“Ieder jaar komen ze hier weer met de Italiaanse motoren”, zei Jan Hol aan het begin van de dag. Hij is terreinbeheerder van De Meent. “Dit is voor mij nu de vierde keer. Ik heb er geen verstand van, maar ik kijk er graag naar.”
Dat deden ook de overige vijfduizend bezoekers en deelnemers aan de 2017-editie van de Ital-dag. “Brommers kieken, niet meer en niet minder. Gewoon een leuke dag”, had wijlen Jan van Dijk erover gezegd. Jan was jarenlang de promotor van het feestje, dat zich na een aantal edities in Soesterberg en Tiel nu al zevenmaal afspeelt in Beusichem.
Met huid en haar was hij een Ducatiman, Jan van Dijk, en te zijner nagedachtenis reikte zijn echtgenote Stella aan het eind van de dag de Jan van Dijkbokaal uit aan de mooiste Ducati. De prijs ging naar de Paul Smart replica van Johan Koeleman – met als belangrijk argument de authentieke handtekening van Paul Smart op het racekontje.
Maar dat gebeurde pas later op de zondagmiddag. Al ‘s ochtends vanaf een uur of tien was het druk rondom De Meent. Het vrijwilligersteam bij de ingang dirigeerde de bijzondere motoren naar een parc fermé; de andere – ook prachtige – Italiaanse machines kregen een plekje verderop. We spraken over de Ital-dag met Arjan Nieuwland, die sinds 2014 in De Meent de coördinatie deed.
Genieten
“Zeker, ik vind het nog steeds leuk om te doen. Genieten, want iedere keer is het een heel gezellige happening. We vormen met ons allen een fantastische vrijwilligersploeg. Ze zijn allemaal goed op elkaar en op mij ingespeeld. Ik hoef de grote lijnen maar aan te geven en het gebeurt. Een groot deel van de vrijwilligers komt van de Ducaticlub. Logisch, die heeft bijna vierduizend leden. Neem nou de MV Agusta Club Nederland hier naast ons; die heeft maar honderd leden en levert evengoed vrijwilligers.
Ook de andere clubs werken mee. Een voorbeeld. Ineens hadden we geen jury om de meest bijzondere motoren te selecteren. Zowel Ivar de Gier als Hans Smid moesten wegens persoonlijke omstandigheden verstek laten gaan. Dán weten we elkaar te vinden. Binnen één uur hadden we drie nieuwe juryleden: Gijs Portengen van de Ducaticlub, Jaap Schulz (Aermacchiclub) en Wim Couwenberg (Moto Guzziclub).”
“Misschien kan je de sponsoren nog ergens in het verhaal verwerken. Dat hebben ze verdiend, haha. Loxan Worx heeft gezorgd voor dranghekken, rijplaten, elektriciteit, De Bruine Kip doet de catering en Van den Hurk levert de bloemen.”
Het was de laatste keer dat Arjan Nieuwland de zaak regelde. “Kai Dijkhuizen van DCN Fulmini, de jongerenafdeling van de Ducaticlub, neemt het stokje over. Misschien kan ik ook weer eens echt op vakantie, had ik bedacht. Een opluchting? Mwah, het is eerder iets waar ik moeite mee heb. Maar sinds deze editie zijn mijn vrouw Sigrid én mijn zoon Simon – hij is 22 – nauw betrrokken geraakt bij de organisatie. Dus ik moet het nog zien waar ik de volgende keer ben.”
Interessante mensen
Het evemententerrein barstte van de interessante motoren – en mensen. Zo was daar Jan Wouda, die deel uitmaakte van de standbemanning van de MV Agusta Club Nederland.
“Van onze ongeveer honderd leden zijn er veel ‘slapend’. Het zijn de diehards die regelmatig aan ritjes meedoen. Van oudsher waren dat de bezitters van de ‘oldtimers’, motoren uit de jaren zeventig. Sinds het jaar 2000 ontstond er eindelijk nieuwe aanwas. Oud of nieuw, we hebben allemaal die MV-tik!”
Jan vertelde met smaak sterke verhalen uit de MV-wereld. Zoals over de contacten die de club onderhoudt met de fabriek in Varese.
“Met de oude Castiglione bijvoorbeeld, en met Arturo Magni. In de loop der jaren zijn we al een keer of tien daar geweest. Zo werden we eens uitgenodigd voor een uitgebreid diner, op zijn Italiaans. Of die keer dat we Phil Read zo gek hadden gekregen om als instructeur op te treden tijdens een circuitdag van de Race Academy. Het was fantastisch; masterclasses op het TT-circuit. Toch een eigenaardig man, die Phil Read. Later zouden we eenzelfde organiseren in het Franse Pau. Het hele circus opgetuigd, maar Phil kwam niet opdagen. Een grote desillusie.
Giovanni Castiglioni leidt de onderneming nu. Toch van een ander kaliber dan de oude garde. Ze willen zo veel tegelijk, Teveel modellen, dat geeft problemen. Toch, het draait nu weer, mondjesmaat.”
Even verderop, op een centrale plek in het bedrijven- en clubgedeelte, troffen we een replica aan van de beroemde Moto Guzzi V8-racer.
“Veel mensen zullen deze motor herkennen van de televisiereclame”, vertelde Dyon Wouters. Hij heeft een bedrijf dat doet aan brand promotion. “Het kledingmerk Vanguard had ons gevraagd of we een campagne voor hen wilden bedenken. Nou zijn motoren mijn passie, dus dat was de richting waarin ik ben gaan zoeken. Het logo van Vanguard is een griffioen, een gevleugelde leeuw, en die symboliseert vooral ‘vrijheid’. Logisch toch, dat ik dat met motorrijden in verband bracht? Moto Guzzi Nederland was bereid mee te werken. Vervolgens bouwde Numbnut Motorcycles in Amsterdam deze motor, op basis van onze ideeën. Natuurlijk, het is niet de echte V8-racer. Het is een replica. Een zware ook nog, want hij komt aan de 330 kilo.
De organisatie van de Ital-dag had ons gevraagd of we wilden komen. Natuurlijk, we zijn daar hartstochtelijk op ingegaan. En we hebben er niet één negatieve reactie op gekregen!”
Mooiste motor
Intussen liep De Meent voller en voller. Tegen één uur in de middag was de drukte op haar top. Nog steeds kwamen er motoren van Italiaans fabrikaat binnengereden, maar de eersten waren alweer aan het vertrekken. Mooi weer, dus het asfalt langs de rivierdijken lokte. De jury keek bezorgd. “Straks is iedereen al weg bij de prijsuitreiking!”
Het kiezen van de juiste motoren was niet zo eenvoudig. Vele malen liepen de juryleden heen en weer door het parc fermé. Sigrid Nieuwland en Stella van Dijk verleenden assistentie.
“Een heel leuke verzameling staat hier bij elkaar. Moeilijk om te kiezen. Ze zijn allemaal even mooi. Elke motor heeft zijn eigen charme.”
Uiteraard kwamen ze er uit. De prijs voor de mooiste Ducati hebben we al genoemd: de Jan van Dijkbokaal ging naar de Paul Smartreplica van Johan Koeleman.
“De handtekening heeft Paul Smart er zelf op gezet, tijdens de clubrace van vorig jaar”, meldde Jan.
Er waren nog meer Ducati’s die een prijs kregen. De smetteloze en tijdloos mooie 900SS van Luc Meermans was de mooiste van vóór 1990. Zeven jaar geleden won Luc in Tiel al eens dezelfde prijs met een Laverda SFC.
“Hoe ik aan deze motor gekomen ben? De wind stond in de goede richting. Ik bevond me op het juiste moment op de juiste plaats en ik had juist genoeg geld beschikbaar. Machines als deze komen niet meer in de handel. Die moeten je gegund worden.”
De Ducati 888 van Jos van Woerkom kreeg de prijs voor motoren van ná 1990. Jurylid Sjaak Bakhuizen had al uitgebreid de loftrompet staan steken, maar ontdekte net iets te laat dat hij naar de verkeerde motor aan het kijken was. Het werd hem vergeven.
Marco Wijnen had een gelikte caféracer meegenomen.
“Daar is heel veel werk ingestoken”, zei hij, “met onderdelen van allerlei modellen, waaronder de 916 en de Monster. De credits horen bij Ferry van den Boom, want die heeft hem samengebouwd.”
Dan was er nog een prijswinnende Moto Guzzi: de 250cc van Dré Dorssers.
“Deze motor heb ik ooit gekocht op een veiling. Er zat heel veel werk aan. In 2011 ben ik ermee naar de fabriek in Italië gereden. Vanwege sneeuw helaas niet via de Splügenpas, maar via de tunnel. Ach, dat is de passie.”
Volgend jaar wéér een Ital-dag, en dan met een nieuwe coördinator!
Deze reportage is tot stand gekomen dankzij de bereidwillige medewerking van de organisatie en van Stella van Dijk, die me hielp bij het op de juiste manier weergeven van een groot aantal feiten met betrekking tot de Ital-dag.
===================================================
Stella van Dijk en de Ital-dag
“De Ital-dag gaat terug tot 1985. Jaap de Jong van de Aermacchiclub was de aanstichter van het initiatief. Hij organiseerde de dag in Soesterberg bij het Militair Luchtvaartmuseum. Ik dacht tot 1997. Daarna viel het stil. Ted Haanappel van Motortoer heeft nog een vergeefse poging gedaan, maar helaas.
Tien jaar geleden vroeg de Ducati Club Nederland aan Jan en mij of we de Ital-dag nieuw leven wilden inblazen. Wij zijn er samen mee aan de slag gegaan. Eerst hebben we het geprobeerd in Tiel, op het industrieterrein bij Restaurant De Betuwe. We dachten, als er 500 bezoekers komen is dat mooi. Het werden er 1500! Hierdoor werd het terrein in Tiel al snel te klein. Daarom organiseren we dit de afgelopen zeven jaar op het recreatieterrein De Meent in Beusichem.
Het is iedere keer weer zó bijzonder. Geen haantjesgedoe, zoals je soms ziet bij motorevenementen. Nee, een ontspannen, gemoedelijke sfeer. Ik koester Jan’s gedachtengoed. Hij is in 2013 overleden. Ter herinnering aan de man die de Ital-dag opnieuw op de kaart had gezet hebben we de Jan van Dijkbokaal in het leven geroepen.”