Volledig verblind door de laagstaande zon dook ik afgelopen zondagochtend een lange linkerbocht langs het Uitgeestermeer in. Niet te snel want de koperen ploert benam me zoals gezegd het zicht volledig, maar ook niet te langzaam. Je wilt niet weggekegeld worden door een achteropkomende auto die ook niets ziet, maar stukken harder rijdt. Halverwege de bocht scheen de zon niet meer als een zoeklicht in mijn gezicht en zag ik het wegdek. Het was gedeeltelijk wit.
Bevriezen boven nul
Met samengeknepen billen en zo vloeiend en soepel mogelijk rond ik de bocht. Niets aan de hand, behalve een flink gestegen hartslag. Hoe was dit mogelijk? De thermometer in mijn dashboard gaf twee graden boven nul aan. Als een digitale variant van Willem Wever geeft internet antwoord op al mijn vragen. Ook als de temperatuur van de lucht tot enkele graden boven het vriespunt daalt kan zich op de grond al ijs vormen die aanleiding geeft tot gladheid.
Eerder glad
In mijn geval speelden een paar factoren bij het opgevroren wegdek. De vochtigheid en water op de weg zijn van belang, maar ook de wind en de hoeveelheid warmte in de grond kunnen van grote invloed zijn. Op bruggen en opritten wordt het eerder glad omdat daar geen warmte van de ondergrond wordt aangevoerd. Als de vorst nog in de grond zit, vriest het juist op andere plaatsen van het wegdek eerder.
Thermometer is geen gladheidmeter
De temperatuur van de weg kan sterk afwijken van temperatuur van de lucht en wat het dashboard dus aangeeft. In de avond zijn de wegen vaak warmer dan de lucht. In de vroege ochtend is dat juist andersom en dus gevaarlijk. Pas bij vijf graden of meer mag je eer zeker van zijn dat het wegdek niet bevriest.