De prijs van een vat ruwe olie is sinds november van 2016 niet meer zo laag geweest als nu. Desondanks daalt de prijs van benzine aan de pomp maar mondjesmaat mee.
Dat komt met name omdat tweederde van het bedrag dat op die grote palen bij de pomp staat bestaat uit belastingen en accijnsen. Daar verandert dus niet veel aan, hoe laag de prijs van het basisproduct ook wordt. Natuurlijk daalt het wel iets – je betaalt nu zo’n negen cent minder per liter dan afgelopen april – maar zo sterk als de olieprijs gedaald is, zakt de benzineprijs voorlopig niet.
Dat komt omdat waar geld te verdienen valt, er altijd mensen en instanties zijn die proberen nóg meer geld te verdienen. De organisatie van olieproducerende en exporterende landen (OPEC) – waar onder meer Venezuela, Irak en Saudi Arabië bij horen – heeft onlangs dan ook een productiebeperking ingesteld in een poging het aanbod dusdanig te reduceren dat de prijs of wel stabiel blijft of wel zo stijgen. Zelfs Rusland, dat geen lid is van de OPEC, en nog eens tien andere landen werkten mee aan het plan. Dat blijkt nu dus geen succes en dat hebben we dan weer te danken aan de Verenigde Staten.
Dank je Donald!De flink bekritiseerde president Donald Trump heeft namelijk opgeroepen de productie van schalieolie flink op te schroeven, waardoor – zeker vanuit de VS zelf – de vraag naar ruwe olie plots redelijk in het niet valt ten opzichte van het aanbod.
Ondanks die extra liters ruwe olie, zit een keldering van de prijs aan de pomp er voorlopig nog niet in, maar zolang de OPEC en Rusland op blijven boksen tegen de Verenigde Staten, kan de productie nog wel eens verder opgedreven worden en wie weet betalen we dan eindelijk weer eens mínder dan anderhalve euro voor een liter.
Bron: NOS
Foto: Jowin Boerboom