De Monster 1200 is inmiddels een bekend gezicht, die we in meerdere uitvoeringen kennen. Maar Ducati kwam dit jaar met de R-versie op de proppen: met de R van Race, uiteraard. We weten uit ervaring dat áls Ducati voor die R-toevoeging kiest, dat het ook écht R-waardig is. Zal hetzelfde dus ook gelden voor de Monster 1200 R? We vragen het aan Eddie de Vries, die een dag op de R reed.
Is dat nou Ascari dat we daar zien?
Klopt, het Ascari van Klaas Zwart. In de heuvels bij Ronda, Zuid-Spanje. Een genot om hier te zijn en een logische keuze voor de Monster 1200 R. Het is een geweldig circuit dat qua lay-out bestempeld zou kunnen worden als GP-circuit, maar qua veiligheid het een en ander te wensen over laat. Zo af en toe voel je jezelf op de openbare weg en aangezien de Monster nou natuurlijk geen superbike is, is dat helemaal niet verkeerd.
Liegt Ducati niet een beetje door de Monster een R-toevoeging te geven? We zien toch gewoon dezelfde vorkpoten, rempartij etc. als op de 1200 S?
Nou, nee. Dan ga je natuurlijk eerst al voorbij aan het extra gepeperde motorblok; 160 pk is wat dit R-blok levert. Een knappe prestatie omdat deze R ook nog eens Euro 4-gekeurd moest zijn. De technici hebben het niet makkelijk gehad maar hebben uiteindelijk wel de meest krachtige Ducati-naked ooit neergezet. En even over die vering; die is wel degelijk anders. De Monster staat hoger op z’n poten en het interne veerwerk is echt gewijzigd. Dat voel je ook gewoon direct. De Monster is scherp, stug en direct. Het hele gevoel is anders.
Wat is er dan verder nog zo anders?
Veel, neem de zithouding. Het instelbare zadel is gesneuveld maar daarvoor heb je een hoger zadel terug. De zithouding is echt aanvalsgericht maar niet te overdreven. Belangrijker vind ik echter de extra ruimte voor m’n voeten. De duo-voetsteunen zetelen niet langer op beugels die aan het motorblok gemonteerd zijn, maar vinden steun aan het nieuwe sub-frame. Dat scheelt echt heel veel bewegingsvrijheid.
En de pk’s?
Ja, die heeft -ie! De L-twin loopt hard, dat staat vast. In het licht van de huidige generatie superbikes is 160 pk wellicht niet iets om van achterover te slaan, maar toch is het een hele vooruitgang. De tweecilinder vraagt trouwens wel om een beetje toeren, op het circuit hou je de toerenteller het best boven de 7000 toeren per minuut.
Dus, tevreden?
Alles kan beter, natuurlijk. Een R zonder quickshifter vind ik wel jammer, en meer geavanceerde tractiecontrole mét hellingshoeksensor zou ook niet mis zijn. Maar belangrijker is het dat de R fantastisch stuurt, zó helder is qua feedback en op stuurgedrag werkelijk fenomenaal is. Man, dit had ik niet verwacht. De combinatie tussen die ultieme feedback en volledige neutraliteit is verbluffend. De nieuwe set-up is goud waard en als ik mocht kiezen tussen de goedkopere S of de R, zou ik toch echt hiervoor doorsparen.
Waar lezen we je gehele testverslag?
In de MOTO73 die donderdag in de winkels ligt.