Op basis van de Indian Challenger heeft het Amerikaanse merk een meer toergerichte variant ontwikkeld met de naam ‘Pursuit’. Een hogere ruit, betere windbescherming aan de benen, een grote topkoffer, extra uitrusting en vooral heel veel motor. Volgens de Indian-mensen een serieuze gooi naar sportief toerplezier. En nu mag jij eens raden wie de nieuwe Pursuit mocht gaan testen.
Motor.NL: De paus? Jan Smit? Bill Clinton?
Gijs Gilis: “Goed gegokt, maar je zit er te ver naast. Indian heeft anders ook een serieuze gok genomen met deze persintroductie, want ze stellen dit bakbeest voor in het Franse bergdorpje Chamonix. Dat betekent haarspeldbochten, technische stukken en veel beweging van mens en machine. Niet het soort wegen wat je meteen associeert met zo’n zware motor, die je eerder ziet rijden op lange, uitgestrekte stukken asfalt van kilometers lang.”
2022 Harley-Davidson Nightster: eerste vragen na de test
Waarom kiest Indian dan toch voor Chamonix?
Gilis: “Indian wil haar motoren meer dan ooit zo Europees mogelijk maken. Daaronder moet je verstaan dat de rij-eigenschappen en het bochtengedrag op punt moeten staan. Dus geen motoren die enkel maar comfortabel rechtdoor kunnen rijden, maar stuurmachines die je hart sneller doen slaan. Zo vergelijken ze de Pursuit met de obligate Harley-Davidson Road Glide, maar ook – veel verrassender én gedurfder – met de Honda Gold Wing en de BMW K 1600 GTL.”
Dat zijn toch totaal verschillende motoren? Of vergissen we ons?
Gilis: “Zo is het ook. De Pursuit is minder krachtig, veel zwaarder en een stuk logger dan de zescilinders. De BMW R 18 Transcontinental zou een veel logischere concurrent zijn. Maar oké, we gaan er geen vergelijking van maken. De Pursuit wordt hoog ingezet door Indian, dat was eigenlijk mijn punt. En dan verwacht je ook veel, wat altijd gevaarlijk is…”
Viel hij wat tegen?
Gilis: “Als een supercomfortabele, 400 kg zware motor met werkelijk alles erop en eraan niet. Maar op bochtige bergwegen blijft het toch moeilijk om er een fijn sturende machine van te maken die je vol vertrouwen in een haarspeld gooit. Het lukt allemaal wel, maar niet zonder enige moeite. De remmen bijten stevig, hoewel je duidelijk voelt dat er heel wat gewicht afgestopt moet worden, en hij laat zich makkelijk overgooien van links naar rechts. Jammer dat de 1.800cc V-twin toch wat punch mist om er in de bergen een echt feest van te maken. Ga je eenmaal weg van die technische stukken, dan excelleert de Pursuit in koppel, comfort en karakter.”