Natuurlijk moest ik in eerste instantie lachen toen Honda met de NM4 Vultus op de proppen kwam. Zeker met de flop (toch?) van de DN-01 in m’n achterhoofd concludeerde ik al gauw dat de Vultus in Nederland bepaald geen warm broodje zal worden. Natuurlijk, enkelen zullen vallen voor het excentrieke uiterlijk en een paar Integra-rijders kunnen bést overstag gaan, maar net zoals met de DN-01 zal het moeilijk worden om er eentje ‘in het wild’ te spotten.
En afgaande op de foto’s kon ik niet anders dan concluderen dat de NM4 een lelijk gedrocht is: pardon. Het lijkt een bombastische waterscooter met wielen of een omgebouwde sneeuwscooter, maar het lijnenspel heeft nou eenmaal weinig met dat van een ‘gewone motorfiets’ van doen. Zo simpel is het.
Toch ben ik al gauw van mening veranderd toen ik de Vultus in het echt zag. En bovenstaande foto verraadt al een groot deel van m’n nieuwe mening. Want weet je, die Vultus is zo’n gedrocht nog niet. Apart is -ie zeker, maar het lijnenspel klopt ‘in het echt’ beter dan op de foto’s. Het is, tja, een motorfiets. Een héél vreemde motorfiets, oké, maar toch.
Maar belangrijker is het dat je eenmaal in het zadel niet anders kunt concluderen dan dat één en ander aan opvallende frivoliteiten echt wel goed is. Het zo malle duo-zitje dat je als berijder als ruggensteun is écht fijn en de zithouding klopt behoorlijk. Ook begrijp je eenmaal in het zadel dat het zo opvallende kuipwerk vóór je armen een daadwerkelijke functie heeft: de breed uitstaande vleugels houden je armen geheel uit de wind, zo lijkt het. Het lijkt me zo’n fiets waarop je menig ondoordachte motorrijder op een mooie zomerdag in een t-shirtje ziet rijden. Ook zijn de bagagevakjes, die in de vleugels gepositioneerd zijn, wél vanuit het zadel bereikbaar. Kortom: het praktisch nut van de Vultus zal in de dagelijkse praktijk z’n uitwerking hebben. Het lijkt een prima woon-werk-motorfiets.
Maar nog véél belangrijker is dat de Vultus compleet uit de ban springt. We hebben al zó veel van hetzelfde, zo veel dat op elkaar lijkt en voor de leek nauwelijks te onderscheiden is. We noemen nieuwe motoren wel eens saai en weinig vooruitstrevend, terwijl voor menig fabrikant een gewaagde kleurstelling al té gewaagd is. Zwart en grijs lijken de verkooptoppers te zijn waardoor we ook kunnen stellen dat dé motorrijder niet al te veel behoefte heeft aan vreemde capriolen, maar dat terzijde.
Met de NM4 Vultus doet Honda daar niet aan mee. Want of je ‘m nou lelijk of ontstellend lelijk vindt: een excentriekeling in het doorgaans zo behouden motorlandschap verdient een pluim. Een pluim ter aanmoediging van nieuwe initiatieven, een pluim waarmee de Vultus met een gerust hart z’n middelvinger kan opsteken naar ál die ‘nieuwe modellen’ die zo ontzettend veel op andere motorfietsen lijken. De dertien-uit-een-dozijn-exemplaren, de doe-maar-normaal-dan-doe-je-al-gek-genoeg-motorfietsen. Want hé, daar hebben we er al genoeg van.
Lang leve de Vultus!
Behoefte aan meer opinie-stukken? Die vind je hier.