Lang gewacht en toch nog gekomen: Honda introduceert de nieuwe Fireblade. Om voor het lange wachten te compenseren, zetten de Japanners ons direct twee verschillende modellen voor: de SP1 en de extreem exclusieve SP2.
In verschillende opzichten is 2017 een speciaal jaar voor de Fireblade. Het is 25 jaar geleden dat de eerste Fireblade het levenslicht zag en eindelijk maakt de nieuwste generatie zijn opwachting. Net als bij al zijn voorgangers is het Honda te doen om Total Control. Het gaat de Japanners niet om de lichtste of sterkste superbike, maar om de meest uitgebalanceerde.
Het wekt geen verbazing dat de verbeterdrift van Honda zich concentreert op drie punten: gewichtsvermindering, vermogenstoename en elektronica. Over het eerste kunnen we kort zijn: veertien kilo minder brengt zelfs de handen van Sonja Bakker op elkaar. De Blade krijgt het onder meer voor elkaar met magnesium blokdelen, een titanium uitlaatdemper en een benzinetank van hetzelfde exotische materiaal.
Het vermogen komt uit op 184 pk bij 12.500 tpm (plus 11 pk) en een maximum koppel van 110,9 Nm bij 10.500 tpm. De vier-in-lijn gebruikt nog steeds dezelfde boring en slag (76 x 55,1 mm), maar de compressie stijgt naar 1:13.1. Bij 13.000 tpm vindt de toerenbegrenzer het pas genoeg.
Honda schroeft mooi spul onder de Fireblade. Het is de eerste motor uit deze stal met semi-actieve Öhlins NIX30-voorvork en TTX36-schokbreker. Het slimme veersysteem ontvangt zijn informatie van een Bosch MM5-rekeneenheid op basis van vijf parameters. Dezelfde computer stuurt op basis van diezelfde gegevens het traction control systeem, throttle-by-wire, bochten-ABS en de mate waarin het achterwiel omhoog komt aan. De Fireblade heeft drie rijmodi: Street, Circuit en Mechanic. Op levertijd en prijs is het nog even wachten.
SP2: basis van Bradls brommer
Honda bouwt slechts vijfhonderd exemplaren van de CBR1000RR Fireblade SP2. De motorfiets vormt de straatlegale basis van de WK Superbike-racer waarmee Ten Kate Racing volgend jaar op zoek gaat naar de wereldtitel. In vergelijking met de SP1 produceert dit homologatiemodel 192 pk en heeft hij een maximum koppel van 114 Nm. Mede door de montage van een paar gesmede Marchesini-wielen komt het rijklaargewicht uit op 195 kg.
De uiterlijke verschillen tussen de SP1 en 2 blijven beperkt tot wielstriping, wat carbon her en der en een subtiele gouden bies in het driekleuren lakwerk. Het grote verschil is in het motorblok te vinden. De boring van 76 mm is gelijk aan de SP1, maar de inlaatkleppen zijn 1 mm groter en de uitlaatkleppen 1,5 mm. De vorm van de kleppen en cilinderkop garanderen een geoptimaliseerde verbranding. De kop is voorbereid op de montage van extreem hete nokkenassen.
Aan typische race-elektronica ontbreekt het de SP2 evenmin. De machine heeft een programmeerbare Launch Control (tussen 6000 en 12.000 tpm), pit lane limiter en vijf verschillende rijmodi. Met de twee kits wordt het pas echt gezellig en waarschijnlijk ook prijzig. De SP2 Sport Kit bestaat uit nokkenassen, klepveren, race-ECU en een volledig uitlaatsysteem. Met de Race Kit kun je helemaal los gaan. Het bevat meer dan tachtig onderdelen, zoals swingarm en remmen.