De prijs van olie is sinds het begin van deze zomer maar liefst tien procent goedkoper geworden. Half juni kostte een vat olie nog 115 dollar, vanochtend leverde een vat nog maar 99,80 dollar op. Dit komt door een afgezwakte economische groei en steeds meer inventiviteit en technologie in de zoektocht naar nieuwe olie. Olievelden die vroeger nog onbereikbaar leken, worden nu steeds vaker succesvol aangeboord.
Toch is er voor ons aan de pomp vooralsnog niets te merken. Het duurt nog even voordat de werkelijk goedkopere prijs de pomp bereikt: alle benzine die we nu tanken is nog afkomstig uit opslag- en overslag-centra. Daarvoor is enkele maanden geleden nog de volle mep betaald. Daarnaast werken alle grote maatschappijen met termijncontracten, die nog voor een hogere prijs zijn afgesloten.
Daarnaast wordt de daling van de brandstofprijzen door accijnsverhogingen deels tenietgedaan. Ook is het kabinet nog steeds voornemens om voor 2015 een nieuwe accijnsverhoging door te voeren.
Door de oorlog in Oekraïne, en de toenemende spanningen met Rusland, kan het bovendien ook nog zo zijn dat de olieprijzen binnenkort weer omhoog gaan. Rusland is een grote speler in deze markt en beschikt over veel energie. Wanneer zij de toevoerkranen van zowel olie- als gas richting Europa dichtdraaien, heeft dat op den duur weer negatieve invloed op onze benzineprijs. Ook de brandhaard rondom ISIS kan voor problemen gaan zorgen. In dit gebied ligt een groot deel van de oliereserves van de wereld.
Kortom: de dalende olieprijs kan voor ons over enkele maanden goed te merken zijn, maar door de toenemende spanningen in belangrijke gebieden, de verhoogde accijnzen en het naijl-effect van gemaakte afspraken hoeven we niet al te veel te verwachten.