Honda komt met een modellijn die uit drie betaalbare en gebruiksvriendelijke types bestaat. Meest in het oog springend is zonder twijfel de CBR500R (foto boven). Inderdaad met één R op het einde en dat heeft een reden want het is wel een Supersport maar toch ook weer niet. Vreemd mogen we dat zeker niet noemen want de CBR500R is in het leven geroepen vanwege de nieuwe rijbewijsregels.
Met z’n maximale vermogen van 35 KW (47.5 pk) past ‘ie precies. ABS, een zesbak, PGM-FI-injectie, Pro-Link monoshock met instelbare veervoorspanning en HISS-startonderbreker. Het zit er allemaal op maar mede hierdoor weegt de sportieve 500 wel zo’n kleine 200 kilogram. Een verbruik van één op 27, haalbaar volgens Honda, maakt ons echter weer een stukje blijer.
Ook bij de X en de F, de CBR500R zonder kuipen, zorgt de 35 KW paralleltwin met dubbel bovenliggend en nokkenassen en vier kleppen per cilinder er voor dat ze binnen het A2-papiertje passen. En waar de eerder genoemde 500 ons voorzichtig doet denken aan de CBR600RR geldt dat bij de naakte F (foto hierboven) voor de CB1000R. De X (foto onder) heeft dan weer veel weg van de NC700X en de Crossrunner.
Alles is gebaseerd op een zo zorgeloos mogelijke rij-ervaring, geen extreme power, geen extreme lichtvoetigheid maar een vertrouwenwekkend basis voor de A2-debutant. En zuinig!