De filmproducent van James Bond gebruikte Coca Cola om motorstunts mogelijk te maken in No Time To Die.
Het team achter de motoractie in de James Bond-film, No Time To Die, heeft onthuld hoe ze de stunts in de laatste actiefilm hebben uitgevoerd.
Tijdens het filmen op locatie in Matera, Zuid-Italië, kwam het team in aanraking met de nemesis van de motorstuntrijder: glad, geplaveid, en smalle straatjes. Om het probleem te omzeilen, kwam Daniel Craig (alias James Bond) met het idee om de straten te besproeien met Coca Cola om het oppervlak bruikbaarder te maken.
Het bleef niet bij een paar blikjes. De filmbazen lieten zo’n 40.000 liter aanrukken ter waarde van 50.000 euro en lieten die door de pittoreske straatjes stromen. Toen de bruisende frisdrank eenmaal was opgedroogd in de Italiaanse zon, bleef er een kleverig residu over op de eerder zo glibberige straten. Precies wat James Bond-stuntrijder Paul Edwards nodig had om de meest hachelijke stunts uit te voeren.
Foto boven zie je Edwards op een Triumph Scrambler 1200 (die eigenlijk een CRF400 was, maar niet verder vertellen!) over een van de hoge stenen muren van de stad springen. Voor de stunt was een 25 meter lange oprit nodig waarop precies 60 km/u gereden moest worden om veilig over de muur te springen.
Total Film meldt ook dat de na afloop de Coca Cola werd weggespoelden dat ‘de dingen er erg schoon uitzagen’ na het afspoelen.
