De motor, of in elk geval de gemotoriseerde tweewieler, heeft na de coronacrisis de toekomst en zal een stuk grotere rol spelen in het verkeer in de anderhalvemetersamenleving. Dat stelt Dolf Willigers, secretaris-generaal van FEMA, de federatie voor Europese motorrijders.
Brommers, scooters, e-bikes en motoren: we zullen ze als het ergste van de coronapandemie achter de rug is en de steden weer opengaan een stuk meer in het straatbeeld zien, schrijft Willigers in een blog op de FEMA-website. Zowel om goederen als personen te vervoeren als voor tourisme.
OV in de knel
Een belangrijke reden hiervoor, denkt Willigers, is dat het openbaar vervoer een tik zal oplopen door de coronacrisis en in zijn ogen weinig geschikt is voor de te verwachten nog langdurig van kracht zijnde anderhalvemetersamenleving. “Het is immers moeilijk anderhalve meter afstand te houden in het openbaar vervoer.” De capaciteit zal dus afnemen. “Terwijl een andere vraag is of openbaar vervoer wel betaalbaar blijft, want in veel landen wordt het nu al hevig gesubsidieerd.”
Stedelijk ruimtegebrek
De andere belangrijke reden is, kortgezegd, ruimte. Met minder OV-gebruik, resteren in Willigers’ gedachtegang voor kortere afstanden de fiets, scooter, brommer en benenwagen, en voor langere reizen de auto en motor. Maar daar wringt volgens hem de schoen.
Steden zullen immers meer ruimte moeten bieden aan het toegenomen aantal voetgangers en fietsers, die onderling ook nog eens anderhalve meter afstand moeten houden. Dat zal volgens Willigers ten koste gaan van de ruimte voor auto’s, al verwacht hij tegelijkertijd juist méér autoverkeer vanwege de mindere OV-mogelijkheden en hoe social distancing carpoolen compliceert. Zo dreigt, waarschuwt Willigers, rondom autoverkeer een verergering van de problemen die we kennen van voor de coronacrisis: “De files, parkeerproblemen en luchtvervuiling zullen toenemen.”
De toekomst is voor tweewielers
De oplossing, volgens Willigers? “Mensen die langere afstanden moeten afleggen, zullen voor (idealiter elektrische) gemotoriseerde tweewielers kiezen. Daarmee kun je zowel korte als langere afstanden afleggen én de benodigde onderlinge afstand houden.” Een bijkomend voordeel: tweewielers nemen minder ruimte in en zijn minder vervuilend dan vierwielers.
Als er weer vrij(er) gereisd kan worden, ziet Willigers deze switch naar tweewielers dus wel gebeuren. “Stadsbesturen en verkeersautoriteiten moeten daarop inspelen”, pleit hij. Door de infrastructuur van wegen aan te passen, maar ook door bijvoorbeeld laadpunten te plaatsen voor elektrische tweewielers. “Voor zowel persoonlijk vervoer als deels voor goederen transport, zullen motorische tweewielers de logische keuze zijn.”
Als we dan met de motor over de busbanen mogen rijden, scheelt dat ook weer.
Lang niet iedereen kan een motor naast de auto financieren, en velen hebben nog een hobbel te gaan voor het A-rijbewijs. Bovendien kan de anderhalve meter samenleving geen blijver zijn.