Op dinsdag 5 april is de campagne Te luid geluid is uit gepresenteerd aan de leden van de commissie Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer. Woordvoerder Hugo Pinksterboer (MAG) gaf aan dat de campagne in de eerste plaats als doel heeft om dijken en wegen open te houden voor motorrijders. Niet alleen door motorrijders te vragen om rekening te houden met hun omgeving, maar ook door bewoners en overheden duidelijk te maken dat er naar hen geluisterd wordt.
Pinksterboer gaf daarbij duidelijk aan dat uitspraken van bewoners (‘motorterroristen’ op hun ‘herrie-ijzers’) en krantenkoppen (‘Motorrijders beschouwen lawaai als grondrecht’) grensoverschrijdend zijn en dat het in ieders belang is zulke uitingen een halt toe te roepen, onder meer door betere voorlichting. Je mag anderhalf miljoen motorrijbewijshouders niet over één kam scheren, net zomin als je wegen mag afsluiten voor een grote groep op basis van de door een kleine groep veroorzaakte overlast.
Waarom we ‘Te luid Geluid Is Uit’ bloedserieus moeten nemen
Belangrijkste verzoek aan de commissieleden was om zich mede in te zetten voor de adoptie van de campagne door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘In een aantal gemeenten en provincies staat het Te luid geluid is uit-logo al langs de wegen. Wij zien het logo graag door het hele land,’ aldus Pinksterboer.
Daniel Koerhuis, woordvoerder Infrastructuur van de VVD, gaf naar aanleiding van de presentatie aan de minister van I&W om een reactie op de campagne te zullen vragen. Caroline van der Plas (BBB) trok een parallel tussen motorrijders en boeren, als twee partijen waar veel meningen over bestaan maar vaak weinig kennis over is. Ze liet weten graag een keer met een motortocht mee te rijden, een verzoek dat vanzelfsprekend gehonoreerd wordt. Ook voorzitter Tjeerd de Groot en overige commissieleden reageerden positief op het initiatief. Een gesprek tussen MAG en I&W-minister Mark Harbers staat inmiddels in de planning.