De radaropstelling van de politie, die afgelopen zondag werd gestolen, is nog altijd spoorloos. Alhoewel de politie alle communicatiekanalen heeft ingezet om de daders te achterhalen, is er van de daders nog geen enkel spoor. Inmiddels is er maatschappelijk een brede discussie ontstaan over de moraliteit van de diefstal, en hult de politie zich in stilzwijgen over hóe het kon gebeuren dat de dienstdoende ambtenaar de diefstal van de apparatuur in eerste instantie niet heeft opgemerkt.
Vooral de laatste vraag is interessant. Want alhoewel een controleur te allen tijde zicht moet houden op de apparatuur, zijn de daders niet op heterdaad betrapt. Sterker nog: de precieze tijd van verdwijning is onbekend, en ook weet de politie niet zeker hoe de apparatuur is gestolen. In de officiële berichten spreekt de politie wel over vermoedens, maar echt zeker weten doen ze het niet. Het staat dus vast dat de dienstdoende ambtenaar geen zicht op de apparatuur heeft gehouden.
Er wordt ook veel gesproken over de vraag of de diefstal een goede of slechte daad is. Op diverse internetsites worden de dieven bejubeld en geloofd, op andere websites wordt de daad juist als verkwisting van belastinggeld bestempeld. Immers, de apparatuur is ooit betaald door de belastingbetaler, en nieuwe apparatuur zal daar ook weer van betaald worden.
Trouwens, het is niet de eerste keer dat er flitsapparatuur wordt ontvreemd. In het Twentse Albergen werd op de Zenderseweg vele jaren geleden een radaropstelling gestolen, en daarvan zijn de daders nooit gepakt. Ook is de apparatuur nooit weer teruggevonden.