Geen gepastere presentatieplek voor Ducati’s nieuwe Diavel als Monaco, alwaar de vierkante meter prijs oploopt tot drie ton. En waar Ducati’s power cruiser bovendien op het gespierde lijf is geschreven van de gemiddelde strandtent-eigenaar. Bovendien biedt het achterland, de Mercantour, ongenadige stuurwegen en rust. Redacteur Joost Overzee geeft alvast zijn eerste oordeel over deze ‘cruiser’.
Een nieuwe Diavel na drie jaar. Maar om de verschillen op te merken moet je toch een leesbril opzetten, niet?
Tot en met de geometrie aan toe kun je de Diavel tweede generatie over het bestaande model heen leggen. Het vraagt dus een kennersoog om ze in de gauwigheid te onderscheiden. Eyecatchers bij de nieuwe versie zijn de 100% LED-koplamp en diens behuizing, vernieuwde radiateurcovers, een aangepast zadel (voor meer comfort en bewegingsvrijheid) en de toevoeging van een benzinemeter in het Thin Film-scherm. Duidelijkste herkenningspunt zijn de nieuwe, scherp gesneden uitlaatdempers, zwart op de standaard versie, geborsteld aluminium op de Carbon-editie. Onderhuids maakt deze second generation Diavel gebruik van het Dual Spark-blok, zoals eerder gepresenteerd op de 1198, Multistrada en Monster 1200.
Wordt de Diavel eigenlijk wel helemaal begrepen? Of is het ‘wel kijken, niet kopen’?
Een kiloknaller is het niet, eerder een imagobouwer en gestaalde peiler binnen de Ducati-modellenlijn. In drie jaar zijn er 20.000 stuks geproduceerd en verkocht zonder hoge pieken of diepe dalen. De Diavel is onmiskenbaar een boegbeeld met een vaste groep (potentiële) liefhebbers, doorgewinterde types die blind vallen voor deze patsmobiel met woeste uitstraling en prestaties. Maar de Diavel presteert – afgaande op eerdere ervaringen – veel meer dan tijdens een zondags pendelritje over de boulevard. In zoverre trekt de duivelse krachtpatser ook cruiserrijders die het hakkepuffen moe zijn en topprestaties willen combineren met comfort, strak remmen en sturen. Vandaar ook dat Ducati een nieuwe slogan hanteert ‘Don’t call me a cruiser’, een slimme manier om de groep geïnteresseerden verder te vergroten. De ervaring met het vorige model leert immers dat eventuele vooroordelen jegens de Diavel pas weggenomen worden tijdens en na een testrit.
In 2011 was de Diavel glansrijk de meest verrassende motor van het jaar. Nu weer?
Enfin, op basis van eerdere ervaringen en de weinig revolutionaire vernieuwingen, kun je moeilijk stellen dat hij verbluffende, wereldschokkende meerwaarde biedt. De vorige was namelijk al een kanon, een dijk van een motor. Zeker is wel dat de Dual Spark zijn beloftes van extra souplesse bij de laagste toeren nakomt. In de ‘Urban’ modus laat de (droog) 205 kilo zware Ducati zich poeslief door de krochten van het Monegaskisch stadsverkeer loodsen. Natuurlijk is hij met z’n 1.590 mm wielbasis en 28 graden balhoofdhoek een slee van een machine, maar de lage zadelhoogte en puik doseerbare koppeling dragen bij tot betrekkelijk gemakkelijke kruip door sluip door-manoeuvres. Vergeet niet dat de Diavel zomaar een kleine honderd kilo minder weegt dan een VMAX. Tegelijkertijd (en in tegenstelling tot de gebruikelijke zware cruiser-machines) wordt de Diavel alleen maar beter naarmate de snelheid stijgt. Lange doordraaiers bij snelheden richting de tweehonderd per uur vreet de Diavel met een ongekende stabiliteit en koersvastheid. Voeg daarbij het opzwepende motorkarakter, bloedstollende kracht en de fenomenale Brembo monoblokkies en je zou gek zijn om de Diavel uitsluitend te gebruiken als boulevard bike. Eeuwig zonde. Waardoor ook de nieuwe versie een machine is die geen enkele dress code voorschrijft; van spijkerbroek tot raceleer, de Diavel is breed inzetbaar voor de meest diverse rijders.
Maar…
… er hangt wel een prijskaart aan. Standaard gaat de Diavel voor twintig en een half mille de deur uit, de Carbon versie met gesmede wielen doet 24.290,-. Da’s toch een hele serieuze bonk geld die de Diavel Carbon toch tot een machine maken voor de ‘happy few’. Anderzijds zullen ook vermogende en (wegens polsenpijn) verveelde Panigale-rijders in de Diavel een grandioos alternatief vinden. Dit alles natuurlijk in het perspectief bekeken van crisis en Nederlands budgetbesef: in Monaco waar de Bugatti’s Veyron en Bentley’s je om de oren vliegen gaat zo’n geldbedrag in een holle kies.
[justified_image_grid ids=19727,19728,19729,19730,19731,19732,19733,19734,19735,19736]