Op 26 november jl. overleed Kenrick ‘Ken’ Kavanagh op de mooie leeftijd van 97 jaar. Kavanagh, woonachtig in Bergamo, was de eerste Australische coureur die een WK-race won. Tijdens zijn loopbaan reed hij voor Norton, Moto Guzzi en korte tijd ook voor MV Agusta.
In de raceloopbaan beated and lapped Kavanagh al zijn tegenstanders wel een keer. Hij won van zijn teamgenoten Surtees en Ray Amm bij Norton en vervolgens van Lomas, Dale en Campbell bij Moto Guzzi. Geoff Duke was in die jaren de grootheid, waarvoor Kavanagh diep respect had. Ken beschouwde Duke als de enige coureur die beter dan hem was. Hij omschreef Duke’s rijstijl ls ‘de enige manier om succesvol te racen zonder over te gaan in een steriele roekeloosheid’. Kavanagh vestigde zich 60 jaar geleden al in Bergamo. Daar kon hij rustig leven en ver weg blijven van de motorwereld, genietend van het geld dat hij bij Moto Guzzi had verdiend.
Kavanagh werd in 1923 in Melbourne geboren, was verliefd op mechanica en studeerde dan ook techniek. Tegelijkertijd begon hij eind jaren veertig van de vorige eeuw te racen: eerst op de snelweg met een JAP en vervolgens op een bliksemschicht, zoals hij de Norton Manx 500 zelf omschreef. Hij reed er mee in lokale wedstrijden, maar werd in 1951 opgepikt door de Australische importeur van Norton. Samen met twee andere Australische coureurs deed hij mee aan de race waar iedereen in die tijd van droomde: de TT van het eiland Man.
Aan het einde van de jaren veertig waren er twee legendarische races in de motorwereld die tot ieders verbeelding spraken: Indianapolis voor auto’s en TT Isle of Man voor motoren. Zelfs het wereldkampioenschap had niet dezelfde charme en aantrekkingskracht. Sohichiro Honda bijvoorbeeld had de overwinning van de TT als eerste en belangrijkste doel gesteld voor zijn merk.
In 1951 werd het team uitgebreid, om punten af te snoepen van het koppel Milan-Gile. Dat vocht met Geoff Duke om het wereldkampioenschap. Ken deed zijn deel, won enkele races en werd achter Duke tweede in de strijd om het kampioenschap. Die tweede plaats leverde hem in 1952 een contract op bij Norton, maar het seizoen verliep over het algemeen nogal teleurstellend, met slechts één overwinning en een paar podiumplaatsen in de 350 en 500. Ook 1953 verliep niet goed voor Norton, die vaak het onderspit moest delven tegen de viercilinder Gilera 500 en 350 Guzzi. Norton won dat jaar slechts één GP, die van Ulster. Ondertussen was Duke al verkast, hij reed voor Gilera.
In dat jaar werd Kavanagh benaderd door Moto Guzzi. Die wilde Kavanagh tijdelijk overnemen van Norton, maar na enkele races, waarin hij de strijd aanging met de angstaanjagende NSU kreeg hij een contract voorgeschoteld voor het seizoen 1954. Die aanbieding kon hij niet weigeren. De Norton-directie was woedend en vergeleek de vertrekkende coureurs met ‘ratten die het schip verlieten’!
In werkelijkheid was er in die jaren al sprake van een migratie van de sterkste Engelse coureurs. Op de Engelse circuits hadden ze op de mooiste eencilinder uit de geschiedenis furore geschreven, maar de technische en economische vooruitzichten van de Italiaanse fabrikanten waren te verleidelijk.
Voor Moto Guzzi reed Kavanagh op een 350 eencilinder. De motor gaf hem zoveel vertrouwen dat hij de eerste coureur werd die in aanmerking kwam voor de fameuze achtcilinder. Maar in het seizoen 1956 kon Kavanagh het met deze verfijnde en moeilijk te tunen nooit echt goed vinden. Er waren te veel technische problemen met de Moto Guzzi. De resultaten waren dan ook slecht en aan het eind van het jaar, na een aantal zeer kritische uitspraken over de achtcilinder, eindigde de relatie met Moto Guzzi.
In het seizoen van 1957 werd Kavanagh in Barcelona, in voorbereiding op de race in Imola, gezien op een MV 500. Daar is iets gebeurd dat nooit duidelijk is geworden. In ieder geval verzocht hij om het contract met MV Agusta voortijdig te beëindigen.
De laatste twee seizoenen van zijn carrière werd hij gezien, in volgorde, achter het stuur van een Maserati 250 F. Met de bloedsnelle Italiaan had hij geen succes waardoor hij het nogmaals op twee wielen probeerde. Eerst bij Norton en later bij Ducati. In 1960 beëindigde hij zijn loopbaan.
Kavanagh wordt herinnert als een harde en pragmatische coureur, eentje die condensvorming op zijn vizier bestreed met rode wijn!