Het ééncilinder-motorblok kennen we al uit de X-Ride 650 en Dirt Track 650. En toen we dat leerden kennen in die twee machines, kenden we het al uit de Honda Dominator van de jaren ‘90. Een beproefde en betrouwbare unit die nu, zoveel jaar later, nog eens van stal wordt gehaald, zij het in gekopieerde vorm. Mash maakte het luchtgekoelde blok conform Euro5 door enkele kleine interne aanpassingen en de toevoeging van een oliekoeler. Het resultaat is 40 pk en 50 Nm. Geen waarden die je achterover doen vallen, maar die wel voldoende zijn om vlot mee te komen in het moderne verkeer. Al helemaal op de kleine, bochtige wegen van Corsica. Met veel pk’s kun je daar niets doen, wat we zelfs in de praktijk hebben kunnen testen. Drie machines van 150, 60 en 40 pk reden er achter elkaar, zonder een duimbreed toe te moeten geven. Maar goed, het is geen race en de Six Hundred heeft ook helemaal geen sportieve aspiraties. Het motorblok is goed gekozen voor deze klassieke motorfiets, met een leuk karakter en veel koppel bij lage toeren. De krachtopbouw is vloeiend, storende trillingen blinken uit door afwezigheid en de vijfbak schakelt prima. Wel zou de gasreactie wat minder schokkerig mogen zijn. Er wordt nog gebruik gemaakt van een ouderwetse kabel, maar het lijkt alsof die nu al een laagje vet kan gebruiken.

Dubbeltest Mash X-Ride 650 vs. Ducati Desert Sled

Op de grond en in de stront

Het asfalt op Corsica mag op zijn beurt dan weer wat minder vet bevatten. Maar wat wil je, als wilde varkens en koeien gewoon over straat wandelen, op zoek naar iets lekkers. Na iedere bocht is het opletten geblazen om niet oog in oog te staan met je avondeten. Al die beesten op de weg zorgen natuurlijk ook voor een lading aan uitwerpselen. Zo lang die uitgedroogd zijn, rij je daar zonder problemen over. Maar als ze nog maar vers gelegd zijn of het is net beginnen regenen, moet je goed mikken om ze te ontwijken. Al helemaal op hellingshoek bij het uitkomen van de bocht wil je niet met je snufferd op het asfalt – en in de stront – gaan. De smalle banden op de Six Hundred geven voldoende grip om dat zoveel mogelijk te vermijden. Het zijn zeker geen topbanden, maar wel prima geschikt voor de eerder rustige rijstijl op de Classic.

De Mash stuurt best goed voor zo’n klassiek ogende motor met een eerder neutraal karakter. En dat wil je ook in dit geval. De ook al neutrale zitpositie helpt daar een handje bij. Je zit comfortabel met je rug recht en je benen in een licht sportieve hoek. Het mooie leren zadel biedt voldoende steun, maar niet voldoende grip. De gladde huid zorgt voor heel wat schuifwerk als je in de remmen gaat. Allerminst handig en soms zelfs gevaarlijk. En dan droegen we nog een textielbroek met zitpads op de billen. We willen niet weten wat dat wordt als je – zoals gebruikelijk op dit type motoren – in motorjeans rijdt. Medeverantwoordelijk voor dat schuiven zijn de agressief aangrijpende remmen. Die bijten initieel nogal bruut aan, maar zwakken dan af in kracht. Andersom was fijner geweest. Een tweede schijf vooraan verstoort de klassieke looks, maar zou het wel een stuk veiliger maken als Pippa Het Varken plots de straat besluit over te steken en jij in volle vaart aan komt denderen.

2021 Mash Six Hundred 650 Classic

In alle vormen en maten

De nieuwe Six Hundred voelt aan als de meest volwassen Mash. Het is met € 5.999,- (BE: € 5.499,-) ook de op een na duurste tweewieler uit het gamma. Als we die prijs vergelijken met de concurrentie, dan kun je niet meer over ‘duur’ spreken. De Kawasaki W800 is 4.000 euro duurder, de Royal Enfield Interceptor 650 is 2.600 euro duurder en de Triumph Bonneville T100 heeft bijna het dubbele prijskaartje. Jazeker, dat zijn allemaal tweecilinders, dus is het ook logisch dat die een stuk duurder zijn. Maar als je valt voor het klassieke Britse design, zijn dat de opties. Bekijken we het van een andere kant, dan heb je voor iets meer dan € 6.000,- ook een lichte Japanse motorfiets met ongeveer evenveel pk’s. Die hebben niet dezelfde looks, maar rijden wel een niveau hoger. Misschien is het appels met peren vergelijken, maar we wilden het je toch niet onthouden.

Conclusie 2021 Mash Six Hundred 650 Classic

De Mash Six Hundred 650 is een oké machine met een oké motorblok en een oké frame. Hij ziet er ook zo uit en rijdt ook zo. Geen echt negatieve punten, maar ook geen verrassend positieve dingen. Hij is oké, en daar is helemaal niets mis mee. Soms moet het gewoon niet meer zijn. Als je houdt van dit type klassieke motoren, dan is de prijs erg scherp. Wat ook op het conto van de Six Hundred past: het is de beste Mash die je op dit moment kunt kopen. En dat wil ook al iets zeggen.

Pluspunten 2021 Mash Six Hundred 650 Classic

Motorblok, klassieke look, prijs

Minpunten 2021 Mash Six Hundred 650 Classic

Remgevoel, glad zadel, mist karakter

Nog meer smaken

Op uitnodiging van MotoMondo, de in IJsselstein gevestigde Benelux-importeur van onder andere Mash, Royal Enfield, Moto Morini en Hyosung, konden we met de belangrijkste modellen van deze merken over Corsica sturen. In het geval van Mash deden we dat met de X-Ride 650. Op die qua design geslaagde kopie van een Yamaha XT500 verwacht je een moderner en sportiever rijkarakter, maar het tegendeel bleek waar te zijn. De X-Ride stuurt in vergelijking met de uitgebalanceerde Six Hundred veel zenuwachtiger en beweegt veel meer. Twijfel je dus tussen die twee modellen, ga dan zeker voor de Six Hundred. Heb je nog geen A of A2-rijbewijs, dan biedt Mash het ‘Classic’-design ook aan met een minder grote cilinderinhoud. De Five Hundred 400cc rijdt exact hoe je ‘m verwacht na de Six Hundred: van alles net wat minder dan zijn grote broer. Maar wel leuk en licht. We deden tot slot ook een rondje met de British Seven 125, waar hetzelfde verhaal als van hierboven voor geldt, maar dan met de beperkte kracht van een 125cc’tje. Een mooie machine voor stadsverkeer, dat zeker wel. Daarnaast biedt Mash de Classic ook aan als 250 cc en zelfs 50 cc voor onze jongste motorvrienden. Voor ieder wat wils, dat mag duidelijk zijn.

2021 Mash Six Hundred 650 Classic

100% Lanceert 2022 brillen-collectie

0

Na een ongekende reeks van alle vijf AMA Supercross- en Motocrosskampioenschappen dit jaar, onthult 100% nu zijn nieuwe brillen collectie voor 2022. De nieuwe collectie biedt opvallende nieuwe graphics in de Armega-, Racecraft2- en Accuri2-modellen.

Ook wordt de nieuwe Armega Forecast bril geïntroduceerd, die gecombineerd wordt met het toonaangevende Armega Forecast-filmsysteem, voor een alles-in-één oplossing om de meest verraderlijke omstandigheden te overwinnen. Dat dit een perfecte combinatie is, is inmiddels wel door de kampioenen bewezen.

Harley-Davidson Pan America Adventure Experience door Noorwegen

0
Harley-Davidson Pan America Adventure Experience door Noorwegen

Harley-Davidson vroeg ons onlangs of we zin hadden om met de nieuwe Pan America een adventure tour in Noorwegen te maken. Een weinig beleefde ‘does the pope shit in the woods’, lag op het puntje van onze tong, maar we hielden het bij een beleefde dankuwelmerci en wachtten met enig ongeduld op verdere informatie voor het vierdaagse avontuur.

‘Travel light’ stond er in de briefing die we van Harley-Davidson net voor het event ontvingen. Gek verzoek, maar orders zijn orders. Echter, nadat we die reislamp hadden opgepikt, beslisten we uiteindelijk om ze toch niet mee te nemen naar Noorwegen. De bagage tot een minimum beperken, leek een veel beter idee. De adventure tour in Noorwegen beloofde immers precies dat te worden: avontuur. “Er zijn geen grote vrachtwagens die je bagage vervoeren”, stond in de briefing. Gewoon je spullen in een waterdichte tas gooien en rijden. Geen reislamp, maar wel een verse onderbroek, een tandenborstel en voor het overige heel veel lagen kledij waren de belangrijkste item in de bagage. In september kan het al aardig koud worden in het land van de fjorden.

Multitest: Harley-Davidson Pan America, BMW 1250GS, Honda AT en KTM Super Adventure R

We reden in totaal een kleine 1.200 km, verspreid over vier dagen. Geen gigantische afstand, op een dag zaten we toch al snel 10 uur in het zadel. Al moet je ook dat niet letterlijk nemen, want de adembenemende schoonheid van het land doet je vaker dan je verwacht uit dat zadel wippen om een foto te nemen. Een van de problemen met Noorwegen is dat eens je er geweest bent, er maar weinig landen nog mooi lijken.

Duur

Een ander probleem is dat de Noren het nogal nauw nemen met de verkeersregels. Niemand rijdt sneller dan de maximum toegelaten snelheid en die is meestal aan de lage kant. Buiten de snelwegen zijn er maar weinig plekken waar je sneller dan 80 km/u mag. En ook al klinkt dat als muziek in de oren van pakweg de Vlaamse Regering, het is echt niet snel op de mooie brede slingerwegen. Dat iedereen er zich toch aan houdt, ligt vooral aan de astronomische bedragen van de boetes en het mogelijk in beslag nemen van het voertuig waarmee je de overtreding beging.

Dat laatste vonden wij niet zo erg, maar de mannen van Harley-Davidson lieten nog voor het vertrek weten dat ze toch liever de motoren terug mee naar de Benelux namen. Dat was hen gegund. De wegen die ze voor de Pan America Adventure Experience uitstippelden, waren meestal mooi, soms fantastisch en bepaalde stukken formidabel. Onderweg naar de Geiranger Fjord kwamen we bijvoorbeeld op de Gamle Strynefjellsvegen, een van de oudste wegen van Noorwegen en nog steeds bewaard in zijn originele staat als onverharde route.

Het gebeurt niet vaak dat een mens kraait van plezier in de helm en nog minder dat dit gekraai ook op grote afstand hoorbaar is. Wel, de Strynefjellsvegen had dat effect op ons. Onbeschrijflijk mooi is het daar, en voor wie op een adventuremotor als de Pan America zit, bestaat er niets beter. Straffe stelling? Aarzel vooral niet om tegenargumenten te sturen naar thierry@motomedia.be.

Praktische voordelen

Net zo goed als het landschap, was het de Pan America die indruk op ons maakte. Niet door zijn hoge vermogen van 150 pk of de hoogwaardige semi-elektronische ophanging. Kenmerken die een onmiskenbare meerwaarde hebben, maar dat zijn de dingen die opvallen tijdens een eerste contact. En dat hadden we al enkele maanden geleden tijdens de persvoorstelling. Nu waren het meer praktische dingen die opvielen. Dat de adaptieve rijhoogte wel van pas komt als je een been over een motor moet gooien waarop al een roltas bevestigd is. Of hoe eenvoudig de elektronica te bedienen is: één druk om van rijmodus te veranderen, één knop om de tractiecontrole uit te schakelen. De Pan America blinkt (ook) uit in zijn eenvoud en gebruiksvriendelijkheid.

En dat mag wat ons betreft hoger aangeschreven worden dan het pure vermogen. In een land waar iedereen de billen dichtgeknepen houdt uit schrik voor een boete voor overdreven snelheid, heb je weinig aan 150 pk. Een passend motorkarakter kiezen uit zeven verschillende rijmodi, scherm instellen met één hand, je linkerwijsvinger opheffen om de handvatverwarming aan te zetten (handig als het 6 graden is en hagelt) en vooral ook genieten van de smalle bouw, comfortabele zithouding en de vlotte manier waarop de Pan in gelijk welke modus zijn vermogen naar het achterwiel stuurt. Dat geeft vertrouwen op onverharde pistes, maar ook op slingerende bergwegen en bij de afdaling van bijvoorbeeld de Trollstigen. De weg langs de trollentrappen is korter dan die over de Stelvio, maar mag wat ons betreft concurreren met de populaire pas. En bij uitbreiding met gelijk welke andere weg. Niet in de eerste plaats om het asfalt, maar vanwege de omgeving waarin je rijdt. Aan de ene kant (over)dondert er een waterval naast je naar beneden, aan de andere ligt een fjord die je onmiddelijk die ander fantastishe Fjord – de Mustang – doet vergeten.

Harley-Davidson Pan America Adventure toertest

Geknipt voor dit werk

De grootsheid van het Noorse landschap valt niet te vatten in een foto, laat staan in woorden. Je moet er dus vooral eens naartoe. Zet het op je bucket list of maak er wat ons betreft een jaarlijkste gewoonte van. Als je dat doet, overweeg zeker om de Noorse reis met de Harley-Davidson Pan America te doen. De motor heeft in deze meerdaagse test bewezen helemaal geknipt te zijn voor dit soort werk. Dat betekent niet alleen dat Harley-Davidson met zijn eerste adventure motor recht in de roos mikt, maar vooral ook dat er eentje bijgekomen is in het beperkte kransje van motoren die je een garantie geven op rijplezier, een goed gevoel en zin in meer. En zijn die drie zaken niet precies wat je van een motor mag verwachten?

Hoogtepunten van de route

  • Gamle Strynefjellsvegen: De mooiste weg waar we ooit op reden. Punt.
  • Trollstigen: Voor een dergelijke parel al bij al beperkt verkeer en niet al te veel volk.
  • Geiranger Fjord: Alweer een klassieker, maar daarom niet minder mooi. Cruiseschip duidt op toerisme.
  • Atlantic Road: Mooi, maar oogt spectaculairder op foto dan het in werkelijkheid is.

Zondagmorgenfilm: 90-jarige Wim na 60 jaar met zijn motorfiets herenigd

0

Zakdoekjes bij de hand? Mooi, je gaat ze nodig hebben bij deze film, waarin de 90-jarige Wim en een echte klassieke motorfiets de hoofdrol spelen.

Dubbeltest: Moto Guzzi V85 TT Travel vs. Suzuki V-Strom 1050XT

0
Moto Guzzi V85 TT Travel vs. Suzuki V-Strom 1050XT

In de schaduw van BMW, Ducati en KTM is er nog meer leven in de biotoop van de reis-allroads. Zowel de Moto Guzzi V85 TT Travel als de Suzuki V-Strom 1050XT leeft qua vermogen ver onder de ‘alfamannen’, hun afwijkende verschijning geeft ze echter een ‘unique selling point’. Dat maakt deze soorten uitermate bijzonder.

Hightech biedt opwinding aan perfectionistische zielen. De wens om altijd ‘hoger, sneller en verder’ te gaan is blijkbaar in de genen van de mensheid verankerd. Dat zou in elk geval voor een deel verklaren waarom er steeds grotere en sterkere motorfietsen op de markt komen. Dat heeft trouwens ondertussen tot een zekere gelijkvormigheid geleid, zoals we die in de jaren negentig bij de supersportmachines kenden: GSX-R, CBR, ZX-R en YZF waren destijds afkortingen, die alleen door ingewijden in het genre van viercilinder-in-lijnmotoren correct uit elkaar gehouden konden worden. Ze waren  uitwisselbaar geworden. Voor een dergelijke eenheidsworst hoeven we bij de allroads echter nog niet bang te zijn, ook al schijnt de ontwikkeling van deze machines maar één richting te kennen: avontuurlijke reismotoren worden steeds complexer, potenter en daardoor uiteindelijk ook zwaarder en duurder. Geen van de fabrikanten lijkt zich tegen deze trend te willen verweren. Ook de nieuwe Harley-Davidson Pan America pronkt met 152 pk. De geruchten gaan dat de volgende generatie BMW GS ook alweer bij de fitnessschool is gezien.

Waarom rijden we de Moto Guzzi V85 TT Travel en Suzuki V-Strom 1050XT?

Omdat de Moto Guzzi V85 TT Travel en de Suzuki V-Strom 1050XT nogal eens over het hoofd worden gezien bij de keuze voor een nieuwe allroad. Toch hebben deze twee allroads hun eigen aangename karaktertrekken, die ze de moeite waard maken.

Dwarsliggend

Toch stelt niet elke motorrijder dezelfde eisen aan een motorfiets. De wensen zijn in elk geval te verschillend voor een uniform ‘mainstream’ ontwerp. Dwarsliggende buitenbeentjes vinden in dit leefgebied altijd hun aanhangers, dat bewijzen de Moto Guzzi V85 TT en de Suzuki V-Strom 1050XT. Beide onderscheiden zich op hun geheel eigen wijze van de meute.

De V85 TT is het vriendelijke speelkameraadje uit de buurt. Met een geheel eigenzinnige combinatie van een modern, rond Italiaans design en de traditionele Guzzi-elementen zet deze allroad geen stap verkeerd. Tijdloos is een treffende beschrijving. Het hele silhouet is gebaseerd op de meest markante krachtbron in de motorwereld, de gespleten voorkant heeft praktisch geen kuipwerk en alleen het toerwindscherm verraadt dat het om de Travel-editie gaat. Die versie biedt verder led-schijnwerpers, verwarmde handvatten, een kofferset en het MIA- communicatieplatform, wat de meerprijs van € 1.200,- ten opzichte van de basisversie zeker rechtvaardigt.

De Suzuki V-Strom 1050XT is een heel ander verhaal. Met de kenmerkende snavel en de hoekige koplamp – een duidelijke verwijzing naar de DR Big 750S uit 1987, de oervader van alle snaveldieren – herinnert deze allroad optisch aan vervlogen tijden. De rood-witte uitvoering refereert daar nog sterker aan dan de eveneens beschikbare zilvergrijze versie, maar je moet al die verwijzingen naar de geschiedenis niet overdrijven. Bij de Suzuki domineren vloeiende vormen en een grotendeels geïntegreerde, brede tank-cover aan de voorzijde, die ook weer een brug naar zijn voorouders slaat. De meer avontuurlijke XT-variant van de V-Strom kost € 1.400,- meer. Daarvoor krijg je fraaie spaakwielen, bochten-ABS en een hellingshoek-assistent. Het zadel is – met enige moeite – in hoogte verstelbaar, handprotectoren, een middenbok, valbeugels en een in hoogte verstelbare windscherm behoren eveneens tot de uitrusting.

Producttest: 9 kevlar-jeans getest

Oer-krachtbron

Het optische en technische hart van alle Guzzi’s – en dus ook van deze – is de typische, dwarsgeplaatste 90°-V-twin met zijdelings uitstekende cilinders. Deze traditionele, luchtgekoelde constructie met twee kleppen, een laagliggende nokkenas, stoters en stoterstangen, stamt in principe nog van de oer-V7 van 1967. Dat verklaart de nog altijd middelmatige vermogensafgifte wel, ondanks alle technische hoogstandjes van dit nieuwe motorblok. Met 80 pk en 80 Nm koppel uit 853 cc trekt de V85 TT geen klinkers uit de straat en komt ze in de verste verte niet in de buurt van de door de Multistrada, de GS, de Super Adventure & Co gedomineerde, vermogensgeoriënteerde territoria. Dat weerhoudt deze krachtbron er echter niet van je een uiterst onderhoudend rijgenot voor te schotelen. Dat begint al met het starten, dat associaties opwekt met het tornen van motoren in lang vervlogen tijdperken. Luid en rammelend kondigen de ingewanden het tot leven komen van het verbrandingsproces aan. Dat de motorfiets bij stilstand met elke ruk aan het gashendel naar rechts kantelt, ten gevolge van de dwars op de rijrichting werkende rotatiekrachten van de krukas, is een traditionele zaak van eer, net als de rammelende startgeluiden, die in het niets verdwijnen zodra je de V85 de sporen geeft.

Zeer indrukwekkend is hoe licht en hoe doseerbaar de kabelbediende koppeling is. Helaas wordt die euforie tenietgedaan door de hakerig en in de hogere versnellingen niet bepaald exact schakelende zesversnellingsbak. De tandwielparen moeten met tact tot elkaar worden gebracht en vooral bij het terugschakelen is een gevoel en geduld noodzakelijk om niet in de clinch te raken met het tegenkoppel van de aandrijflijn. Bij volle gasklepopening kromt de V-twin de rug en schuift ze enorme hoeveelheden verse lucht beide verbrandingskamers in, toch voelt het of er aan de andere kant alleen hete lucht uitkomt. Er is niet bepaald sprake van trekkracht van onderuit, pas vanaf 3.500 tpm komt er leven in de brouwerij – niet zo levendig en onberekenbaar als een Italiaanse metropool, maar eerder overzichtelijk en controleerbaar zoals in het vlakke land van de polder. Toch heeft deze Euro 5 gehomologeerde V-twin onderin meer in de melk te brokkelen dan zijn voorganger. De nogal nerveuze gasreactie past eigenlijk niet bij dit terughoudende karakter; minimale bewegingen van de rechterhand ten gevolge van oneffenheden in het wegdek leidden al tot reacties van het motorblok. Er is wat aan te doen, want je kunt de gasreactie op ‘soft’ instellen in de configureerbare ‘custom’-modus. Helaas maken de niet al te precies werkende knoppen een goede bediening van het menu nogal moeilijk. Verder: met vijf rijmodi is de Guzzi nogal overbemeten, twee standaard modi en één aanpasbare waren bij de huidige karakteristiek ook meer dan voldoende geweest.

Tot in de puntjes

Zoals je kunt verwachten, heeft Suzuki zijn krachtbron tot in de puntjes geperfectioneerd, zoals je dat van in witte jassen en door details bezeten ingenieurs in klinisch schone ontwerpruimtes kunt verwachten. De vloeistofgekoelde 90°-V-twin is bestand tegen alle beproevingen, die ongevoelige karakters een krachtbron aan kunnen doen. Zelfs bij de laagste toerentallen loopt dit stuk fijn mechaniek nog zijdezacht. Plotseling geopende gaskleppen worden door het inspuitsysteem te allen tijde accuraat, zonder verslikken en toch zeer direct en volledig controleerbaar omgezet in aandrijfkracht – de krachtbron loopt altijd netjes en strak tot aan de toerenbegrenzer aan toe. Met 107 pk vermogen en een maximum koppel van 100 Nm overtreft de V-Strom op papier al menige allrounder uit de middenklasse – zoals de Honda Afrika Twin – en richt ze zich op de concurrentie in de hogere klassen.

Natuurlijk biedt ze ook een elektronische mogelijkheid om de motorkarakteristiek te beïnvloeden. Van de drie mogelijke modi reageert de krachtbron in modus A het minst direct op het gas, maar laat ze zich juist zeer fijngevoelig aan de hand nemen. Of je nu volgas geeft of dat je het gas voorzichtig opendraait, aan het achterwiel komt altijd de verwachte aandrift aan. Dat gaat zo Japans perfect, doseerbaar en harmonisch, dat het voor veel rijders niet spannend genoeg is. Een aanzwellend koppel, waarvan je adrenaline gaat vloeien, dat zoek je bij de Japanner tevergeefs. Wat betreft trekkracht van onderuit en acceleratie voelt de Suzuki vlak na de Moto Guzzi minder spectaculair. Toch is ze duidelijk effectiever: de V-Strom stijgt gemakkelijk boven het niveau van de middenklasse uit. Overigens is de A-modus, ondanks de directe gasreactie, ook best geschikt voor stop & go-verkeer. Heftige reacties op wisselende gasstanden zul je bij deze machine immers niet tegenkomen. Aan de andere kant voelt het ook bij hoge snelheden op de snelweg nooit of je teveel van deze krachtbron vraagt. Samen met de zeer precies schakelende zesversnellingsbak en de bij het bruusk terugschakelen zeer nuttige slipperclutch zorgt dat voor een hoge mate van rijplezier. Het wat rubberachtige aanspreekpunt van de hydraulische koppeling leidt wel tot puntenaftrek.

Moto Guzzi V85 TT Travel vs. Suzuki V-Strom 1050XT

Eigenaardigheden

Neem je de Suzuki en de Moto Guzzi mee op een vrolijke tocht over bochtige wegen, dan kom je de eigenaardigheden van beide karakters pas echt tegen. Bij de V-Strom zit je met een lichte spanning op het bovenlichaam achter het geconificeerde aluminium stuur, wat voor een zeer innig rijgevoel zorgt. Je hebt maar weinig tijd nodig om aan de zitpositie te wennen en zit dan met een krappe, maar nog aangename kniehoek op het – met enige moeite – in hoogte verstelbare comfortzadel, op 850 mm zithoogte (alternatief: 870 mm). Dat maakt hem geschikt voor een breed publiek, met een lichaamslengte van 1.72 tot 2.00 meter.

Zoals de ergonomie al doet vermoeden, staat de Suzuki zeer open voor een geëngageerde rijstijl. Hij biedt middelgrote veerwegen van 160 mm voor en achter en een op de straat gerichte, maar zeker niet comfortabele veer- en dempingskarakteristiek. De smalle 110/18-19-voorband mik je daarmee via het brede stuur met chirurgische precisie en speels gemak op de gekozen lijn. Je kunt als het ware op een stuiver mikken.

Sushi-mes

Suzuki’s V-twin biedt veel trekkracht in elk toerenbereik en de zeer harmonische vermogensafgifte van de V-twin maakt het zeer aangenaam vele bochtenseries aan elkaar te rijgen. Op de Bridgestone A41-banden rolt de V-Strom neutraal en solide door elke bocht en blijft lekker wendbaar en stabiel genoeg, ook wanneer je met het mes tussen de tanden rijdt. Snelle bochtencombinatie worden zonder stress voor mens en machine afgewerkt, de uiterst volgzame Japanner snijdt door de bochten als een sushi-mes. Hij draait ook zijn hand niet om voor een topsnelheid van rond de 200 km/u; zelfs met de opgebouwde kofferset blaast de XT zonder morren kaarsrecht vooruit. Daarbij zorgt de wetenschap dat de elektronische hulp van het bochtafhankelijke ABS en van de in drie standen instelbare traction control in geval van nood paraat staan, voor een geruststellend gevoel onder de helm. De Tokico-stoppers in het voorwiel grijpen weliswaar niet bijzonder giftig aan, toch gaat de voorvork daarbij tamelijk abrupt in de knieën, wat ten koste gaat van de stabiliteit. Verder is de voorrem wel heel goed te doseren en zorgt het onopvallende Bosch-ABS met korte intervallen voor een veilig gevoel.

Ridder te paard

De Italiaan ontvangt zijn meester op een geheel andere wijze. Door het extreem brede en hoge stuur en de zeer laag gemonteerde voetsteunen krijg je direct het adellijke gevoel van een ridder te paard, wanneer je op de Guzzi plaatsneemt. Je zit met een bijzonder recht bovenlichaam, een brede grip en zeer riante kniehoeken. De V85 TT vraagt weinig gewenning, je voelt je op deze motor direct thuis. Het contact met de motorfiets is weliswaar iets minder direct dan bij de Suzuki en daardoor wat minder intuïtief, toch past deze ruime werkomgeving rijders van bijna alle posturen. Je zit ook met gemak vier of vijf uur aan een stuk in het zadel.

Dankzij het brede aluminium stuur krijg je al snel het gevoel, dat je alles perfect onder controle hebt. De Guzzi volgt de gekozen lijnen inderdaad uiterst braaf, maar toch net niet zo precies en spontaan als de V-Strom. Dat komt ook door de Michelin Anakee Adventure-banden, die de Travel-editie een extra avontuurlijk imago moeten bezorgen. Bij sommigen werkt het luide gezang bij elke baanwissel vanaf 100 km/u als een lokroep naar de woestijn, anderen ergeren zich alleen maar aan dit onnodige lawaai.

Pittige prestaties

Het woord hectiek komt niet voor in het woordenboek van de V85 TT, want wilde schakelmanoeuvres en sterke rukken aan het stuur geven meer onrust dan vooruitgang. Wil je vlot vooruitkomen, dan moet je de dikhuidige krachtbron steevast op stoom en toerental houden en op de juiste momenten opschakelen, ook zonder de koppeling te gebruiken. Terugschakelen vraagt bij gebrek aan slipperclutch de nodige voorzichtigheid, wil het afremmende moment van de aandrijflijn de juiste koers niet verstoren.

Eerste test 2022 Suzuki GSX-S1000GT: Sportief reisensemble

Heb je je echter goed op de eigenaardigheden van de Moto Guzzi ingesteld, dan kun je nog best pittige prestaties halen uit de conventionele rijwielconstructie van deze Italiaan. Die bestaat uit een meedragende motor in een buizenframe, dat op Kayaba-vering staat. Stoïcijns en stabiel in elke hellingshoek, absoluut transparant, vertrouwenwekkend en met een goed compromis tussen stabiliteit en wendbaarheid biedt hij een spectaculair onspectaculair weggedrag op elk rond bochtig asfalt en weet op die manier spelenderwijs in de achteruitkijkspiegel van sterkere motorfietsen te blijven hangen. Bij deze beschouwende, tweewielige levensopvatting passen even zo evenwichtig reagerende ankers: de Brembo-remklauwen grijpen zeker niet agressief aan, maar zetten de aangeboden handkracht lineair om in remkracht, waarmee de 244 kg wegende Guzzi zeer effectief vertraagt. Maar hoe fijn dat alles ook werkt, toch zou het ondertussen wel tijd worden voor de integratie van een gyro-sensor, die het afremmen onder hellingshoek nog veiliger maakt.

Moto Guzzi V85 TT Travel vs. Suzuki V-Strom 1050XT

Topnotering

Als reismotor met karakter verdient de Moto Guzzi echter een topnotering, want dat je op een tank maar liefst 428 kilometer kunt rijden, dat zie je niet elke dag. Puntjes op de i zijn de tot de standaarduitrusting behorende aluminium/kunststof koffers en de hogere toerruit van de Travel-editie, dat alles voor een totaalprijs van € 14.999,-. Achter die toerruit varieert de beschermingsfactor al naargelang het postuur van de rijder en het type helm dat hij draagt; collega Guido was vol lof, bij mijn iets kleinere postuur sloeg de rijwind turbulent onder mijn enduroklep. Met twee grendels met slot zijn de riante koffers (27,5 liter links, 37 liter rechts) wat onhandig te bedienen. Bovendien ging de rechterkoffer er tijdens de test ineens vandoor – de vergrendeling met de kofferdrager was om onnavolgbare reden vanzelf opengegaan. De connectiviteit-oplossing MIA is voor dit traditionele model wel onverwachts modern. Met MIA kun je je smartphone via Bluetooth en een app aan het dashboard verbinden en krijg je toegang tot diverse multimediafuncties, waarmee je zelfs navigatie op het machtig mooie tft-dashboard kunt toveren.

Achterhaald

Naast het fraaie kleurenscherm op de Guzzi ziet het trieste lcd-dashboard van de V-Strom er achterhaald uit. Hij doet in al zijn kleinzieligheid denken aan de displays van Japanse HI-Fi-apparaten uit de jaren negentig. Onoverzichtelijk, klein en slecht afleesbaar; iets waar alleen de eerdergenoemde mannen in witte jassen lol in kunnen hebben. Het in hoogte verstelbare windscherm voldoet daarentegen aan de hoogste eisen, zelfs met 140 km/u op de klok schudt en trekt er niets aan mijn endurohelm. Hoewel de € 14.490,- kostende XT-versie van de V-Strom 1050 een vrij riante uitrusting heeft en het interval van 400 kilometer tussen tankstops ook riant is, zijn er voor uitvoerige toertochten nog wel een paar dingen die je zult moeten aanschaffen. Zo zul je moeten opteren voor de aluminium zijkoffers, die elk 37 liter inhoud hebben. Daar komen de kofferdragers nog bij, inclusief slotjes kost een set € 1.124,- (adviesprijs NL).

Charme en functionaliteit

Ondanks de vele kleine kritiekpunten die we op deze beide buitenbeentjes hebben, valt er aan hun bestaansreden niet te tornen – ze zijn immers niet alleen anders omdat ze anders willen zijn. Het is meer zo dat ons afwijkende duo de overdreven vermogenswedloop en de overkill aan elektronica van deze tijd tegemoet treedt met een berg charme en een pretentieloze functionaliteit. Ze hangen andere ideeën aan, die links en rechts van de mainstream in vruchtbare bodem wortelschieten.

Conclusie Moto Guzzi V85 TT Travel

De Guzzi is de een heer van stand onder de reis-allroads. Hij treedt niet voor het voetlicht, fascineert niet met adembenemende technische hoogstandjes, maar biedt een eigenzinnige tegenpool, die met beide benen op de grond staat. Sportieve uitspattingen laat hij schouderophalend aan andere motoren over, zijn uitgebalanceerde karakter bedaart oververhitte gemoederen. Ongedurige rijders worden op deze motor niet gelukkig, ze worden geremd door de stoïcijnse rust, het bijzondere karakter van de V-twin en de gemiddelde prestaties. Wie zich daar wel in kan vinden, wordt beloond met een ontspannen rijbeleving, die bevrijdt van de hectiek van alledag, en met een aangenaam rijcomfort. Dat alles – zeker met het oog op de standaardkoffers en de cardanaandrijving – voor een zeer nette prijs. Wie koste wat kost flink gas wil geven, kan beter een andere motor zoeken.

Pluspunten Moto Guzzi V85 TT Travel

Uiterlijk, karakter, afwerking

Minpunten Moto Guzzi V85 TT Travel

Voor sommigen misschien wat te ludiek

Conclusie Suzuki V-Strom 1050XT

Wie een tot in de puntjes doorontwikkelde reisgenoot met moderne elektronica zoekt, met ongecompliceerde stuureigenschappen en een krachtbron die zich ook leent voor dagelijks gebruik, die zal gelukkig worden met de Suzuki, die over het algemeen nogal wordt onderschat. De V-Strom is functioneel, geschikt voor elke dag en goed voor een breed spectrum aan inzetmogelijkheden. Ze past daarmee ook zonder spectaculaire vermogenscijfers helemaal in de moderne tijd, al is de nogal barokke uitrusting van de V-Strom inmiddels wel erg ouderwets. Ook op deze motor kun je uitvoerige toertochten maken – eventueel ook met passagier –, terwijl je ook zeer dynamisch over je thuisparcours kunt flitsen, genietend van de veiligheid van een bochtafhankelijk ABS. Het is alleen vreemd dat Suzuki hierbij niet meteen traction control toepast. Bij deze prijsstelling mag je dat wel verwachten, tenslotte is deze Suzuki geen koopje. Bovendien verlangt ze zelfs in de XT-versie nog extra investeringen voor een koffersysteem en handvatverwarming, die je voor toertochten nu eenmaal nodig hebt.

Pluspunten Suzuki V-Strom 1050XT

Heel goed gelukt uiterlijk, charmant doorzettingsvermogen, vernieuwd speels blok

Minpunten Suzuki V-Strom 1050XT

Verstelbaarheid van het ruitje, lcd-dash, ontbrekende handvatverwarming, wat trillingen

Moto Guzzi MIA-App

Via Het Moto Guzzi Multi Media Platform MIA kun je je smartphone via Bluetooth direct aan de boordelektronica koppelen. Dan vind je in de gratis app een ruim scala aan voertuigdata en statistieken. In het display worden ook telefoongegevens getoond alsmede navigatie-aanwijzingen in pijlvorm, afkomstig van HERE. Je moet je voor deze app echter wel registreren. Wanneer je een headset aan het MIA koppelt, is het ook mogelijk om muziek op je helm te zetten, hetgeen je kunt besturen via de mode-knop op het stuur. Helaas gunt het wispelturige MIA niet elke smartphone steeds het complete arsenaal aan functies. Voor navigatieweergave moet ze vaak opnieuw worden gekoppeld. Boodschappen over niet-beantwoorde oproepen van de redactiechef werden (helaas) wel altijd weergegeven.

De 5 mooiste provincieroutes door België

0
Belgische provincieroutes

De 5 mooiste provincieroutes door België. Onderaan deze pagina kunnen de routes worden gedownload.

1. Oost Vlaanderen

De Oostvlaamse kent vertrek en aankomst aan de voet van de Vlaamse Ardennen. Onderweg passeer je onder andere drie van de meest bekende hellingen uit de wielerklassieker, de Ronde van Vlaanderen: de Koppenberg, de Paterberg en de Kwaremont.

Je kunt overal inpikken op de route, wij begonnen onze rit aan de brouwerij Huyghe in Melle, vooral bekend om het pittige Delirium Tremens bier.

Deze route zou geen adventure route zijn, mochten er niet aardig wat stukken in zitten waar je met een hoogpoter in het voordeel bent. Ook al kun je deze adventure route rijden met elke motorfiets, op bepaalde kasseistroken en hellingen rond Melden en Berchem, ben je beter af met een Africa Twin dan met een CBR1000RR R.

De eerste, al bij al beschaafde kasseistrook is de Lange Munte. Dit is een vier kilometer lange kasseiweg tussen de dorpskom van Scheldewindeke en de weg Gent-Brakel. Meteen de eerste bekende wielerstrook in dit avontuurlijke traject. Daarna slingert de route verder en duik je via een ommetje in de Zwalmstreek en pitatoreske watermolens van de Edelare Oudenaarde binnen. Oudenaarde biedt het beste van twee werelden. Motorrijders vinden er elkaar sinds jaar en dag terug op de markt. Ook als er in tijden van Corona geen terrasjes zijn. Anderzijds is er ook het Wielercentrum Ronde van Vlaanderen waar je niet alleen de geschiedenis van één van de mooiste eendagswestrijden ter wereld vindt, maar ook een hapje kunt eten.

De 12 mooiste provincieroutes door Nederland

Dit is de start voor het tweede en minder snelle deel van de route. In een half uurtje Vlaamse Ardennen beklim je de Koppenberg, daal je af van de Paterberg en dender je naar boven op de Kwaremont. Voldoende om genoegte krijgen van de wielerhellingen en de kasseistroken er tussenin. Stel je voor hoe de renners zich moeten voelen… in elk geval gaat het na de Kwaremont opnieuw een stuk sneller. Via Oudenaarde gaat het weer via Edalere richting Brakel en de Zwalmstreek. Om tot slot via Sint Lievens Houtem en Westrem terug naar de Brusselse Steenweg te rijden. Vandaar is het gewoon rechtdoor naar de aankomst.

2. Antwerpen

In Antwerpen gaan we op pad in de Kempen. Dik 130 kilometer aan gezellige kronkelweggetjes tussen de velden en prachtige dreven waar de bomen een verrassend lichtspel op de weg projecteren. Perfect weggelegd voor een echte cruiser zoals de Rebel, maar tegelijk zal eender welke motor zich graag door het landschap laten leiden. De ideale manier om je zondagnamiddag in eigen land door te brengen.

De route start nabij Ranst en leidt je via Oostmalle en Turnhout steeds verder het Kempense binnenland in. Na een passage door Dessel bereik je het meest oostelijk gelegen punt van deze trip: het Zilvermeer nabij Mol. Via de Wolfsbos rijd je langs het kanaal in de richting van Geel om via Herentals weer in Ranst te eindigen. Neem vooral je tijd en stap regelmatig eens van je motor om van de omgeving te genieten! Bijvoorbeeld aan de prachtige oude graanwatermolen tussen Retie en Dessel. Het bakstenen molenhuis stamt uit 1765, maar de hele site dateert allicht al van de 14e eeuw.

3. Limburg

In Limburg rijd je een kleine 100 km door de aangename Haspengouwse fruitstreek. Een bijzonder leuke streek om met de motor te verkennen dankzij de glooiende, bochtige landsweggetjes. Het maakt al bijna niet uit welke afslag je neemt, elke weg levert je een uitdagende trip op waarbij zeker ook de zijkant van je banden het nodige werk zal mogen verzetten. Wij stippelden volgende route voor je uit, maar voel je vrij om de streek uitgebreid te verkennen en ons jouw favoriete route door te sturen.

Deze rit begint in Kortessem tussen Hasselt en Tongeren. In de richting van Borgloon krijg je al meteen het betere bochtenwerk voorgeschoteld. De route rijgt vervolgens enkele charmante Limburgse gehuchten zoals Kerniel, Bommershoven, Vechmaal, Heks en Jeuk aan elkaar tot in Borlo. Daar springt Het Pachthof ongetwijfeld in het oog door de oude legertank en helikopter die er in de tuin geparkeerd staan. Behalve een B&B, hotel en Taverne is Het Pachthof namelijk ook een oorlogsmuseum waar het Ardennenoffensief herdacht wordt. Borlo is dan ook één van de plaatsen waar Amerikaanse soldaten kwamen rusten tijdens dat offensief. Na Borlo meandert de Haspengouwse route verder in de richting van Sint-Truiden om via de kleine dorpjes weer in Kortessem te belanden.

4. Vlaams-Brabant

In Vlaams-Brabant rijd je door het prachtige Pajottenland, ook wel het Toscane van de Lage Landen genoemd. De route leidt je van dorp naar dorp over heuvelachtige landwegen die een uitdaging vormen als je wil, maar zijn even goed geschikt om er op je dooie gemak doorheen te rijden en te genieten van deze Vlaams-Brabantse pracht.

De route gaat van start in Dworp en leidt ons binnendoor via Beersel en Sint-Pieters-Leeuw eerst even naar de Belgische hoofdstad. Na een kort stukje paraderen door stedelijk gebied rijden we verder door de industriële zone van Asse. Al snel duiken we het platteland weer in en maakt de industrie en stadsdrukte plaats voor glooiende akkers, magnifieke zichten en enkele opmerkelijke stukken vaderlandsgeschiedenis. Zo passeren we het dorpje Sint-Gertrudis-Pede waar de enige maalvaardige korenwatermolen uit het Pajottenland staat die sinds 1975 erkend is als bescherm monument. En bovendien, wie Pajottenland zegt, die zegt ook ‘Geuzestreek’: tijdens de trip van bijna 150 km passeren we talloze (oud-)brouwerijen. Vertrek dus zeker op tijd en geniet aan het einde van je rit nog van een heerlijke Lambiek, Kriek of Geuze uit de streek!

5. West-Vlaanderen

In plaats van naar de kust te trekken kiezen we in de provincie West-Vlaanderen toch voor een rit van net geen 160 kilometer door de Westhoek. Het Heuvelland biedt heel wat leuke en uitdagende baantjes die niet alleen bij wielrenners in trek zijn. De Westhoek zelf kan je bovendien ook beschouwen als een levende herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Niet alleen vind je er talloze musea die het verhaal van de Groote Oorlog in stand houden, ook tekenen honderden grote en kleine soldatenbegraafplaatsen het regionale landschap.

Langs vijf Belgische circuits met de MV Agusta Turismo Veloce

De route start in Passendale en trekt naar de Franse grens via het West-Vlaamse heuvelland. De bekende Kemmelberg laten we op deze rit rechts liggen en we rijden via de Lettingstraat de Monterberg op, ook wel de kleine Kemmelberg genoemd. Wie wil kan even het padje naar de top oprijden, maar onze tocht zet zich verder richting Dranouter. Dat dorpje telt slechts 700 inwoners, maar is in het hele land bij de meesten toch bekend dankzij het muziekfestival Dranouter dat er elk jaar in augustus plaatsvindt. Via de typisch West-Vlaamse landweggetjes trekken we verder richting het noorden en rijden we rond Poperinge richting Veurne. In de wirwar van kleine kronkelende landweggetjes die het ene gehucht met de andere uithoek verbindt is het soms even gokken, maar uiteindelijk vinden we de weg naar de regio rond Alveringem. En eigenlijk maakt het al niet uit welke weg je neemt, ze zijn bijna allemaal even leuk en interessant. We vervolgen ons traject met diezelfde mindset en passeren minidorpje Zoutenaaie. We rijden er net niet langs, maar iets verderop de route ligt taverne ’t Zoutenaaie. Dat café dankt zijn bestaan aan Stadssecretaris Peeters van Antwerpen, die in de jaren zestig na een bezoek kon vaststellen dat er geen café te vinden is in het dorp. Daarop regelde hij dat twee af te breken noodwoningen op het Antwerpse Kiel aan de inwoners van Zoutenaaie werden geschonken om er dienst te doen als dorpscafé. Als je de tijd nodig acht voor een PIT-stop dan heb je bij deze meteen al de nodige achtergrondkennis! Wij banen ons intussen verder een weg tussen de akkers en rijden in zuidoostelijke richting weer richting Passendale. We passeren het natuurdomein De Blankaart en via een stukje steenweg rijden we verder richt Madonna, een dorpje dat nationale bekendheid verwierf dankzij de film Het Varken van Madonna uit 2011. Wie op zoek wil gaan naar iconeske filmlocaties is er echte aan voor de moeite: de film speelt zich wel af in het dorp, maar de opnames gebeurden elders in de Westhoek. Na nog wat gekronkel door de velden bereiken we opnieuw onze startplek in Passendale.

Download de routes