De naam Hartog uit Abbekerk: je hoeft geen Nederlandse wegraceliefhebber uit te leggen waar het over gaat. Wil Hartog natuurlijk, de ‘witte reus’ die op 25 juni 1977 op z’n Suzuki RG500 de Asser TT won. De naam Hartog was voorgoed gevestigd en zelfs tientallen jaren na z’n afscheid hebben we het er nog vaak over. Maar die naam keert nu terug op internationaal raceniveau: neef Rob maakt komend seizoen zijn debuut als vaste rijder in het EK Superstock 600.
Alle reden voor MOTO73 om verslaggever Marien Cahuzak naar Abbekerk te sturen. Wat doet het met Wil dat neefje Rob nu op internationaal niveau doorbreekt, en is Wil trots op het Nederlandse kampioenschap dat Rob vorig jaar in de wacht sleepte?
Rob weet in ieder geval alles van z’n oom Wil, zo blijkt in het interview. ‘Natuurlijk heb ik wel veel filmpjes gezien. Al die mensen, metersdik langs de baan. Schitterend moet het zijn geweest!’ Je zou denken dat oom Wil alle prestaties van Rob live mee kan maken, maar in het interview blijkt dat Wil met lood in z’n schoenen naar Assen rijdt. ‘Ik zie het liever niet dan wel, want ik ben als de dood dat er iets gebeurt. Toch sta ik meestal te kijken op de hoek van de vip-boxen, want dan zie je ze én de Ramshoek uit komen én bij het Stekkenwal-gedeelte. De start is ook iets waar ik een hekel aan heb, alles tegelijk richting de eerste bocht. In onze tijd was dat heel anders met de duwstart, want daardoor waren de verschillen na een paar honderd meter al veel groter.”
Wil Hartog vertelt in het interview ook over de starts van vroeger, en hoe hij trainde om de moeilijke loopstarts. Bij het keerpunt bij de katholieke kerk leverde dat meer dan eens discussies op met de mensen uit de kerk. ‘Ik schaam mij er eigenlijk nog voor’, zo doet Wil uit de doeken. Veel meer van dit soort uitspraken lees je in de MOTO73 die later deze week in de winkels ligt en dan ook hier online te bestellen is.