Er zijn vorig jaar minder motoren gestolen dan in 2015, namelijk 1.579. Dit is 14,3 procent minder, blijkt uit de cijfers van Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit. Hoewel het aantal diefstallen dus is gedaald, kan de vlag nog niet bepaald uit. Het gemiddelde aantal gestolen motoren over de laatste jaren is ruim 1700. Het ene jaar wat meer, het andere jaar iets minder. Ruim twintig procent van de gestolen motoren wordt weer teruggevonden.
Ook wel interessant is wáár dan de meeste motoren worden gestolen. Amsterdam heeft de twijfelachtige eer om op de eerste plek te eindigen. Daar werden vorig jaar 377 motoren gestolen. Vervolgens waren motoreigenaren in omgeving Rotterdam (216) en regio Haaglanden (207) hun bezit het minst zeker. Wat er verder nog opviel was dat gestolen motoren vaak niet de nieuwe modellen waren, maar juist de oudere. Motoren van 20 jaar en ouder werden het meest gestolen (257). Dit is eigenlijk al jaren zo en zou iets te maken kunnen hebben met diefstalbeveiliging.
Ook wel leuk om te weten is welke motoren nou het meeste onvrijwillig van eigenaar verwisselden. Yamaha’s werden het meest gestolen (250), daarna Suzuki’s (245) en Honda’s (215). Honda-eigenaren hadden overigens de grootste kans om hun motor ooit weer terug te zien. Van de gestolen Honda’s keert 30,7 procent weer terug naar de rechtmatige eigenaar. Die kans was bij Yamaha’s (23,2%) en Suzuki’s (15,9%) iets minder groot. Wie een Ducati liet stelen in 2016 kon een hereniging met de motor eigenlijk wel uit zijn of haar hoofd zetten. Slechts 3,9 procent van de Duc’s dook ook weer op.
Foto: ANP