Het stond er zo maar tussen alle andere pareltjes: de machine waarop Kevin Schwantz het WK 500cc in 1993 won. De Suzuki RGV XR79 fabrieksracer, een legendarische tweetaktmachine die bij 12.800 toeren per minuut 168 pk leverde en daarmee een topsnelheid van 305 kilometer per uur liet aantekenen. Het is zomaar een voorbeeld van de exclusiviteit van racemotoren die het publiek kon zien in het Fitland-complex in Mill, waar door inspiratie en inzet van Paul Rutten de grootste verzameling racemotoren bijeen sinds 1998 te zien was.
De Internationale Raceshow in Mill kwam tot stand door de vriendengroep ‘Amicale, Spirit of Speed’, die samen ruim 1300 racemotoren in hun bezit hebben. Deze groep heeft zich tot doel gesteld om een zo breed mogelijk aanbod van racemotoren uit elk tijdperk te verzorgen en aan het publiek te laten zien. De groep verzamelaars bracht in Mill ruim 140 racemotoren samen en dat mag een uniek resultaat genoemd worden.
In MOTO73 nr. 25 van 2014 die sinds gisteren in de winkels ligt (hier online te bestellen enabonnee-aanbiedingen hier) wordt over acht pagina’s uitgebreid aandacht besteed aan de race-show en de mooiste motorfietsen vinden zichzelf daarin terug in het foto-verslag.
In dat foto-verslag vind je onder andere de volgende hoogtepunten:
– De Condor-125cc-tweecilinder van Jos Schurgers en Jorg Müller, bereden door Henk van Kessel en Mari van den Berg.
– De 50cc Black Arrow uit 1977 waarmee Henk van Kessel in 1977 een snelheidsrecord vestigde.
– De Van Veen Kreidler-50cc uit 1972 waarmee Jan de Vries veertien Grand Prix-races en twee wereldtitels won.
– De Honda 500cc TSR V2 van Molenaar waarop Jurgen van den Goorbergh in het WK 500cc reed.
– De eerste racemotor met een frame van carbon: de Armstrong CF350, waarvan er maar één is gebouwd.
– De Ducati GP11 met 240 pk bij 17.000 toeren per minuut, de enige MotoGP-machine van Ducati die in privébezit is.
– De NSU Sportmax 250cc, die met de badkuip en een topsnelheid van ruim 200 kilometer per uur.
Foto boven: Guus van Goethem