Na een jaar van pech en teleurstelling kan Jasper Iwema zijn weg in de GP’s niet vervolgen en gaat daardoor nu aan de slag in het FIM CEV Repsol International Championship, beter bekend als het Spaans Open. Dorna (rechtenhouder van deze competitie) en de FIM willen graag de status van een Europees kampioenschap zien te kweken, maar met enkel Le Mans en Portim?o kom je er dan nog niet. Dat mag nog wel wat uitgebreid worden met enkele GP-banen, waardoor de jonge talenten ervaring kunnen meepikken op circuits die ze later wellicht tegen gaan komen als ze WK gaan rijden.
Maar goed, het blijkt steeds meer door te dringen dat we als Hollanders niet te lang in eigen land moeten blijven hangen en dat zelfs het IDM niet meer toereikend is om de stap naar de GP’s te maken. Het niveau is daarvoor te laag en zelfs als kampioen van het vroeger zeer sterke Duitse kampioenschap hoef je niet automatisch te rekenen op een GP-start. Kijk alleen maar naar Luca Grünwald, de kampioen van 2010 en 2012. Een regelrecht talent dat in 2012 van zich deed spreken door achtste te worden tijdens een wildcardoptreden in de GP van Duitsland. Het bleek niet voldoende te zijn om WK-teams te overtuigen dat ze met Grünwald een prima troef in handen konden hebben. Pas komend seizoen mag de 19-jarige Duitser zich gaan bewijzen op wereldniveau met Kiefer Racing in de Moto3.
Wil je voortaan dus indruk achterlaten bij teams in de GP-wereld dan zul je toch in het Spaans Open moet zijn. Het lijkt erop dat ze namelijk niet verder kijken dan dit kampioenschap en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Misschien ook wel terecht, want het zijn ook gewoon de twee sterkste competities die je voorbereiden op het echte werk, de GP’s. Het is dan dus ook niet verwonderlijk dat in 2014, in navolging op Bryan Schouten, in ieder geval vier vaste deelnemers uit Nederland komen. Iwema, Bo Bendsneyder, Jorel Boerboom en Nederlands kampioen Thomas van Leeuwen gaan het Spaans Open rijden.
Soort doelwit
Voor Jasper Iwema is het de kans om te laten zien dat hij wel degelijk het niveau heeft om nog eens in de GP’s te acteren, al zal het een moeilijke missie worden. Het is gebleken dat comebacks niet al te vaak gemaakt worden. Maar goed, de Drent moet in staat zijn om bovenin mee te draaien in dit sterke internationale veld en wie weet wat hem dan in 2015 te wachten staat. Mits team (MachadoFMT) en motor (Honda FTR) natuurlijk voldoende functioneren, want dat is natuurlijk van levensbelang. Iwema zal daarnaast een belangrijke stimulansfactor zijn voor de andere drie Nederlandse coureurs, doordat zij zich kunnen meten met de snelheid van een voormalige GP-coureur. Een goede afspiegeling voor hen om te zien wat je nodig hebt om enkele seizoenen in het WK te kunnen overleven. Bo Bendsneyder, Jorel Boerboom en Thomas van Leeuwen zullen Iwema zien als een soort doelwit, de man die verslagen moet worden.
Ik denk dat bondscoach Barry Veneman blij is met de gang van zaken. In Nederland kan door elk talent nu een goede basis (NSF100 Championship, Yamaha R125 Cup en de Moriwaki 250 Junior Cup) gelegd worden om daarna zijn (of haar) vleugels uit te slaan in een internationale klasse van allure, zoals het Spaans Open. Het is daardoor goed te zien dat er steeds vaker de stap gezet wordt naar het zuiden van Europa en misschien het mooiste voorbeeld dat dit je als coureur succes op kan leveren, zagen we vorig jaar. Bryan Schouten kon met gemak de Duitse titel grijpen, maar koos ervoor om zich te focussen op het Spaans Open. Hij liet zich daar zien, maakte zelfs aanspraak op de titel, maar moest genoegen nemen met de zevende plek in de eindstand. Uiteindelijk dus geen toppositie in de ranking, maar het bleek voldoende om een GP-start af te dwingen. Met enkel een titel bij onze buren had Schouten waarschijnlijk nu niet bij CIP in het WK Moto3 gezeten. Dat bewijst eens te meer hoe belangrijk Spanje voor de Nederlandse wegrace kan zijn.
Foto’s: CEV Repsol
