Motorrijden is leuk, maar op het moment dat de naald van de brandstofmeter de E nadert, ga je het liefst zo snel mogelijk terug in de tijd. Naar de jaren dat je een liter peut nog onder de € 1,20 kon krijgen. Maar goed, feit blijft dat we gewoon nog altijd moeten tanken om onszelf een pleziertje te gunnen en weer de volgende kilometers op de teller te kunnen zetten.
De gemiddelde adviesprijs voor een liter Euro95 is momenteel vastgesteld op € 1,779 en wordt elke dag opnieuw berekend. Dat doen ze aan de hand van de landelijke adviesprijzen van de vijf grootste oliemaatschappijen in Nederland. Dat zijn BP, Esso, Shell, Texaco en Total. De prijs van benzine is opgebouwd uit drie compenenten: producentenprijs (29,6 %, is de prijs om ruwe olie te raffineren naar bruikbare brandstof), heffingen en BTW (63,7 %) en distributie- en handelsmarge (6,6%). Vooral op het laatste onderdeel kan verschil zitten. Dat is ook de reden waarom je op de snelweg meer betaald dan op de overige wegen.
De eerste besparing op je brandstofkosten valt dus al vrij snel te behalen door niet aan te meren bij een tankstation aan de snelweg. Dit scheelt al snel zes cent per liter en op een tankbeurt van zo’n vijftien liter is dat dus 90 cent besparing. Dat is nog niet echt heel schokkend, maar we kunnen nog een stap verder gaan. Tegenwoordig vind je steeds meer en meer onbemande tankstations, waar je een stuk voordeliger kan tanken. Het verschil met de gemiddelde adviesprijs kan oplopen tot 12 cent. Plus, dit soort stations biedt nog een groot voordeel voor motorrijders… Je kunt je helm ophouden tijdens het tanken.
In Nederland wordt het niet snel veel goedkoper, maar wil je minder uitgeven aan benzine, dan moet je de grens over. Steeds meer automobilisten, vrachtwagenchauffeurs en motorrijders doen dit, omdat het loont. Het verschil is dusdanig groot (zie kader) dat een klein ommetje lonend kan zijn. De tankstations aan de grens merken dit. Als gevolg van de hoge kosten aan heffingen en BTW draaien zij veel minder omzet. Ten opzichte van februari 2013 is in de tweede maand van 2014 zo’n 18,5 procent minder benzine verkocht door pomphouders aan de grens. In totaal huizen er overigens zo’n 800 tot 900 tankstations aan de grens en dreigen vele van die pomphouders om te vallen. Of de overheid in zal grijpen om het verschil tussen onze buurlanden kleiner te maken, is nog ernstig de vraag. Tot nu toe heeft zowel minister Kamp van Economische zaken als staatssecretaris Wiebes van Financiën aangegeven dat de op 1 januari 2014 doorgevoerde accijnsverhoging op brandstof (alleen LPG en diesel, dus minder van belang voor motorrijders) niet teruggedraaid wordt.
Overheid
Het grootste gedeelte van jouw brandstofkosten gaan overigens naar de overheid. In Nederland worden we, mondiaal gezien, getrakteerd op de hoogste belastingdruk op brandstof. Twee derde van de prijs wordt bepaald door accijnzen, wettelijke heffing en BTW. Vooral pompstations aan de grens merken dit, doordat in omringende landen de benzineprijs een stuk lager ligt dankzij lagere heffingen vanuit de overheid. In zowel België als Duitsland ben je per tankbeurt gemiddeld tien procent goedkoper uit. Gemiddeld, want de prijs is gemeten ten opzichte van de landelijke adviesprijs in Nederland. Vind je een goedkoop, onbemand station in België of Duitsland, dan kan het verschil behoorlijk oplopen. In Belgische grensstreek met Nederland vind je bijvoorbeeld tankstations waar je een liter Euro95 voor € 1,47 kunt krijgen. Zelfs met de motor, vaak met kleine tankinhoud, bespaar je dan toch al zo’n € 4,60 per tankbeurt als je het vergelijkt met de landelijke adviesprijs van € 1,78. Moet het nog goedkoper, dan moet je even iets verder doorrijden. In Luxemburg betaal je namelijk een gemiddelde prijs van € 1,31.
Vergelijk
Een liter benzine is behoorlijk prijzig in Nederland, zeker als je het vergelijkt met de landen waar je het goedkoopst tankt. Schrik niet, maar in Venezuela gooi je een litertje peut voor slechts twee eurocent in je tank. Het land produceert zelf veel olie en daarnaast legt de regering jaarlijks miljoenen bij om de prijs te doen laten zakken. In Europa moet je het zoeken in Rusland, echter ligt dit land gedeeltelijk in Europa en Azië. Daar betaal je € 0,66 eurocent per liter. Dat is een verschil van meer dan een euro ten opzichte van het duurste land in Europa. Gemiddeld betaal je in Noorwegen namelijk € 1,84 per liter Euro95. Nederland volgt al snel op de tweede plek, met € 1,78. Een cent minder betaal je in Italië, terwijl Denemarken op de vierde plaats staat met € 1,70. Goedkoop tanken doe je overigens niet alleen in Rusland, ook Europese landen als Georgië (€ 0,81/liter), Oekraïne (€ 0,82/liter), Wit-Rusland (€ 0,95/liter), Moldavië (€ 0,96/liter) en Bosnië-Herzegovina (€ 1,20/liter) kennen lage benzineprijzen.
Foto ANP