Nog amper bijgekomen van zijn trip waarop hij voor het eerst kennismaakte met de Ducati SuperSport, legden we testredacteur Eddie de Vries alvast de eerste vragen voor over deze nieuwe telg in de Ducati-familie. Wil je er echt álles over weten? Dan staat het volledige testverslag in de nieuwe MOTO73 en MOTOR Magazine.
De SuperSport zou een soort instap-Panigale en laagdrempelig(er) moeten zijn. Voelt dit ook zo?
Nou, laagdrempeliger is ie zeker! Het is een vrij kleine machine met een hoog opstappen-en-wegwezen-gehalte. En het geheel stuurt ook nog eens superlicht, dus makkelijk is ie zeker.
Is het derhalve toch een echte superbike?
Nee, dit is geen superbike. De machine kent z’n beperkingen en de 113 pk zijn wat dat betreft tekenend. Ja, je kunt er prima mee sturen en behoorlijk mee vegen, maar aan het niveau van een superbike kan de Supersport vanzelfsprekend niet komen. De Supersport heeft heel andere kwaliteiten, zoals het verstelbare ruitje en een behoorlijke mate van comfort. In de na-middag kreeg ik de kans om het S-model op het Circuit de Monteblanco te rijden en dat was wel een niveautje hoger. Met Öhlins-veerwerk voor en achter én een auto-blip quickshifter blijkt de Supersport tot behoorlijk wat in staat, maar we moeten het ook weer niet gaan overdrijven. Dus nee, het is een supersport en geen superbike…
In welk opzicht lijkt of verschilt hij van de oude SuperSport?
Nou, in ieder geval niet qua uiterlijk. Deze machine is echt geënt op de Panigale-look en ziet er algeheel chique uit. Zo heeft -ie, in tegenstelling tot de oude Supersport, bijvoorbeeld een enkelzijdige achterbrug en instelbaar ruitje.
Welke doelgroep heeft Ducati hier nou mee voor ogen?
Ik denk dat de opstapper die toch graag Ducati rijdt een serieuze kandidaat is. Het werd ook wel weer eens tijd, voor een toegankelijke Ducati.
Is de prijs al bekend?
Ja, de Supersport kost €15.190 en de S kost €16.890. Waarom ik dat een flinke klap geld vind, lees je volgende week in MOTO73!